Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand
Verslag
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, u herinnert zich ongetwijfeld het debat dat we in het voorjaar, op 1 april om precies te zijn, in de plenaire vergadering hebben gevoerd over een Franstalige folder van de vzw Citoyens de Zaventem die bedeeld werd in de Zaventemse brievenbussen. In die folder werd aan de Franstalige inwoners van Zaventem juridisch advies gegeven over hun taalrechten, waarbij ze werden aangemoedigd om zich in hun gemeente zoveel mogelijk te bedienen van het Frans.
Gemeentelijke initiatieven van Zaventem werden in die folder zelfs als discriminerend bestempeld omdat ze, o zonde, in een Vlaamse gemeente, in het Nederlands worden gevoerd. De folder ging uit van de vzw Citoyens de Zaventem uit Sint-Lambrechts-Woluwe, een Brusselse gemeente, en zou zelfs gelinkt zijn aan het gemeentebestuur van deze Brusselse gemeente onder leiding van burgemeester Olivier Maingain van het FDF.
Nu heeft dezelfde vzw opnieuw een pamflet naar alle inwoners van Zaventem gestuurd. Terwijl het eerste pamflet nog ging over het opkomen voor de taalrechten, gaat men nu nog wat verder en roept men zelfs op om zich niet te integreren, om bijvoorbeeld bij voetbalclubs in Zaventem geen Nederlands te spreken maar Frans. Franstaligen worden eens te meer opgehitst tegen het Vlaamse karakter van hun gemeente. Het opzet is heel duidelijk: het Nederlandstalige karakter van Zaventem en bij uitbreiding van de hele Vlaamse Rand ondergraven.
De toon van de folder wordt ook steeds agressiever. Uw partijgenoot, de Zaventemse schepen van Vlaams Karakter, noemt de tweede folder zelfs een regelrechte oorlogsverklaring. Ik heb ook begrepen dat de lokale Zaventemse N-VA-afdeling u heeft aangeschreven over dat pamflet.
Tijdens die plenaire vergadering in het voorjaar zei u dat u een briefje zou schrijven aan Olivier Maingain, de burgemeester van Sint-Lambrechts-Woluwe. U had er alle vertrouwen in dat u daarmee veel indruk zou maken. Ik vond dat nogal een povere reactie, ik had een meer krachtdadige reactie van u verwacht. En zoals te voorspellen was, heeft uw briefje niet veel indruk gemaakt op de burgemeester van Sint-Lambrechts-Woluwe. We zien immers dat de polarisatie vanuit Franstalige hoek in de Vlaamse Rand gewoon verder gaat.
Minister, hebt u een reactie gekregen op de brief die u hebt geschreven aan de burgemeester van Sint-Lambrechts-Woluwe? Wat had u in die brief precies aan hem gevraagd?
De eerste brief dateert van april, we zijn intussen een halfjaar verder. Hebt u intussen nog andere initiatieven genomen? Welke initiatieven hebt u tussen april en nu genomen om een einde te maken aan dergelijke Franstalige ophitserij in een Vlaamse gemeente om het Vlaamse karakter van Zaventem en de Vlaamse Rand te ondergraven?
Welke bijkomende initiatieven zult u nu desgevallend nemen, nu blijkt dat uw eerdere brief geen indruk heeft gemaakt? Zult u, zoals ik u destijds heb gevraagd, nu wel de Brusselse Regering aanspreken om de zaak te agenderen op het Overlegcomité of zult u dreigen met tegenmaatregelen?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik moet dit achtbare gezelschap niet uitleggen dat Zaventem een eentalige gemeente is in Vlaanderen, in Nederlandstalig taalgebied. De bestuurstaal is bijgevolg uitsluitend het Nederlands.
Het gaat hier om een initiatief van een private vzw waar de taalwetgeving niet van toepassing is. Maar klaarblijkelijk is deze vzw gevestigd in het gemeentehuis van Sint-Lambrechts-Woluwe. Wanneer deze gemeente op enigerlei wijze betrokken is bij die initiatieven, dan getuigt dat van een manifest gebrek aan loyauteit voor de instellingen.
Ik heb ook begrepen dat intussen al een debat heeft plaatsgevonden in het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement op vraag van onze respectieve partijgenoten. Na het eerste provocatieve initiatief in april, kon ik me nog de moeite besparen om een brief te sturen na het debat dat we hadden gehad in de plenaire vergadering en in de media, waarop toen ook de burgemeester heeft gereageerd.
Na een herhaling van dit incident heb ik dan toch maar een schrijven gericht, niet alleen naar de heer Maingain maar ook naar Brussels minister-president Rudi Vervoort. Ik zal u de lectuur bieden van de inhoud van die brief: “Geachte heer burgemeester, als Vlaams minister bevoegd voor de Vlaamse Rand voer ik een positief onthaalbeleid ten aanzien van anderstaligen die zich in Vlaanderen vestigen. De bedoeling is om nieuwkomers te helpen om zo snel mogelijk aansluiting te vinden bij de Vlaamse samenleving en de Nederlandstalige arbeidsmarkt, net zoals u ongetwijfeld ook voor nieuwkomers in Brussel verwacht dat ze zich aanpassen.
Een u welbekend initiatief als Citoyens de Zaventem probeert de integratie en pacificatie in de Vlaamse Rand daarentegen net tegen te gaan. Het is dan ook zorgwekkend dat deze burgers van Zaventem onderdak hebben gevonden in een gebouw dat toebehoort aan de gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe. Niet alleen is dit kenschetsend voor uw ‘liefde’ voor ‘hun’ gemeente, de terbeschikkingstelling van uw gemeentelijke diensten voor zulke opruiende initiatieven is ook weinig loyaal ten aanzien van zowel uw naaste buurgewest als de inwoners van uw gemeente.
Ik ga er immers van uit dat het merendeel van de inwoners van uw mooie gemeente niet weten en niet wensen dat hun belastinggeld wordt gespendeerd aan de verzuring van de verstandhouding met Vlamingen en Vlaamse gemeenten.
Een en ander staat trouwens in schril contrast met het beleid van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest dat tracht op verschillende domeinen in de beste verstandhouding met Vlaanderen samen te werken. Ook ten aanzien van uw eigen gewest is het betrokken initiatief en de ondersteuning ervan zodoende weinig loyaal.
Indien u afstand neemt van de aangeklaagde acties en u of uw gemeentediensten niets met voormelde praktijk te maken hebben, verneem ik het graag. We kunnen dan samen bekijken hoe we ze in de kiem kunnen smoren. Het publiek afstand nemen van dit initiatief zal uw aanzien in Vlaanderen zeker nog versterken. Bij voorbaat mijn verontschuldiging voor de ongegronde vingerwijzing in dat geval.
In het andere geval zou ik u vriendelijk doch met sterke aandrang willen verzoeken om de ondersteuning van zulk nodeloos opruiende initiatieven te staken. Ik veronderstel dat u evenmin gelukkig zou zijn indien een Vlaamse gemeente lokaal belastinggeld zou uittrekken om pakweg de taalstatuutwijziging te eisen van Sint-Lambrechts-Woluwe. Mogelijk bent u evenwel van mening dat de belastinginkomsten van Sint-Lambrechts-Woluwe dermate overvloedig zijn dat vrije burgerinitiatieven – voor zover dit een zou zijn – in de wereld moeten worden ondersteund. Dan lijkt het mij evident dat u, als hoog aangeschreven jurist die zulke discriminatoire handeling vurig bestrijdt, al uw gemeentelijke faciliteiten eveneens ter beschikking zult stellen van andere burgerinitiatieven, zoals inwoners van Zaventem, weze het dat dit initiatief er enigszins andere uitgangspunten op na houdt. In voormeld geval bezorg ik u graag de contactgegevens van deze beweging. In de wetenschap dat u minstens ofwel loyauteit ofwel antidiscriminatie voorstaat, hoop ik snel van u te horen.
Hoogachtend.”
Die brief werd uiteraard door mij ondertekend. Ik heb die brief ook aangetekend aan minister-president Vervoort toegestuurd op 13 oktober.
Daarnaast is denk ik het beste antwoord dat we kunnen geven op zulke domme en dure provocaties – duur voor de belastingbetaler, in dezen van Sint-Lambrechts-Woluwe – een resoluut Vlaamse Rand-beleid en de steun aan het Nederlandstalige karakter. U verwijst bijvoorbeeld naar de oproep die vervat zit in dat schrijven, namelijk dat je het Frans ook moet hanteren in de voetbalclubs. Op dat vlak heeft de gemeente Zaventem heel goed het initiatief genomen ter ondersteuning van Nederlandstalige lessen voor spelers en ouders in voetbalclub Zaventem. Dat lijken mij meer relevante initiatieven die wel een verschil kunnen maken en misschien eerder dan een domme en dure provocatie.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, mijn verbazing is groot wanneer ik u nu hoor zeggen dat u het eerste incident gewoon over u heen hebt laten gaan, terwijl u in de plenaire vergadering iets anders zei. Ik heb het verslag van de plenaire vergadering van 1 april 2015 voor mij liggen. U hebt toen letterlijk gezegd: “Ik heb een schrijven gericht aan de burgemeester in kwestie met de mededeling dat het hier gaat over deloyaal gedrag.” U eindigde uw betoog met te zeggen dat u uitkeek naar het antwoord op dat schrijven.
Nu blijkt zes maanden later dat u die brief helemaal niet hebt verstuurd. U hebt na het eerste incident helemaal niets gedaan. U hebt dat gewoon over u heen laten gaan. Nu doet u alsnog een nieuwe povere poging om met een briefje een krachtdadig antwoord te geven op dergelijke onaanvaardbare provocaties in de Vlaamse Rand.
Als we zien dat een vzw die gelinkt is aan een Brussels gemeentebestuur zomaar een polariserend pamflet mag uitgeven in een andere gemeente en zelfs een ander gewest, dan is dat voor mij totaal onaanvaardbaar. Ik vraag mij af of zo’n incivieke vzw haar adres gewoon kan houden in het gemeentehuis van een Brusselse gemeente. U moet dan toch maatregelen kunnen nemen of minstens van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering die toezichthoudende bevoegdheid heeft over de Brusselse gemeente vragen om dit tegen te gaan, om maatregelen te nemen tegen die vzw. Het is inderdaad een flagrante taalwetovertreding dat men een eentalig Frans pamflet verspreidt in een eentalig Vlaamse gemeente en daarin oproept om zich niet van het Nederlands te bedienen.
In plaats van de inwoners op te roepen om zich te integreren, de taal te leren, Nederlands te spreken, zoals wij dat trouwens verwachten van mensen met een andere afkomst in Brussel, pleit deze vzw voor het tegenovergestelde. Dat is werkelijk onaanvaardbaar. Ik dacht dat u dat ook vond en dat u meteen actie zou hebben ondernomen. U hebt dat echter niet gedaan. U hebt nog een halfjaar gewacht en zult nu, na het tweede incident, een briefje sturen. Ik vind dat nogal pover. Ik vind dat u uw collega’s in de Brusselse Hoofdstedelijke Regering hierop moet aanspreken. Twee van uw coalitiepartners, CD&V en Open Vld, zijn in de Brusselse Hoofdstedelijke Regering vertegenwoordigd. Spreek hen daarop aan en laat hen actie ondernemen tegen deze onaanvaardbare provocaties.
Mevrouw Maes heeft het woord.
Minister, u hebt al een deel van mijn betoog gekaapt met uw uitleg. Ik zal dus even improviseren.
Als inwoner van Zaventem heb ook ik dit tweede pamflet in de bus gekregen. Wij waren daar uiteraard allesbehalve mee opgezet. Buiten het hele taalaspect, is het trouwens ook het volledig verkeerde advies dat men aan de mensen kan geven. Ik moet dat aan de mensen in deze commissie normaal gezien niet meer uitleggen, want wij hebben hier hopen hoorzittingen gehouden over het feit dat je kansen in de Rand vooral worden beperkt als je geen Nederlands spreekt. Men geeft de mensen dus het advies vooral niet iets te doen dat hen een betere toekomst kan geven. Dat is heel fout. Daarom hebben wij lokaal, als gemeentebestuur, inderdaad zoveel mogelijk maatregelen genomen om de integratie te bevorderen. De sportovereenkomst met onder andere de voetbalploeg is een van de meest recente maatregelen, maar het gebeurt ook nog met andere gemeenschappen.
Minister, mijn oproep naar u is in dit geval tweeledig. Het eerste element is zeer praktisch: kunt u ons een kopie van uw schrijven bezorgen? Het is voor onze lokale ploeg interessant om te weten wat er precies is geschreven. We krijgen ook graag een kopie van het eventuele antwoord.
Kunt u ervoor blijven zorgen dat de lokale initiatieven alle mogelijke aandacht krijgen om dit vanuit een positieve houding tegen te gaan en in de kiem te smoren? Dat is voor iedereen op lange termijn de beste oplossing, los van het feit dat ik blijf vinden dat dit niet kan, maar daar bent u – denk ik – al van overtuigd.
De heer Van Eyken heeft het woord.
Voorzitter, minister, dames en heren, ik voel me natuurlijk aangesproken als ‘citoyen de Zaventem’. Hier gebeurt veel ophitsing en er is veel rumoer rond een zaak die niet veel inhoudt, ik zou zeggen: ‘it’s much ado about nothing’.
Wat wordt daar eigenlijk gezegd? Het is toch een kwestie van vrije pers? Men mag zich uitdrukken in de taal die men wenst in de pers. Ik herinner u aan het blad Carrefour. Daar is enige jaren geleden ook zoveel rond te doen geweest. Men heeft daarin gezegd dat het mocht worden rondgedeeld in de Rand. Het is een krant zoals een andere. Ik hoop dat u niet zult aanzetten tot dezelfde toestand als een paar maanden geleden in Sterrebeek, waar de gratis verdeling van Le Vif ook voor heel wat oproer heeft gezorgd.
In alle gemeenten, Tervuren, Zaventem, of Linkebeek, mogen kranten en brochures worden verspreid in alle talen. Dat is een fundamentele vrijheid. Volgens u is het een overtreding van de taalwetgeving. Toch niet, de brochure Citoyens de Zaventem mag effectief worden verdeeld in het Frans. Er staat in dat de Franstalige burgers van Zaventem en van de hele Rand vrij gebruik mogen maken van het Frans. Dat is toch de normaalste zaak van de wereld?
Ik ben me ervan bewust – en ik heb nooit het tegenovergestelde beweerd –, dat we in bestuurszaken het Nederlands moeten gebruiken, bijvoorbeeld in het gemeentebestuur van Zaventem, Overijse, Tervuren of waar dan ook. Dat staat niet ter discussie. Al wat daarbuiten valt, in een restaurant, een sportclub, alles in het dagelijks leven, in het privéleven kan in het Frans. Ook al dringen sommige Vlaamse kringen erop aan om dat tegen te werken, daar is geen enkele wettelijke basis voor.
Enkele jaren geleden werd een restaurant in Overijse aangeschreven vanwege het opschrift ‘take away’. Bon. Ik heb daar toen minister Bourgeois over ondervraagd. Ik heb toen gezegd: dan moet u overal alle opschriften weghalen, zelfs in Antwerpen, in Borgerhout moeten dan ook de Arabische opschriften verdwijnen. (Opmerkingen)
U bent het daar misschien mee eens, ja bon. Ik denk niet dat iedereen daarmee akkoord gaat.
Hier gaat het om een privé-initiatief. Als iemand niet akkoord gaat met de inhoud, so what? Minister, klop dit niet op, het is gewoon een privézaak.
De heer Doomst heeft het woord.
Minister, het is goed dat u een officieel signaal hebt gegeven en een brief hebt ondertekend, u mag er trouwens ook onze naam onder zetten. Hij is natuurlijk klasseerbaar. Daarom wil ik suggereren dat u binnen afzienbare tijd Brussels minister-president Vervoort ook eens persoonlijk aanspreekt over dergelijke manier van werken.
Laat ons eerlijk zijn, het gaat hier gewoon over pesterijen. De linken met Linkebeek zijn heel duidelijk. Men wil gewoon op die manier de pesterijen voortzetten. Maingain wil dat niet begrijpen. Dat is ‘perte totale’. De heer Van Eyken mag dat niet begrijpen omdat binnen de club op die manier verder moet worden geprovoceerd. Dat is eigenlijk heel spijtig. Dat is mijn suggestie, spreek erover met minister-president Vervoort. We moeten met een positief onthaalbeleid een gemeente als Zaventem blijven ondersteunen om op het terrein ook winst te maken. U weet: het is niet met azijn dat men vliegen vangt.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik zal dat schrijven ook aan u laten bezorgen.
Ik wil wel ingaan op de suggesties en meer bepaald op het discours van de heer Van Eyken. Mijnheer Van Eyken, op de keper beschouwd, mocht het gaan om een zuiver privé-initiatief, dan zou u gelijk hebben. Dat is hier zelfs de discussie niet. Het gaat erom of belastinggeld gespendeerd kan worden aan in wezen politieke initiatieven. Daarover gaat het: de medewerking van de gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe door de besteding van belastinggeld van de inwoners. U moet het toch met iedereen hier eens zijn dat belastinggeld niet kan dienen voor politieke doeleinden? (Opmerkingen van Christian Van Eyken)
Ik noteer dat u het met iedereen in deze zaal eens bent dat lokaal of ander belastinggeld niet kan worden ingezet voor louter politieke doeleinden, die dan nog strikt bestaan in hoofde van de burgemeester of zijn politieke club. In het kader van de zesde staatshervorming heeft het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest 500 miljoen euro mogen ontvangen omdat het sterk verlegen zat om financiële ondersteuning. Als die middelen worden gebruikt voor zulke initiatieven, dan vinden we dat onterecht en onheus. Daarom heb ik minister-president Vervoort gevat met dit schrijven. Ik zal hem nog contacteren om te vragen wat hij persoonlijk van een en ander vindt. Kan dit van enige invloed zijn op de ondersteuning vanuit het Brusselse Gewest ten aanzien van de gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe? Wat er met de middelen gebeurt, kan in vraag worden gesteld als die worden besteed aan deloyale initiatieven ten aanzien van een ander gewest.
De heer Janssens heeft het woord.
Ter attentie van de heer Van Eyken kan ik kort zijn. Hij is natuurlijk de woordvoerder van de Franstaligen, vooral in de Rand, die het nog altijd moeilijk hebben zoveel jaren na het vastleggen van de taalgrens dat er in een Vlaamse gemeente, en dus ook in de Vlaamse Rand rond Brussel, Nederlands wordt gesproken. Daarvan bent u de woordvoerder. Ik pardonneer u nog uw nietszeggend en totaal inhoudsloos betoog.
Ik ben ook blij dat de heer Doomst tot voortschrijdend inzicht is gekomen. Bij het eerdere debat in april zei hij dat we vooral niet moeten ingaan op dergelijke provocaties omdat men niets liever heeft dan dat er daar aandacht aan wordt besteed in het Vlaams Parlement. Hij zei dat dit alleen ten goede komt van diegenen die het slecht voorhebben met de Vlaamse Rand. Mijnheer Doomst, ik verneem dat u nu toch ook blijkbaar actie verwacht van de minister. Ik kan u alleen maar welkom heten in de club.
Minister, een Brusselse gemeente krijgt vanuit de federale overheid belastinggeld om een Nederlandstalige schepen in het schepencollege op te nemen. Wanneer we vaststellen dat het belastinggeld dat van Vlamingen komt, wordt besteed aan een anti-Vlaamse campagne in een Vlaamse gemeente, dan vind ik dat u wat krachtdadiger moet optreden. U moet niet alleen een vriendelijk briefje sturen naar de Brusselse minister-president of naar de burgemeester, maar dan moet u actie eisen van de Brusselse Regering. Ik vraag u met aandrang om de Brusselse Regering tot de orde te roepen en te zeggen dat dit voor u als minister van de Vlaamse Rand totaal onaanvaardbaar is.
De vraag om uitleg is afgehandeld.