Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Verslag
Mevrouw Maes heeft het woord.
Minister-president, ik was een beetje verbaasd dat dit eindigde in de commissie Buitenlandse Zaken. (Opmerkingen. Gelach)
Mijn vraag gaat over de dagen van de Vlaamse Ruimtevaartindustrie die eind november opnieuw worden georganiseerd in Leuven. Ze vinden plaats – zo staat het toch op de uitnodiging – met de steun van het Federaal Wetenschapsbeleid (BELSPO) en de stad Leuven.
Op deze Ruimtevaartdagen zal de Vlaamse ruimtevaartindustrie aan het brede publiek tonen met welke speerpunttechnologieën de Vlaamse bedrijven en onderzoeksinstellingen een plaats op de wereldmarkt hebben weten te veroveren. De dagen zijn een combinatie van een educatief luik gericht op scholen en studenten enerzijds en een seminarie voor professionals anderzijds.
Met deze dagen zal opnieuw aandacht besteed worden aan de plaats van ruimtevaart in onze maatschappij. En die plaats is belangrijk. Het gaat immers om een groeiende economische sector in Vlaanderen die tal van toepassingen kan bieden die ook in het dagelijkse leven belangrijk kunnen zijn. Mensen met rugklachten weten dat Tempur-matrassen uit de ruimtevaart komen.
Ik weet dat het ruimtevaartbeleid zelf nog federale materie is, maar gezien de logische linken met andere domeinen kan het nuttig zijn dat Vlaanderen als overheid op dergelijke evenementen een rol speelt, zeker omdat koepelorganisatie Vlaamse Ruimtevaartindustrie (VRI) gesteund wordt door het agentschap Flanders Investment & Trade (FIT).
Tegen deze achtergrond heb ik de volgende vragen. Minister-president, is de Vlaamse overheid betrokken bij de Vlaamse Ruimtevaartdagen van eind november? Zo ja, op welke manier? Zo neen, is de Vlaamse overheid in de toekomst vragende partij om mee te werken aan deze evenementen en op deze manier de ruimtevaartsector nog verder te ondersteunen? En hoe evalueert u in de marge hiervan de samenwerking tussen FIT en de VRI?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Mevrouw Maes, zoals ik daarnet grappend zei, is de ruimte misschien ons buitenland, maar de industrie is, helaas voor u, voorwerp van bevoegdheid van de commissie Ondernemen. Het is ook zo dat FIT niet betrokken is bij de organisatie van de Vlaamse Ruimtevaartdagen. Daarvoor moet ik u verwijzen naar het beleidsdomein Economie, Wetenschapsbeleid en Innovatie.
Er is wel samenwerking tussen FIT en de VRI. Die samenwerking verloopt uitstekend. U weet – daar ben ik van overtuigd – dat de VRI sinds een aantal jaren met een collectieve ruimtevaartstand deelneemt aan de grote, jaarlijks alternerende, lucht- en ruimtevaartbeurzen: Le Bourget in Parijs en Farnborough in het Verenigd Koninkrijk. Op die stands zijn naast bedrijven ook kennisinstellingen aanwezig, zoals de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO). Door een sterke correlatie bedrijfsleven-overheid-academische wereld kunnen we hier spreken van een ‘triple helix’-structuur. Bovendien ontstaan er steeds meer synergieën tussen de luchtvaartindustrie, vertegenwoordigd door de Flemish Aerospace Group en de ruimtevaartindustrie, vertegenwoordigd door de VRI.
Ook voor FIT is die ruimtevaartindustrie een heel interessante sector vanwege de hoogtechnologische producten, de bijzonder rijke knowhow en de uitgesproken internationale context. FIT heeft al meerdere keren financiële steun gegeven aan de VRI voor een aantal initiatieven die verband houden met buitenlandse handel.
Mevrouw Maes heeft het woord.
Minister-president, dank u voor uw antwoord. Het blijkt dus gemakkelijker om steun te verlenen als het evenement in het buitenland plaatsvindt. Dat is in elk geval al een goed begin. De dagen zullen interessant zijn. Ik heb hier het programma bij. We moeten dit domein in het oog houden, en we moeten, indien mogelijk, in de toekomst nauwer samenwerken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.