Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Verslag
Mevrouw Croo heeft het woord.
Op 13 november 2013 verleende u toestemming voor een pilootproject bevolkingsonderzoek naar huidkanker. Deze week verscheen een artikel in de artsenkrant waarin gezondheidseconoom Lieven Annemans van UGent en professor Lieve Brochez, eveneens van UGent en tevens de indiener van de aanvraag voor het pilootproject, de kosten ervan onder de loep namen.
Huidkanker kost onze maatschappij jaarlijks 114 miljoen euro. Indien de trends zich voortzetten, schatten Annemans en Brochez dat de geprojecteerde kost van huidkanker over 20 jaar 5,9 miljard euro zal bedragen. De primaire preventie – het vermijden van blootstelling aan UV-stralen door betere regelgeving en controle in zonnebankcentra of het promoten van innovatieve zonnecrèmes – kan 1100 levens redden en 300 miljoen euro besparen, stellen de onderzoekers. Het vroeg opsporen van bestaande kankers kan daarnaast ook nog eens 1250 levens redden. Huidkanker is een van de meest frequente en snelst stijgende vormen van kanker. In 2012 waren er 2511 nieuwe diagnoses van maligne melanomen en werden er 27.489 niet-melanome huidkankers geregistreerd in België.
Uit een ander grootschalig Europees onderzoek dat past in ‘Euromelanoma’, een preventiecampagne van de Europese Associatie van Dermatologen, blijkt dat 41 procent van de overlijdens door huidkanker in België vermeden kan worden door een betere preventie. Huidkanker behoort bij de top van best behandelbare vormen van kanker. De vroegtijdige screening speelt een cruciale rol in de vaststelling en behandeling van deze kanker. Verder geeft Euromelanoma nog mee dat meer dan 40 procent van de Belgische patiënten hun consultatie uitstelt bij het ontdekken van de vroege symptomen van huidkanker.
Het is opmerkelijk dat u in uw antwoord van 17 maart 2015 aangeeft dat er op dat ogenblik niet voldoende wetenschappelijke argumenten zijn voor de organisatie van een bevolkingsonderzoek naar huidkanker, terwijl u op 13 november 2013 zelf een ministerieel besluit betreffende het verlenen van een toestemming voor een pilootproject bevolkingsonderzoek naar huidkanker aan de Universiteit Gent hebt ondertekend en goedgekeurd.
Zijn de resultaten van dit onderzoek reeds gekend? Zult u naar aanleiding van deze nieuwe gegevens initiatieven nemen om meer middelen in te zetten ter bevordering van de preventie naar huidkanker? Zult u proactief maatregelen nemen om de significante stijging van de kost van huidkanker op te vangen?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Voor het pilootproject bevolkingsonderzoek naar huidkanker waar u naar verwijst, zijn uitsluitend de klinische resultaten beschikbaar. De volledige conclusies, ook op het vlak van de effectiviteit van een aanbod van screening op populatieniveau, met andere woorden, het bevolkingsonderzoek, moeten nog worden gefinaliseerd en vrijgegeven.
Het is wel al duidelijk, zo bleek tijdens de rondetafel van 19 oktober 2015 in het federaal parlement, waar die voorlopige resultaten werden gepresenteerd, dat de resultaten veelbelovend zijn, maar dat er nog tal van onduidelijkheden en bijkomende vragen zijn over de effectiviteit van een dergelijk screeningsaanbod. Wat is de doelgroep voor de screening? Wat is de optimale screeningsstrategie? Wie moeten we screenen en op welke manier? Wat zijn de kwaliteitsvoorwaarden? Welke letsels moeten worden opgespoord? Naast maligne melanoom zijn er nog andere, minder kwaadaardige huidletsels zoals basocellulair carcinoom. Moet daar ook naar worden gezocht? Hoe frequent moet het onderzoek worden herhaald, enzovoort.
In Australië, waar het risico op huidkanker om meerdere redenen veel hoger ligt dan in Vlaanderen, wordt om die reden nog steeds geen bevolkingsonderzoek naar huidkanker georganiseerd.
In Duitsland, waar sinds enige tijd wel bevolkingsonderzoek wordt georganiseerd, wordt slechts één op zes van alle afwijkende resultaten bij screening nadien ook bevestigd door de dermatoloog. Dergelijk hoog aantal vals-positieven is niet aanvaardbaar.
De definitieve resultaten in verband met de kosteneffectiviteit worden binnen de drie maanden verwacht. Professor Annemans heeft tijdens de rondetafel heel duidelijk aangegeven dat het voorlopige resultaten betreft. Meer dan enkele slides zijn op dit moment niet vrijgegeven. Tot we de resultaten van de genoemde resultaten hebben kunnen bestuderen, is het niet verstandig om uitspraken te doen over eventuele wijzigingen in het gevoerde beleid en over herallocaties van middelen van preventie.
De Vlaamse overheid heeft tot nu toe zelf geen sensibiliseringscampagne gevoerd over dit onderwerp. We moeten daarbij de opportuniteitskost afwegen tegen de beschikbare middelen. Binnen de Vlaamse bevoegdheden op het vlak van kankerpreventie investeren we de middelen prioritair in het opzetten van kwalitatieve bevolkingsonderzoeken naar borst-baarmoederhals- en dikke darmkanker en in het bevorderen van een gezonde levensstijl. Ngo’s zoals de Stichting tegen Kanker en dermatologen nemen al heel wat initiatieven voor de preventie van huidkanker, gericht op leefstijlaanpassingen en awareness. Dat is erg waardevol en het heeft ook effect. Tijdens de rondetafel op 19 oktober stelde de Stichting tegen Kanker dat 90 procent van de bevolking al goed op de hoogte is van de gevaren van UV-stralen door de zon en de zonnebank. Op dit moment is er nog steeds onvoldoende wetenschappelijke evidentie om een bevolkingsonderzoek naar huidkanker te organiseren. De effectiviteit van een aanbod van huidkankerscreening moet nog worden onderzocht. Tot wanneer daar duidelijkheid over is, zullen we niet onmiddellijk extra middelen kunnen mobiliseren.
Tot slot nog dit: de toestemming die we hebben gegeven voor het kwalitatieve pilootproject bevolkingsonderzoek, concreet dus het pilootonderzoek van de UGent, waarbij twee screeningsstrategieën worden vergeleken, geeft aan dat we de preventie van huidkanker wel degelijk belangrijk vinden. Het toont ook aan dat we, in lijn van het beleid inzake bevolkingsonderzoeken, initiatieven die zinvolle preventiestrategieën onderzoeken wel degelijk steunen.
Mevrouw Croo heeft het woord.
Eigenlijk kan ik er weinig aan toevoegen. Ik ben blij te horen dat er toch wel aandacht aan wordt besteed. De sensibilisering lukt wel via dermatologen, maar misschien moet ze toch nog worden uitgebreid, bijvoorbeeld naar apotheken, waar we ook foldertjes kunnen leggen, zodat de mensen nog beter geïnformeerd kunnen worden.
Een praktische tip. Ik weet niet of de minister daar wenst op in te gaan.
Ik wil daar uiteraard op ingaan. Ik vind het een relevante tip. We hebben daar ook niet veel meningsverschillen over. Het is zeker zo dat we weten dat we daarop door moeten gaan. Er zijn nog heel wat vragen die moeten worden beantwoord.
De apotheken zijn nog altijd de meest laagdrempelige zorgverstrekker.
Ja, ik zal bekijken wat we kunnen suggereren.
Er is een grote bereidheid.
Mevrouw Van den Brandt heeft het woord.
Ik ben blij dat de samenvatting door de voorzitter tijdens de zitting wordt gemaakt.
We moeten kijken naar de effectiviteit, het juiste moment, en we moeten de juiste dingen invoeren. Daarom ben ik ook blij dat er een onderzoek naar wordt gedaan.
U zei dat we, met de informatie die we op dit moment hebben, ervoor kiezen om met het beschikbare budget aan preventieve gezondheidszorg te doen en de kankerscreening op de drie genoemde kankers te richten. Ik zou het heel vervelend vinden mocht er morgen uit de studie blijken dat we effectief op een goede manier huidkanker kunnen detecteren en we moeten beslissen dat van het bestaande budget voor de andere kankers ook die kankerscreening moet gebeuren. Dan moeten we het budget voor de kankerscreening durven op te trekken en niet naar een of-ofverhaal te gaan, wat een beetje impliciet in uw antwoord zat. We zitten met een bijzonder laag budget voor gezondheidspreventie in het algemeen in België en in Vlaanderen. Ik denk dat het geen onterecht pleidooi is om meer op preventie in te zetten en daar winst uit te halen.
Mevrouw Franssen heeft het woord.
Minister, enkele maanden geleden heb ik een analoge vraag gesteld over de aanpak van huidkanker. Het was goed om vandaag de kosteneffectiviteit van de screenings te bekijken. U verwijst terecht naar het symposium van vorige week in de Kamer waar professor Annemans op een zeer voorzichtige en voorlopige manier een aantal zaken heeft gekaderd. Voorlopig komt de screening nog duurder uit dan de behandelingskost. Het is verstandig om de resultaten van de studies af te wachten inzake de secundaire preventie met de bevolkingsonderzoeken.
We moeten wel blijven inzetten op de primaire preventie, namelijk de communicatie over de schadelijkheid van uv-straling. Hoeveel procent van de mensen is zich al bewust van die schadelijkheid?
90 procent.
De heer Persyn heeft het woord.
Ik was vorige week aanwezig op het symposium. Een van de elementen waarmee we rekening moeten houden, is de gemakkelijkheid van het onderzoek. Dat onderzoek is bij huidkanker wel heel gemakkelijk in vergelijking met de pap smear of HPV swap.
Op het congres is ook de relevantie van het GMDplus, de preventiemodule, aangekaart. In tegenstelling tot andere vormen van chronische ziekten en kanker wordt huidkanker wat stiefmoederlijk behandeld. Dat is een aandachtspunt. Artsen en huisartsen in het bijzonder, naast apothekers hebben daarin een rol te vervullen. Het zou veel meer in evidentie moeten worden gebracht in de preventiemodule, zij het pas vanaf 45 jaar. Als reminder voor arts en patiënt is dat een nuttig instrument.
De vraag om uitleg is afgehandeld.