Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
Mevrouw Franssen heeft het woord.
Minister, in tegenstelling tot de heer Vandaele was ik wel op de openingszitting van de Senaat, omdat ik wel overtuigd ben van het inhoudsvolle werk dat we daar kunnen leveren, onder andere in de commissie Gemeenschapsaangelegenheden over kinderarmoede. Daar zouden nog wel eens zeer inhoudsvolle aanbevelingen kunnen komen, ook voor Vlaanderen.
Nu over tot mijn vraag over hormoonverstorende stoffen. Minister, recent wijdde het tv-programma Panorama een aflevering aan hormoonverstorende stoffen en de gevolgen ervan voor de volksgezondheid. Dat zijn stoffen die inwerken op de hormoonspiegel van een persoon. Ze komen voor in verschillende voorwerpen en producten, de bevolking weet dat ook niet altijd: cosmeticaproducten, verpakking van voeding, nieuw textiel, ongewassen groenten en fruit, plastic, kunststoffen en ga zo maar voort. Ze kunnen op alle mogelijke manieren in uw lichaam terechtkomen.
Onderzoeken wereldwijd en vaak ook gesteund door de Europese Unie hebben reeds verbanden gelegd tussen hormoonverstoorders en aandoeningen zoals astma, lager IQ, obesitas en ook kanker. Vooral voor zwangere vrouwen en kleine kinderen zijn deze stoffen het meest schadelijk. Dat is ook de reden waarom enkele jaren geleden bisfenol A in België werd verboden in verpakking van babyvoeding en allerlei producten zoals babyflessen. De voornaamste criteria voor het verbieden van hormoonverstorende stoffen in dagelijkse voorwerpen moeten uiteraard door Europa worden vastgelegd. Op federaal niveau kan België wel beslissen om de adviezen van de Europese Unie voor te zijn, met het voorzorgsbeginsel in het achterhoofd. Evident is dat weliswaar niet, omdat België een grote chemische industrie heeft. Toch dienen we onze verantwoordelijkheid te nemen.
In tussentijd is het zeker van groot belang dat er maximaal wordt ingezet op preventie en op sensibilisering over hormoonverstorende stoffen. Dat is een bevoegdheid van de regio’s. Uit eerdere schriftelijke vragen die ik aan u en aan de minister Volksgezondheid stelde, vernam ik dat de coördinatie hiervan bij het departement Leefmilieu ligt, op basis van de Vlaamse strategie hormoonverstoorders.
Uit uw antwoord op de schriftelijke vraag die ik u enkele maanden geleden stelde, blijkt dat de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) al geruime tijd een aantal hormoonverstorende stoffen meet in ons leefmilieu. Door nieuwe inzichten en beleid komen geregeld nieuwe stoffen onder de aandacht, zoals tegenwoordig medicijnen. Dat is een goede zaak. Verder onderzoek is dan ook zeer belangrijk. Zo tonen de onderzoeksresultaten van het Steunpunt Milieu en Gezondheid aan dat het zeer belangrijk is om te blijven inzetten op het verminderen van de blootstelling aan gekende hormoonverstoorders.
Minister, hoe wilt u dit belangrijke thema concreet verder uitwerken in uw toekomstig beleid? Op welke wijze draagt de Vlaamse overheid bij aan de Europese onderzoeken voor het opstellen van de criteria? Welke maatregelen neemt u reeds om de bevolking te sensibiliseren? Welke maatregelen zult u in de toekomst nog nemen?
De problematiek wordt in Vlaanderen geïntegreerd aangepakt in een Vlaamse strategie hormoonverstoorders. Het document bevat een opsomming van reeds uitgevoerde, lopende en geplande acties rond hormoonverstorende stoffen en hun effecten. Wat zijn de lopende en geplande acties? Ik heb het actieplan zelf niet teruggevonden, misschien kunt u het bezorgen. Welke beleidsaanbevelingen en beleidsacties zijn er reeds genomen en zullen er nog worden genomen naar aanleiding van de vele onderzoeken en monitorings die door de Vlaamse overheid werden uitgevoerd?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mevrouw Franssen, u vraagt terecht aandacht voor deze problematiek. We zijn ermee bezig in Vlaanderen, en we doen dat op een geïntegreerde manier. We hebben een strategie hormoonverstoring uitgewerkt. Dat wordt getrokken door het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE) en de VMM. Er werken heel veel entiteiten mee: de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM), het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB), het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) en het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid (VAZG).
Alle informatie wordt gebundeld. De strategie zorgt ervoor dat alle acties worden samengebracht. Jaarlijks wordt een stand van zaken opgemaakt. Het gaat over acties onder de Vlaamse bevoegdheid. Er is ook een deel federale bevoegdheid. Ik zal vragen dat die acties en de jaarlijkse stand van zaken aan u worden overgemaakt via het secretariaat.
Een aantal acties zijn gericht op het monitoren van de aanwezigheid van de hormoonverstorende emissies in water en lucht. Er wordt ook nagegaan wat de impact is op het leefmilieu en op onze gezondheid. Bij adviesverlening inzake vergunningen en bij controles die worden uitgevoerd door de inspectiediensten wordt dat meegenomen, het is een van de belangrijke aandachtspunten.
Hormoonverstoorders vormen een stoffengroep die door de verschillende Vlaamse humane biomonitoringscampagnes van 2000 tot nu ook altijd werden gemonitord. Wat is het effect op onze jeugd? U weet dat we ook kinderen van bij de geboorte opvolgen.
Bij de beleidsvertalingsprocessen van de humane biomonitoringsresultaten worden heel wat beleidsacties opgenomen in de verschillende actieplannen die complementair zijn aan de strategie hormoonverstoring. Die worden onderverdeeld in drie categorieën: één, de bronnen aanpakken, dat is natuurlijk essentieel, twee, het optimaliseren van de meetinspanningen en drie, informatie en sensibilisatie. De actieplannen die zijn opgesteld in navolging van deze campagnes kunnen worden geraadpleegd op de website van het Steunpunt Milieu en Gezondheid. Op dit moment bereiden wij de voortzetting voor van de Vlaamse humane biomonitoring. Hormoonverstoring zou daar dan ook weer een van de aandachtspunten zijn.
Er is een goede samenwerking met de federale overheid. Dat is nodig en cruciaal. Ook de standpuntbepaling voor ons land verloopt op een goed gecoördineerde manier. Ons land heeft zich samen met een aantal andere lidstaten geschaard achter het initiatief dat op Europees niveau wordt ontwikkeld om snellere stappen te zetten voor een betere bescherming. Ons land was vragende partij om een aantal zorgpunten inzake het beleid ten aanzien van chemische stoffen hoger op de Europese agenda te krijgen en de Commissie aan te zetten tot snellere en ambitieuzere acties. Een belangrijk onderdeel daarvan is prioriteit geven aan het bepalen van criteria voor identificatie van hormoonverstoorders.
Ten slotte is er de dienst Milieu en Gezondheid. Zij nemen deel aan de uitbouw van een Europees humaan biomonitoringprogramma, een initiatief van de Europese Commissie. Ze zullen ook de informatie geven die wij hebben. Zeker de biomonitoring die wij hebben gedaan kan belangrijk zijn. Op die manier wordt dat dus ook gecoördineerd aangepakt.
We volgen het zeker verder op. Vandaag is er in het Vlaams Parlement in de commissie Buitenland een verdrag goedgekeurd dat over de verstrenging voor chemische stoffen gaat. Ook op dat vlak gebeurt er heel wat. Wellicht wordt dat binnenkort ook in de plenaire vergadering goedgekeurd.
Mevrouw Franssen heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het is goed dat er een integrale aanpak is, zowel binnen de departementen in Vlaanderen als in samenwerking met de federale overheid. U verwijst naar een drietal luiken voor de actieplannen, onder meer het aanpakken van de bronnen. Ik denk aan het verbod op bisfenol A. Ik weet dat het een federale bevoegdheid is. Bekijkt u ook met de federale collega’s hoe u daaraan sancties kunt verbinden? Stel dat de industrie nog steeds zaken produceert die uit den boze zijn, wat hormoonverstorende stoffen betreft. Is er een handhavings- of evaluatiebeleid, in samenwerking met de federale collega’s?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Wij stellen jaarlijks een handhavingsprogramma op samen met de federale overheid. Ik stel voor dat we in het volgende handhavingsprogramma dat we opmaken een hoofdstuk opnemen over die hormoonverstoring, zodat het niet enkel op Vlaams niveau goed wordt opgevolgd, maar er ook op federaal vlak actie wordt ondernomen. Dat is een punt dat we zeker kunnen meenemen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.