Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Beenders heeft het woord.
Minister, in januari werden op basis van een rapport van het Rekenhof de watertekorten besproken in deze commissie. Tijdens deze besprekingen gaf u aan dat u uw beleid zou aanpassen en dat u bijsturingen zou doorvoeren om de toekomst op het vlak van watertekorten veilig te stellen.
In de Vlaamse regio’s bestaat er nogal een verschil op het vlak van waterbeleid. Zo zijn er regio’s met een watertekort en andere regio’s met overschotten. Tijdens de commissievergadering van 5 mei 2015 stelde u dat de opmerkingen die werden gemaakt in het openbaar onderzoek voor de stroomgebiedbeheersplannen zouden worden verwerkt door de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid (CIW). Op 2 juli zou u een plan voorleggen aan de Vlaamse Regering om daar werk van te maken.
Minister, welke concrete acties hebt u op 2 juli voorgelegd aan uw collega’s van de Vlaamse Regering? Hebt u intussen al concrete acties ondernomen om de watertekorten aan te pakken?
Wat is de stand van zaken betreffende het stappenplan om de wateroverschotten in Limburg aan te pakken? Zijn er acties ondernomen om andere initiatieven te nemen dan deze die vandaag worden genomen, met name het water wegpompen in het kanaal?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer Beenders, ik heb in deze commissie al een aantal keren verwezen naar de stroomgebiedsbeheersplannen en moet dat ook nu weer doen. Ik heb die al meermaals toegelicht in deze commissie.
Dit is voorbereid binnen de CIW en is goedgekeurd en overgemaakt. Wij moeten daar definitief over beslissen binnen de Vlaamse Regering.
In die stroomgebiedbeheersplannen staat er heel wat over watertekorten. De plannen voor de Schelde en de Maas bestaan uit verschillende plandelen: de districten, de elf bekkenspecifieke delen, grondwatersysteemspecifieke delen, maatregelenprogramma’s bij de stroomgebiedbeheersplannen en herziene zoneringsplannen en gebiedsdekkende uitvoeringsplannen. Het is het deelplan grondwatersysteemspecifieke delen dat ingaat op de toestand van onze grondwatersystemen.
Voor grondwaterlichamen in ontoereikende kwantitatieve toestand, dus waar er minder grondwater is, zijn actiegebieden en waakgebieden afgebakend. In die gebieden zullen herstelprogramma’s met een specifieke gebiedsgerichte beleidsvisie worden uitgevoerd voor het behalen van een goede toestand. Een actiegebied grondwater is een gebied waar herstelmaatregelen worden genomen om de kwantitatieve toestand te verbeteren. Een waakgebied is een gebied waar de kwantitatieve toestand nog goed is maar waar we de situatie goed moeten opvolgen, en dat onder druk staat. Dat wordt extra gemonitord en daar worden acties ondernomen.
Op 18 september heeft de Vlaamse Regering zich principieel akkoord verklaard met een voorstel van doelstellingenkader voor oppervlaktewaterkwantiteit waarin voor laagwater een beoordelingskader wordt voorgesteld. Dat beoordelingskader houdt rekening met ecologie, scheepvaart, drinkwater en ander gebruik van water.
Over dat doelstellingenkader wordt het advies van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) en de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen (Minaraad) gevraagd.
Er lopen ook heel wat acties zoals het heffingen- en vergunningenbeleid. De heffingen voor het winnen van grondwater zijn stelselmatig verhoogd met extra heffingen op grondwaterlichamen in ontoereikende toestand. Via het vergunningenbeleid werd in bepaalde lichamen naar een standstill qua vergunde debieten gewerkt en in bepaalde lichamen werd er naar een afbouw van het vergunde debiet gewerkt.
Als voorbeeld kan ik verwijzen naar het sokkelsysteem in de periode 2000-2014. Daar werd een afbouw van 63 procent in het vergunde debiet gerealiseerd. In dat kader voerde de overheid een ondersteunend beleid naar alternatieve waterbesparende maatregelen. We hebben het daar in dit parlement al over gehad.
Wat het verzekeren van de openbare drinkwatervoorziening betreft, kregen de drinkwaterbedrijven de opdracht om tegen 1 januari 2017 langetermijnvoorzieningsplannen op te maken die ook rekening houden met de noden op het vlak van ruwwaterbeschikbaarheid. Deze informatie is van belang bij het implementeren van het gebiedsspecifieke grondwaterbeleid.
Ik heb de opdracht gegeven aan de CIW om de gebruikspistes voor het weggepompte mijnwater te onderzoeken. Daartoe maakt het bekkensecretariaat van de Maas een stappenplan op. In uitvoering van dat stappenplan zijn in maart 2015 de eerste contacten gelegd met diverse actoren. In de periode april-juli werden gegevens opgevraagd en zijn er bilaterale gesprekken geweest met de belangrijkste eerstelijnsactoren. Die hadden tot doel de informatie te verfijnen en diverse pistes te bekijken. Momenteel wordt nog gewacht op een aantal gegevens van de Limburgse Reconversiemaatschappij (LRM). Na afronding van die inventarisatie en onderzoeksfase moeten concrete vervolgtrajecten worden uitgewerkt met concrete pistes. We verwachten dat die worden voorgesteld tijdens de vergadering van de CIW in december.
De heer Beenders heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw duidelijk antwoord. Wat het stappenplan over wateroverschotten betreft, wacht ik de vergadering van december af.
De heer Nevens heeft het woord.
Minister, u hebt perfect geschetst wat er allemaal op ons afkomt. Op 22 december moet de Vlaamse Regering die belangrijke stroomgebiedsbeheersplannen definitief vaststellen. Er zijn acties en maatregelen ondernomen om de toestand van de oppervlaktewateren en het grondwater te verbeteren, zoals de kaderrichtlijn Water vraagt, maar ook maatregelen om de overstromingsrisico’s in Vlaanderen beter te beheersen.
Het klopt dat bepaalde provincies een wateroverschot hebben. Ik ben aangenaam verrast dat u zegt dat er misschien pistes zijn om die overschotten te verbinden en de tekorten in andere provincies te dekken. Ik hoop dat die studie goede resultaten oplevert.
Minister, bestaat er geen mogelijkheid om water te bufferen in de ondergrond zoals men dat ook doet met andere zaken? Ik heb begrepen van een bepaalde watermaatschappij dat er momenteel onderzoeken plaatsvinden om een soort van ondergrondse buffer aan te leggen voor het overschot aan drinkwater. Dat zou enkel mogelijk zijn in een zandrijke ondergrond. Men kan dat drinkwater dan oppompen om het eventueel te gebruiken tijdens periodes van schaarste. Dat onderzoek zit nog in een theoretische fase. Momenteel onderzoeken geologen hoeveel absorptievermogen een bepaalde ondergrond in Vlaanderen heeft. Er moet ook onderzocht worden of de kwaliteit van het achteraf opgepompte water niet is beïnvloed door het opslaan ervan in de ondergrond.
Het lijkt me nuttig om die optie te onderzoeken. Zo moet men geen grote bouwwerken opstarten maar kan men daar eventueel via bepaalde structuren van de ondergrond op inspelen. Op die manier zouden reserves kunnen worden aangelegd voor het geval er een probleem zou zijn met de bevoorrading van drinkwater.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Dat wordt inderdaad onderzocht.
De vraag om uitleg is afgehandeld.