Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Vraag om uitleg over de visie van de Vlaamse administratie op de inhoud van de kennisgevingsnota in het licht van het project-MER voor het voetbalstadion op parking C van de Heizel te Grimbergen
Vraag om uitleg over het Eurostadion-project op de Heizel
Verslag
De heer Doomst heeft het woord.
Voorzitter, minister, de kennisgeving met betrekking tot het project-MER Eurostadion is afgehandeld sinds 19 september. We hadden gehoopt dat we daardoor minder koffiedik zouden moeten kijken. Ik heb het gevoel dat we dubbeldik koffiedik aan het kijken zijn, als ik de geruchten hoor. Het zicht op het totaalproject is nog niet helder. Er is nog heel wat ochtendgrijs, wat een nieuw woord is in de Van Dale.
In juni zei u tijdens de plenaire vergadering dat u zelf contact zou opnemen met de stad Brussel en de ontwikkelaar. Blijkbaar was er wel al overleg gebeurd door de Cel Vlaamse en strategische Investeringsprojecten (VIP). We vernemen ook dat Anderlecht dreigt af te haken. Dat levert hun een dubbel penaltyprobleem op, als ze ook deze niet binnenkrijgen.
Bent u er echt niet van op de hoogte hoe de plannen er zullen uitzien? Hoe kunnen we beoordelen als het onduidelijk blijft? Wordt de nodige ondersteuning gegeven aan het kleine Grimbergen om het project-MER en het definitieve MER te superviseren? Is er niet dringend overleg nodig? Ik hoor dat men in maart 2016 de eerste spadesteek wil geven. Ik vrees dat de match uitgesteld zal moeten worden als we de komende weken geen duidelijkheid krijgen.
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister, deze vragen zijn inderdaad een vervolg op de vragen die in de plenaire vergadering zijn gesteld. De heer Doomst heeft zijn vraag ingediend in augustus, ik in september. Ondertussen is er een en ander gebeurd, met onder andere het voorlopig afhaken van Anderlecht. Dat heeft volgens mij eerder te maken met de huurprijs dan met iets anders.
Ghelamco houdt het dossier aan de gang. Ondertussen is er de kennisgevingsnota, wat voor het Vlaams Parlement van belang is. Die zet immers de MER-procedure in gang. In de gemeente Grimbergen is dit dossier al grondig besproken. Alle documenten zijn er openbaar gemaakt. De inzageperiode liep tot 19 september 2015.
Minister, hoe staat het met het dossier? U was van plan om zelf contact op te nemen met het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Vlaanderen is betrokken partij met het MER, ruimtelijke ordening en mobiliteit. Ik wil ervoor waarschuwen dat als het project niet zou doorgaan, we er toch voor moeten zorgen – omwille van de procedure en niet-verleende vergunningen – dat Vlaanderen niet de schuld krijgt voor het feit dat Euro 2020 niet zou doorgaan. Dat is het grote gevaar. Het is de bedoeling van Brussel, denk ik, om ons daarin te lokken. Wat is de visie van de Vlaamse administratie op het aspect mobiliteit zoals weergegeven in de kennisgevingsnota? Wat is de visie van de Vlaamse administratie op de totale oppervlakte aan horecavoorzieningen in relatie met de eigenlijke recreatieoppervlakte?
De heer Ronse heeft het woord.
Minister, ook ik ben wat bevreesd dat we in 2020 met de billen bloot zullen staan, niet op een voetbalveld maar figuurlijk omdat we niet in staat zijn een degelijk Europees kampioenschap te organiseren. Bovendien is er de Memorial Van Damme, waarvoor geen aanpassingen aan het huidige Heizelstadion nodig zijn. De continuïteit daarvan kan door de plannen in het gedrang komen. De gebeurtenissen van de laatste tijd wekken op zijn minst de indruk dat men geen voetbalstadion maar een luchtkasteel wil bouwen.
Over het financiële luik heeft Johan Van den Driessche in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest al vragen gesteld. De antwoorden zijn op zijn minst dubieus te noemen. Daarnaast heeft voetbalclub Anderlecht zich daadwerkelijk teruggetrokken. Ook over de ruimtelijke aspecten zijn er vragen te stellen. Ik hoop dat u ons daar inzicht in kunt geven. Het GRUP Vlaams Strategisch Gebied rond Brussel (VSGB), waarin het stadion zou worden ingeplant, stelt onder meer dat er een maximale grens is voor recreatieve activiteiten. In de wandelgangen horen we van verschillende experten dat het project drie keer zoveel recreatieoppervlakte plant als wat in het GRUP is ingeschreven. Er kan natuurlijk creatief worden gerekend en geïnterpreteerd wat recreatie is, maar desalniettemin is het een belangrijk aandachtspunt. Er wordt ook gesteld dat er voor het MER geen alternatieven zijn onderzocht.
Op 24 juni zei u tijdens de plenaire vergadering dat er nog geen overleg had plaatsgevonden en dat u op 5 juni zelf het initiatief had genomen en een brief had gestuurd voor overleg. Wat was de reactie op uw brief van 5 juni? Tijdens het VIP-overleg van 17 juni was er nog grote onduidelijkheid over de plannen en de conformiteit met het GRUP. Is er intussen nieuw overleg geweest en zijn er meer concrete plannen gekend bij uw kabinet of de administraties?
Een voetbalstadion is een zeer specifieke voorziening met een zeer speciaal mobiliteitsprofiel waarvan de effecten in andere dossiers – ik verwijs naar het RUP voor het nieuwe stadion van Gent of Brugge – heel expliciet onderzocht worden. Werd een multifunctioneel complex met onder andere een voetbalstadion voor 62.000 plaatsen onderzocht in het plan-MER van het VSGB? Welke alternatieven zullen in het project-MER voor het Eurostadion onderzocht worden? Hoe moeten we de voorschriften omtrent de bovengrens van 50.000 vierkante meter recreatieve activiteiten interpreteren bij multifunctionele complexen? Kan eenzelfde ruimte, zoals loges, worden meegeteld in zowel het recreatieve aspect als in de kantoorruimte? Het lijkt er nu op dat ze louter als kantoorruimte worden meegeteld om de recreatieve oppervlakte te downsizen. Hoe gaat het nu verder? Wat is de verdere timing? Welke stappen moeten worden gezet? Wie zal beslissen over de vergunningsaanvraag of -aanvragen voor het Eurostadion en de parking? We zouden graag een retroplanning zien. In de ambitieuze plannen voor het stadion lezen we dat – om het met de woorden van minister Weyts te zeggen – er een ‘schup’ in de grond zou zitten in 2016. Kan dat?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Dames en heren, er zijn heel veel vragen gesteld, maar ik kan nog niet op alles antwoorden. We staan wel klaar om dit dossier verder te begeleiden, in overleg te gaan en te faciliteren. We kunnen de concrete plannen natuurlijk niet zelf neerleggen. Daar wachten we nog op.
Vanuit het departement Ruimte Vlaanderen hebben we de cel VIP aangeduid als specifieke relatiebeheerder om voldoende procedurele ondersteuning te kunnen geven aan de aanvrager en de gemeente Grimbergen. Op dit moment hebben we geen concrete plannen van het project. Er zijn wel een aantal gesprekken geweest waarin grove grondplannen en schetsen zijn voorgelegd, maar er is dus nog geen concreet plan. Er is wel de opstart van de project-MER-procedure met de kennisgevingsnota die het project beschrijft. Dat is geen plan, maar een beschrijving van het project. U kunt dat digitaal terugvinden op de website van LNE (Leefmilieu, Natuur en Energie), maar ik stel voor dat ik dit lijvig document ook bezorg aan het secretariaat.
Er is overleg geweest met de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant over mobiliteit en openbare veiligheid in aanwezigheid van alle betrokken actoren.
Op de vraag naar de visie van de Vlaamse administratie op de totale oppervlakte aan horecavoorzieningen en de relatie met de eigenlijke recreatieoppervlakte, kan ik geen sluitend antwoord geven. Daarvoor moeten we beschikken over de concrete plannen. Op basis daarvan kunnen we pas beslissen. Er is wel overleg geweest met de cel VIP, en daar is gebleken dat het gaat om een multifunctioneel gebouw waarbij heel wat ruimtes een dubbele bestemming zullen hebben. Wanneer de concrete plannen voorliggen en er een stedenbouwkundige vergunning wordt aangevraagd, kunnen we pas uitsluitsel geven of dit voldoet aan de voorschriften van het GRUP. Dat weet de ontwikkelaar. We hebben dat heel duidelijk meegedeeld. In de uiteindelijke afweging door de vergunningverlenende overheid zal worden nagegaan welke de hoofdbestemming is die deze lokalen en ruimtes hebben en wat de nevenbestemming is. Pas dan kan er een berekening worden gemaakt van de vloeroppervlakte. Binnen de grenzen van het GRUP geldt een bovengrens voor recreatieve voorzieningen van 50.000 vierkante meter en 20.000 vierkante meter voor kantoren.
Een multifunctioneel complex met onder andere een voetbalstadion voor 62.000 plaatsen is niet onderzocht in het plan-MER van het VSGB. Het onderzoek in het plan-MER van het VSGB was generieker van aard en toegespitst op de algemene functionaliteit van de bestudeerde deelgebieden, zoals wonen, recreatie, grootschalige kleinhandel en gemengde stedelijke ontwikkeling. De richtlijnen voor het project-MER zijn nog niet geschreven. We kunnen over de alternatieven dus nog geen uitspraak doen. De kennisgevingsnota is ingediend. Het onderzoek naar de alternatieven moet in de volgende fase gebeuren. Voor het MER stelt de dienst MER als eerstvolgende stap de richtlijnen op. Het door Ghelamco aangestelde studiebureau zal dan het MER opmaken, rekening houdend met de richtlijnen. Een goedgekeurd MER maakt immers deel uit van de vereiste stukken voor de stedenbouwkundige vergunning.
We staan dus klaar voor alle begeleiding. We staan ook klaar om Grimbergen te begeleiden. We staan altijd open voor overleg. Het is onmogelijk om uitspraken te doen over het concrete plan als dat er nog niet is. Het antwoord op die vragen moet ik schuldig blijven.
De heer Doomst heeft het woord.
Minister, onze nieuwsgierigheid is nu nog vergroot natuurlijk, want Europa, voetbal en atletiek zijn ons dierbaar. U zult vanavond nog duidelijk voelen dat de Rode Duivels een groot ‘mannen en vrouwen weten waarom’-gehalte hebben. Als we in maart 2016 de spade in de grond moeten krijgen, moeten we toch korter op de bal spelen. Ik voel aan dat we de bouwheren en -dames stilaan een bepaalde deadline moeten geven, anders zullen de verlengingen oeverloos lang worden. Stilaan moeten we voor een golden goal gaan.
Ik ben blij voor Grimbergen dat de cel VIP die mensen zal steunen en begeleiden, maar ik begin echt te vrezen dat de timing in het gedrang komt. Maartse regen is grootse zegen, maar ik vrees dat dat niet zal gelden voor het Eurostadion, als we in dit tempo doorgaan. Vanuit het parlement toch de bede om attent te blijven en desnoods om hier ook duidelijkheid te scheppen de volgende weken en maanden over waar we nu eigenlijk met dat project naartoe gaan.
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister, het ochtendgrijs is gebleven. U kunt er misschien niet aan doen. Collega’s, niet Vlaanderen is verantwoordelijk voor de organisatie van Euro 2020. U zult mij vergeven, mijnheer Doomst, dat ik geen fan ben van de Rode Duivels. Het is niet aan ons. Wij zijn niet verantwoordelijk voor de organisatie van Euro 2020. We gaan misschien binnenkort een voorstel van decreet of resolutie indienen over de splitsing van de voetbalbond, en dan gaan we wel zien wie wat stemt.
Minister, u zegt dat de kennisgevingsnota er is. Maar u kunt daarop ook reageren, natuurlijk. U doet dat uitdrukkelijk niet. Grimbergen heeft dat wel gedaan, en heeft al een lijvig dossier. Wij zitten nog in het ochtendgrijs. Hebt u rechtstreeks contact met Ghelamco? Hebt u een zicht op de timing? Dat is belangrijk.
Het staat misschien niet in het regeerakkoord, mijnheer Doomst, maar voor het nieuwe stadion speelt nog altijd de vraag of er al dan niet een atletiekpiste komt. Dat speelt ook een rol. Daarom pleit ik er nogmaals voor om op een gepast tijdstip een algemeen debat te houden over de vraag of dat nieuwe stadion wenselijk is.
Mijnheer Ronse van de N-VA, u kunt niet hier pleiten voor een Eurostadion en in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest bij monde van de heer Van den Driessche pleiten voor een renovatie van het Heizelstadion. Het is het een of het ander, niet van beide walletjes eten.
Minister, hebt u een zicht op de timing? Wanneer zouden de plannen bekend zijn? Hebt u rechtstreeks contact met Ghelamco? Ik moet eerlijk bekennen dat ik via via heb vernomen dat u wel degelijk contact hebt. Ik zal mijn bron maar niet bekendmaken. Voor de transparantie lijkt het me belangrijk te weten waar u staat in uw relatie tot Ghelamco.
De heer Ronse heeft het woord.
Ik zal eerst en vooral het ochtendgrijs uit mijn discours halen voor u, mijnheer Sintobin. Wij zijn wel degelijk voor de renovatie van het huidige stadion, en meer dan ooit tevoren na het antwoord dat de minister hier heeft gegeven. Vlaanderen is inderdaad niet verantwoordelijk voor de organisatie van Euro 2020, maar Vlaanderen kan wel een serieuze reputatieschade lijden, indien de organisatie daarvan in het gedrang komt, omdat wij allen blijven geloven in het uitwerken van een luchtkasteel.
Dank u wel, minister, voor de goede les in ruimtelijke ordening die u hier hebt gegeven. U hebt me een en ander bijgeleerd dat mijn werk in deze commissie misschien zal verbeteren, maar ik wil u en alle collega’s in de Vlaamse Regering oproepen om voor het aspect ruimtelijke ordening op Vlaams niveau geen schuldig verzuim te plegen.
Het volstaat niet om een VIP-cel op te starten. Het volstaat niet om ondersteuning te bieden aan de gemeente Grimbergen. We weten uit onze ervaring met grootschalige projecten zoals stadions en termijnen zoals u die daarnet hebt aangehaald, dat we niet kunnen blijven wachten op concrete plannen. De extra time om de golden goal te schieten, is in dit dossier al lang voorbij.
Dat u hier in het najaar van 2015 nog geen informatie hebt over concrete plannen, dat er nog geen concrete plannen zijn voorgeschoteld aan uw administratie, want dat zegt u toch, beangstigt mij ten zeerste over de haalbaarheid van dit project dat zegt dat de ‘schup’ in 2016 in de grond zou komen. Het project zou beter diep onder de grond worden begraven.
Minister, één vraag is nog onbeantwoord. Hebt u al een reactie gekregen op uw schrijven van 5 juni jongstleden aan de ontwikkelaar? Daar zijn we uiteraard zeer benieuwd naar.
Mevrouw Moerenhout heeft het woord.
Minister, ik wil mijn collega’s steunen in hun bezorgdheden over de kennisgevingsnota van het project-MER van het Eurostadion op parking C in Grimbergen en over de houding van de Vlaamse Regering. Er zitten heel grote hiaten in de kennisgevingsnota.
Er wordt in één simpele zin komaf gemaakt met het onderzoek naar alternatieve locaties. Er wordt simpelweg gezegd dat het niet mogelijk is. Geen woord over waarom dat dat niet mogelijk is. Ik denk in hoofdzaak aan het alternatief waarbij het Koning Boudewijnstadion wordt gerenoveerd, zoals de N-VA net aanhaalde. Het lijkt me een mogelijke piste. Het lijkt me toch interessant dat de Vlaamse Regering die bekijkt.
Daarnaast zijn er de mobiliteitsproblemen. We weten allemaal, met een beetje gezond verstand, dat als er op die plaats, waar nu al structurele files staan, een voetbalstadion bij komt van 62.000 plaatsen, het problemen gaat geven. In de kennisgevingsnota worden een aantal exploitatiescenario’s voorgesteld. Het maximale scenario dat wordt onderzocht, indien het niet wordt bijgepast bij de richtlijnen, is hetgene waarbij Batibouw gedaan is om 18 uur en er om 20 uur een voetbalmatch begint. Daarbij hanteert men de veronderstelling dat iedereen van Batibouw naar huis rijdt om 18 uur en iedereen pas om 19.30 uur naar Brussel komt voor de voetbalmatch. Dat gaat niet het geval zijn: mensen die naar Batibouw gaan, blijven iets later. Er zijn overigens veel meer evenementen waar geen gewag van wordt gemaakt. Een voetbalmatch start niet altijd om 20 uur, dat kan om 19 uur zijn. En mensen komen wat vroeger. De exploitatiescenario’s zijn – op zijn zachtst gezegd – minimaal voorgesteld.
Wat me ook zorgen baart, is dat er in de kennisgevingsnota niet of amper wordt gesproken over Uplace of Docks. Daarnaast wordt ervan uitgegaan dat de ring al verbreed zal zijn, de kilometerheffing al ingevoerd zal zijn en dat Brabantnet al uitgerold zal zijn. Het zijn niet mijn woorden, maar die van minister Weyts dat dat niet het geval zal zijn. Hij heeft dat gezegd in de commissie Mobiliteit van 8 januari 2015. Het is toch een element waarop de Vlaamse Regering kan ingrijpen, want de informatie waarop de kennisgevingsnota is gebaseerd, klopt niet.
Ik ga niet dieper in op de opmerking over de maximale totale vloeroppervlakte van 50.000 vierkante meter. Het is al gezegd. Als een andere bouwpromotor, dat was Denys, aangeeft drie keer zo veel oppervlakte nodig te hebben en er dus een nieuw RUP nodig is, lijkt me dat toch iets dat dringend moet worden onderzocht door de Vlaamse Regering.
Tot slot wijs ik op de implicaties van het project voor het milieu. Over bodemvervuiling, overlast van lawaai en licht of fijn stof wordt niet gesproken in de kennisgevingsnota.
Het zijn basale punten met een ongelooflijk grote impact op het leefmilieu en op de mobiliteit, niet enkel van Grimbergen, maar ook van de rest van Vlaanderen, want ongeveer heel Vlaanderen passeert op de Brusselse ring. Minister, we vragen u als Groen om meer assertiviteit te tonen. Ik sluit aan bij de collega’s. Het is uw taak als minister om te luisteren naar uw parlement. Voor dit dossier, dit thema, dit project staan ongeveer alle partijen op dezelfde lijn. Ik vraag u om daarnaar niet enkel te luisteren, maar ook te handelen en te communiceren.
Ik ben niet ongevoelig voor het argument dat het momenteel bij de Vlaamse Regering oorverdovend stil is, op een kleine tweet van minister Weyts na. Ik vraag u om minstens te reageren, net zoals de gemeente Grimbergen, op de kennisgevingsnota.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Collega’s, ik kan mijn oren bijna niet geloven als ik u sommige dingen hoor vragen. Stel, iemand heeft plannen om een huis te bouwen in een gemeente, en het schepencollege heeft daarvan gehoord. U vraagt de gemeente om op voorhand, voor er plannen bekend zijn van het huis, assertief en proactief te zeggen dat die plannen op niets trekken en dat het niet kan zijn. Dat is niet de bedoeling. Het is de verantwoordelijkheid van de ontwikkelaar om de plannen neer te leggen. We hebben zelf contact opgenomen, naar aanleiding van een aantal vragen die waren gesteld. Dat heb ik ook gezegd. Er hebben inderdaad gesprekken plaatsgevonden. We hebben gewezen op het feit dat de procedures moeten worden gevolgd.
Het is heel opmerkelijk van Groen dat u nu oproept om in de gebruikelijke procedure te gaan tussenfietsen als Vlaamse Regering. U weet ongetwijfeld, want u hebt dat als Groen al heel vaak op de tafel gegooid in tal van andere complexe dossiers, dat de MER-cel volledig onafhankelijk is. Die kennisgevingsnota wordt op dit moment door de MER-cel bestudeerd. Zij moeten dan richtlijnen geven op basis waarvan de project-MER moet gebeuren. We zitten nu in die fase. Ik hoop dat uw vraag niet is dat wij actief tussenkomen in de MER-cel en die gaan beïnvloeden om het dossier in een richting te sturen. Ik veronderstel dat de objectiviteit en onafhankelijkheid van de MER-cel hier niet in vraag worden gesteld, en dat Groen niet vraagt om proactief en assertief in te grijpen in de MER-procedure.
De MER-cel zal richtlijnen opstellen en vragen formuleren, op basis waarvan de project-MER moet worden opgemaakt. Al die aspecten waarnaar u verwijst, zullen daarin voorkomen. Dat zal dan onderdeel uitmaken van de project-MER. Zodra die klaar is, kunnen we overstappen naar hopelijk concrete plannen voor de bouwvergunning. De private ontwikkelaar weet maar al te goed welke stappen nog allemaal moeten worden doorlopen. Wat we niet kunnen doen als Vlaamse overheid, is zelf plannen indienen, zelf proactief en assertief de plannen tekenen, zodat het vooruitgaat.
Wij moeten procedures volgen. We staan ter beschikking. We hebben overleg gehad. We zorgen ervoor dat onze cel VIP ter beschikking staat, om alles zo vlot en zo goed mogelijk te laten verlopen. Maar procedures zijn er natuurlijk ook wel om gevolgd te worden. We kunnen niet in de plaats van de ontwikkelaar de plannen concreet indienen. En het is inderdaad een vaststelling dat die er op dit moment nog steeds niet zijn.
De heer Doomst heeft het woord.
Minister, ik begrijp uw woorden: u kunt de wagen niet voor het paard spannen. Maar het is wel nodig, als we de timing willen houden. We hebben de Jupiler League-kalender. We moeten ook de ‘Ghelamco Build’-kalender hebben om er te komen tegen midden volgend jaar.
De heer Sintobin heeft het woord.
U hebt gelijk, minister, over de MER-cel en de reactie op de kennisgevingsnota. We moeten daar niet gaan tussenfietsen, inderdaad. Maar of u nu voor of tegen het Eurostadion bent, het is wel belangrijk om de timing te kennen. De plannen van de bouwheer zijn hun verantwoordelijkheid, maar u kunt misschien wel zeggen welke timing de MER-cel voor ogen heeft om de kennisgevingsnota te beoordelen en de richtlijnen op te stellen. Daar kunt u misschien wel een timing op kleven.
Collega’s, de spoed waarmee u dit dossier wilt uitvoeren, staat in schril contrast met andere dossiers van voetbalstadions over heel het land. Ik ben nu toevallig, u weet dat, ik steek het niet weg, een supporter van Club Brugge. Wij wachten al tien jaar op een nieuw stadion. Nu moet het plotseling snel gaan. Nogmaals, ondanks al uw bekommernissen, niet Vlaanderen zal verantwoordelijk zijn als Euro 2020 niet doorgaat.
De heer Ronse heeft het woord.
Eerst iets concreets, minister: u hebt nog altijd niet geantwoord op mijn vraag of er al een antwoord is en wat het antwoord was op uw brief van 5 juni 2015, tenzij me dat is ontglipt.
Wat u zegt, klopt natuurlijk. Wij stellen uw houding ten aanzien van de ontwikkelaar helemaal niet in vraag. U hanteert de juiste procedures en werkwijze als minister van Leefmilieu en Ruimtelijke Ordening. U bent echter ook Vlaams minister, en de reputatie van Vlaanderen zal voor een deel samenvallen met de vraag of we al dan niet een degelijk Euro 2020 zullen kunnen organiseren. De continuïteit van de Memorial Van Damme speelt in dezen ook mee. Als minister van Ruimtelijke Ordening beseft u maar al te goed dat het onmogelijk is om procedureel het volledige stadion – waarover u nog geen enkel concreet plan hebt ontvangen – tegen die datum klaar te krijgen. Daarom vraag ik u dat de Vlaamse Regering geen schuldig verzuim zou plegen en dat zij er, parallel met dit dossier, op zijn minst bij het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest op aandringt om de piste van renovatie als volwaardig alternatief te onderzoeken. U bent niet alleen minister van Ruimtelijke Ordening maar een minister van de Vlaamse Regering. Als minister van Ruimtelijke Ordening kunt u op zijn minst het signaal geven, zonder te oordelen over de concrete plannen want die hebt u niet, dat er inzake timing een en ander mank loopt. Als zelfs de heer Doomst van uw eigen fractie het ochtendgrijs niet meer ziet en wacht op een golden goal, dan moet u die zeker en vast binnenkoppen.
Minister Schauvliege heeft het woord.
De reactie op de brief was het overleg waar ik daarnet naar heb verwezen. Ik ben inderdaad minister van de Vlaamse Regering. Zo is er ook een minister van Sport en een minister-president. Ik veronderstel dat heel de Vlaamse Regering alle mogelijke inspanningen doet voor dit stadion. Ik hoop dat u daar niet aan twijfelt.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.