Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting
Verslag
Mevrouw Maes heeft het woord.
Minister, reeds in juli kondigde federaal minister Van Overtveldt aan dat hij een nieuwe fiscale regularisatie ging uitwerken. Vanaf 2017 zou dit jaarlijks moeten leiden tot 250 miljoen euro aan bijkomende federale inkomsten. Dit weekend heeft hij aangekondigd dat deze regularisatie er al komt in 2016.
In een vorige regularisatieronde waren dat zowel federale als Vlaamse inkomsten. De inning van de registratie- en successierechten berustte nog bij de FOD Financiën. De regularisatie en doorstorting van deze Vlaamse inkomsten zorgde voor een stevige rugwind voor de Vlaamse begrotingen.
In uw antwoord op mijn schriftelijke vraag van maart 2015 stelde u voor 2014 een kasontvangst van ruim 192 miljoen euro vast. De ESR-aanrekening over februari 2014 tot februari 2015 bedroeg 151 miljoen euro. In de loop van 2015 steeg dat bedrag nog door afhandeling van reeds geopende dossiers.
Maar inmiddels verzorgt VLABEL (Vlaamse Belastingdienst) de inning van de registratie- en successierechten. De Vlaamse Fiscale Codex werd hiertoe aangepast. Een nieuwe federale regularisatie zal dus geen impact hebben op de toekomstige Vlaamse begrotingen.
In uw toelichting bij de meerjarenbegroting, gepresenteerd in 2015, stelde u op pagina 16: “Aangaande de successierechten en het recht van overgang bij overlijden wordt er van uitgegaan dat de effecten van de fiscale regularisatie en de inspanningen van de federale overheid inzake de strijd tegen de fraudemechanismen ook in 2015 en 2016 nog gevolgen zullen hebben. Nadien wordt verwacht dat het effect zal uitdoven. Vanaf 2017 wordt er bijgevolg geen opbrengst meer verwacht van de fiscale regularisatie.” Deze laatste zin kan echter aangevuld worden tot: “Vanaf 2017 wordt er bijgevolg geen opbrengst meer verwacht van de fiscale regularisatie tenzij Vlaanderen zelf een eigen fiscale regularisatie inplant.”
Ik neem aan dat de minister en VLABEL de opportuniteitsvraag van een eigen Vlaamse regularisatie al bestudeerd hebben in aanloop naar de begroting 2016 en vooral in de aanloop naar de meerjarenbegroting. Los van de politieke beslissing om al dan niet te regulariseren, is het in ieder geval noodzakelijk de cijfers te verzamelen en de mogelijkheden in te schatten. Dit huiswerk niet maken, is volgens ons geen optie. Minister, kunt u de meest recente cijfers voor de impact van de federale regularisatie op de begroting 2015 meegeven? Is er al een initiatief vanwege VLABEL om de opportuniteit van een dergelijke Vlaamse regularisatie intern af te wegen? Zo ja, kunt u meegeven tot welke vaststellingen en inschattingen dit leidde? Was er al contact met de federale minister van Financiën om na te gaan hoe een mogelijke samenwerking er zou kunnen uitzien? Is volgens u een op elkaar afgestemde modus operandi zinvol?
Indien zou blijken dat een Vlaamse regularisatie zou bijdragen tot meer beleidsruimte op de meerjarenbegroting, heeft VLABEL volgens u de capaciteit om een dergelijke operatie op te zetten? Tegen wanneer zou hiervoor een draaiboek kunnen worden opgesteld, en met welke krachtlijnen?
Minister Turtelboom heeft het woord.
De kasontvangst van de fiscale regularisaties inzake erfbelasting bedraagt voor juni tot en met september 2015 43,4 miljoen euro. De ESR-aanrekening op de begroting 2015 bedraagt voor de periode februari 2015 tot en met september 2015 28,1 miljoen euro. Uit de ontvangstencijfers kan worden afgeleid dat het effect op de Vlaamse begroting van de vorige federale regularisatieronde uitdovend is. Als je kijkt naar de inkomsten van 2014 en 2013, zie je dat we nu de uitlopers hebben. Maar er komt dus nu een nieuwe ronde aan.
Een mogelijke autonome en afzonderlijke Vlaamse regularisatieronde hebben we niet onderzocht omdat het volgens ons niet de bedoeling is om een dergelijke regularisatieronde alleen, dus zonder samenwerking met de FOD Financiën, te organiseren. Uit de ervaringen met vorige regularisaties blijkt immers dat verzoeken tot regularisatie vaak gelijktijdig betrekking hebben op meerdere belastingen, zowel Vlaamse als federale. Het zijn bijna altijd samengestelde dossiers. Een aparte Vlaamse regularisatieronde doen, heeft onvoldoende meerwaarde of heeft een veel te beperkte scope om dat ook maar te overwegen.
Ook de vorige regularisatieronde werd na 1 januari 2015 bij de overname van de dienst van de registratie- en erfbelasting voortgezet door de bevoegde federale regularisatiedienst. De voorstellen van beslissing van deze dienst werden van rechtswege bekrachtigd als een beslissing die geldt in het Vlaamse Gewest. Daartoe werd een bepaling ingeschreven in het Programmadecreet bij de begrotingsopmaak 2015.
Op dit moment moeten we nog contact opnemen over de nieuwe beslissing die men federaal heeft genomen om te bekijken op welke manier VLABEL zal samenwerken met de FOD Financiën voor de nieuwe regularisatieronde die eraan komt. Wij zijn vragende partij om de samenwerking op dezelfde manier voort te zetten als bij de vorige regularisatierondes. De beslissing is pas dit weekend gevallen. Een van de komende dagen of weken zal er opnieuw contact zijn tussen VLABEL en de FOD Financiën om te kijken op welke manier we de samenwerking voor de nieuw aangekondigde regularisatieronde opnieuw optimaal kunnen laten verlopen, zoals ook in het verleden is gebeurd.
Mevrouw Maes heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Als ik het goed heb begrepen, gaat u ervan uit dat u op dezelfde manier zult kunnen regulariseren als bij de vorige rondes, als er een soortgelijke aanpassing van de Programmawet komt. Heb ik dat goed begrepen?
Ja. We zullen inderdaad waarschijnlijk opnieuw een decretale aanpassing moeten doen. De vorige samenwerking is zeer goed verlopen. We zijn dus vragende partij om te kijken met de FOD Financiën of we dat op dezelfde manier kunnen voortzetten met de nieuwe beslissing die is genomen door de federale overheid. We hebben bijvoorbeeld ook een soort arbitragecommissie voor bepaalde dossiers, omdat het nagenoeg altijd gemengde dossiers zijn, om dan te bepalen wat het aandeel voor de federale overheid en wat het aandeel voor de Vlaamse overheid is. Maar in het verleden is dat goed verlopen, we zouden liefst op dezelfde manier willen voortgaan.
De heer Bertels heeft het woord.
Minister, als ik het goed begrijp, zegt u dat u het ‘federale systeem’ overneemt en bijvoorbeeld geen eigen boetemechanisme of boetepercentage gaat invoeren in het ontwerp van decreet. U neemt dus over wat men federaal voor u beslist heeft.
De heer Diependaele heeft het woord.
Mijnheer Bertels, u probeert het nu wel verkeerd voor te stellen. Het gaat over het feit dat dat gemengde dossiers zijn. De federale overheid neemt de lead in de afhandeling van de dossiers, maar over de boetepercentages en dergelijke wordt overleg gepleegd. U laat nu uitschijnen dat men federaal een beslissing neemt en dat Vlaanderen toekijkt en gewoon volgt. Dat is het dus niet. Het gaat gewoon over een efficiënte samenwerking tussen de twee. Twee verschillende sporen zou belachelijk zijn. (Opmerkingen van minister Annemie Turtelboom en Jan Bertels)
Dat zijn dezelfde als in het verleden waarschijnlijk, die doorgetrokken worden. Daar is in het verleden overleg over geweest. De heer Bertels wil vooral laten uitschijnen dat de Vlaamse Regering een aanhangsel is van de Federale Regering. Dat wil ik absoluut tegenspreken. Dat is niet het geval. Er is in het verleden overleg geweest over die percentages. Het systeem uit het verleden wordt voortgezet in de toekomst. Dat lijkt mij ook verstandig. Het heeft zijn nut in het verleden al bewezen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.