Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Verslag
Mevrouw Van den Brandt heeft het woord.
Binnen het decreet Jeugdhulp klinken al geruime tijd alarmsignalen. Er is een capaciteitstekort, de bureaucratie neemt te veel tijd weg van de zorg enzovoort.
De commissie Welzijn organiseerde hoorzittingen waar veel knelpunten en succesfactoren aan bod zijn gekomen. Tot slot van de hoorzittingen in de commissie Welzijn kondigde u een bijsturing van het decreet aan. Op zich is dat zeer positief omdat u hebt geluisterd naar de sector en zegt dat u gaat bijsturen. Het is van belang dat de bijsturingen daadwerkelijk gebeuren volgens de aangekondigde timing, zodat de jongeren en de sector het perspectief krijgen waar ze naar snakken.
Minister, een aantal zaken die u had aangekondigd en ondertussen klaar zouden moeten zijn, heb ik onder de loep genomen. Voor de aanpassingen aan het A-document, de werklastmeting van de centra voor leerlingenbegeleiding (CLB’s), zouden er voor de zomermaanden al stappen vooruit worden gezet. Er werd door het Kwaliteitscentrum voor Diagnostiek een onderzoek gestart naar het A-document. Wat waren de conclusies van dit onderzoek en wanneer kunnen we het aangepaste A-document verwachten?
De audit naar de CLB’s, waarin ook een werklastmeting zou worden opgenomen, zou tegen september 2015 worden opgeleverd. Wat zult u ondernemen op basis van de conclusies van deze werklastmeting? Het is ondertussen oktober. Wat waren de conclusies? Welke concrete stappen werden genomen om de capaciteit binnen de jeugdhulp uit te breiden? Vermoedelijk zullen we dat debat voeren tijdens de begrotingsbesprekingen. Hoe zult u de rol van de intersectorale toegangspoort veranderen van een controlerend naar een meer dienstverlenend orgaan? Welke stappen zijn hiervoor al genomen?
Ik weet dat er nog veel meer engagementen zijn genomen. Die heb ik schriftelijk opgevraagd. Maar deze zaken zouden in principe vooruit moeten zijn gegaan.
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Sinds begin juni 2015 loopt er inderdaad binnen het Kwaliteitscentrum Diagnostiek een wetenschappelijk onderzoek naar de kwaliteit van de aanvragen voor niet-rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp, ontvangen door de intersectorale toegangspoort. De resultaten van dit onderzoek worden eind februari 2016 verwacht. De resultaten van dit onderzoek zullen worden meegenomen in de verdere aanpassing van het A-document dat in 2015 al is opgestart en in 2016 verder zal worden uitgerold.
Ondertussen wordt er al aan het A-document gesleuteld zodat het vereenvoudigd, eenvoudiger en gebruiksvriendelijker wordt. Zo maken we het mogelijk dat alle aanmelders in een A-document in een ontwerp kunnen werken. Momenteel is deze optie enkel voor de multidisciplinaire teams. Ook wordt het aantal tekstvelden verminderd waardoor men de informatie meer gebundeld kan weergeven in het A-document. Ten slotte zal de afdruk van het A-document worden geoptimaliseerd waardoor het een korter en meer leesbaar document wordt.
De vraag naar een verband met de audit moet u aan minister Crevits van Onderwijs stellen. De audit, bestaande uit een takenpakketregistratie, een procesanalyse, een tevredenheidsbevraging en een wetenschappelijke review wordt eerstdaags opgeleverd aan minister Crevits.
De takenpakketregistratie geeft een beeld van de inhoud van het takenpakket van de CLB-personeelsleden. Het is geen tijdsregistratie, dus het zal geen informatie over werklast of werkdruk geven. Samen met mijn collega zal ik de resultaten van de audit grondig bestuderen.
Beschikbare jeugdhulp vergt versterking en uitbreiding van het jeugdhulpaanbod, maar tevens een maximale afstemming op de juiste hulp. Zoals al herhaaldelijk in deze commissie gezegd, maken we systematisch werk van de versterking van het aanbod en dit volgens de prioriteiten zoals opgenomen in het actieplan jeugdhulp.
Ik geef hier kort mee welke versterkingen er binnenkort operationeel worden. De gesloten opvang: voor de uitvoering van het actieplan jeugdhulp breiden we de capaciteit van de gemeenschapsinstellingen uit. Sinds 1 juli 2015 wordt de capaciteit voor jongens uitgebreid. De Succursale biedt de mogelijkheid tot 18 nieuwe plaatsen. Half oktober, dus nog deze week, volgt er een versnelde uitbreiding voor negen meisjes te Ruiselede. Voor alle duidelijkheid, het gaat voor de meisjes ook om gesloten capaciteit. In een eerste fase doen we dit onder de vorm van time-out. Op termijn, half 2016, verhuist deze capaciteit en wordt ze gekoppeld aan bijkomende uitbreiding met negen meisjes te Beernem voor in totaal achttien gesloten plaatsen als reguliere gesloten capaciteit.
We investeren daarnaast zeer bewust in initiatieven die gericht zijn op het versnellen van de uitstroom uit de gemeenschapsinstellingen. We beogen het mobiele aanbod van Jongerenwelzijn te versterken met dertig modules contextbegeleiding kortdurend intensief. Hiermee kunnen zestig jongeren op jaarbasis intensief worden begeleid bij het verlaten van de gemeenschapsinstelling.
Ook in de crisisjeugdhulp worden de diverse functies binnen de hulpprogramma’s verder versterkt, naargelang de noden. Dat heb ik al een paar keer gezegd. De crisismeldpunten zijn dit jaar versterkt met negen voltijdsequivalenten. Daarnaast werd ook recent een uitbreiding gerealiseerd voor veertig extra begeleidingen in het kader van Crisishulp aan Huis. De opstart is voorzien tussen 1 september 2015 en 1 januari 2016.
Voor jonge kinderen versterken we de contextbegeleiding, met het oog op samenwerking tussen Jongerenwelzijn, de centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning (ckg’s) en de geestelijke gezondheidszorg. In navolging van het Actieplan Jeugdhulp en de versterking van het mobiele aanbod stuurde Jongerenwelzijn op 20 mei een rondzendbrief uit voor zestig extra modules contextbegeleiding laagintensief. De aanvragen tot die modules moeten, vanuit een samenwerking met de ckg’s, aantonen dat ook met gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg wordt samengewerkt op zowel casus- als structureel niveau. Dat moet ervoor zorgen dat de hulpverlening aan kinderen en gezinnen ook inspeelt op de problemen qua geestelijke gezondheid aanwezig bij de ouders. Ten laatste op 1 januari 2016 zal die uitbreiding met zestig modules van start gaan.
Wat ten slotte de complexe dossiers betreft, zijn er de intersectorale zorgprogramma’s, in uitvoering van het Actieplan Jeugdhulp en het uitbreidingsbeleid 2015 van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH). Er worden drie intersectorale zorgprogramma’s opgericht voor jongeren met een zeer complexe hulpvraag en een handicap. We geven aan drie zorgprogramma’s een kwaliteitslabel. De programma’s combineren expertise uit de sectoren van de geestelijke gezondheidszorg, de personen met een handicap en Jongerenwelzijn om te kunnen instaan voor een geïndividualiseerd hulpaanbod voor die doelgroep. Ze krijgen daarvoor per jongere maximaal 75.000 euro per jaar gedurende maximaal zeven jaar, boven op de regulier ingezette hulpverlening. Ook dat aanbod moet begin 2016 operationeel worden.
Vanaf 1 januari 2016, en dat op basis van het recente ministerieel besluit van 7 oktober 2015, gaat de nieuwe regeling voor de erkenning van de intersectorale multidisciplinaire teams (MDT’s) in. Dat betekent niet alleen een aanpassing van de financiering van hun prestaties, die wordt verhoogd, het is tevens een grote stap in de richting van een snellere doorstroom van A-documenten in de intersectorale toegangspoort. Dat wil zeggen dat we vanaf die datum de dossiers ingediend door de erkende multidisciplinaire teams zullen behandelen als consensusdossiers. Daardoor zal het dossier sneller, met als richttermijn binnen de drie werkdagen, naar de jeugdhulpregie gaan, tenzij er op een van de punten qua regisseerbaarheid een probleem is en het A-document nog moet worden aangevuld of verbeterd door de contactpersoon-aanmelder. Dat nazicht qua regisseerbaarheid is een formele check van het A-document, geen inhoudelijke. De teams indicatiestelling van de intersectorale poort zullen vanaf januari 2016 het werkveld en de MDT’s nog meer ondersteunen. Zo zal door het team indicatiestelling de consultfunctie sterker worden opgenomen. De teams indicatiestelling stellen zich dan maximaal dienstverlenend op om bijkomende toelichting te geven aan de contactpersoon-aanmelder of het multidisciplinair team bij het invullen van het A-document. Voorzieningen die een A-document aangeboden krijgen, kunnen het team indicatiestelling vragen om dat document samen met de contactpersoon-aanmelder of het multidisciplinair team opnieuw door te nemen, bijvoorbeeld omdat het A-document onvoldoende informatie bevat om te kunnen inschatten of de jongere wel tot de doelgroep van de voorziening behoort. Het team indicatiestelling zal een ex-postnazicht van de A-documenten doen. Die kwaliteitscontrole gebeurt ex ante en steekproefsgewijs, met als doelstelling de multidisciplinaire teams te ondersteunen en hun eventueel feedback te geven in verband met het optimaliseren van de kwaliteit van de documenten.
Kortom, u vraagt terecht hoe het staat met de vereenvoudiging en de bijsturing van de jeugdhulp. We gaan ervan uit dat, op basis van het voornoemde, dus de zogenaamde quick wins in het A-document, het lopende onderzoek, de verdere uitrol van het Actieplan Jeugdhulp en een tastbare en vernieuwde regelgeving inzake de multidisciplinaire teams, het duidelijk is dat we ter zake vooruitgang willen boeken door een aantal zeer concrete initiatieven.
Mevrouw Van den Brandt heeft het woord.
Minister, we zullen dat regelmatig bekijken, om te zien hoe dat verder evolueert. U rapporteert over een aantal zaken. Gezien het uur zal ik niet doorvragen, anders komen de andere vragen helemaal in het gedrang. Ik wil wel meegeven dat het positief is dat er een aantal stappen worden gezet qua uitbreiding, maar dat de uitbreidingen op het vlak van preventie en vroegdetectie onvoldoende zijn om de noden te lenigen. De ambulante zorg en de mobiele zorg kampen met enorme tekorten. Ook daar moeten er dus ook nog extra inspanningen worden geleverd, en dringend.
Het is positief dat heel die intersectorale toegangspoort wordt hervormd, dat MDT’s consensusdossiers kunnen aanreiken. U zegt echter ook dat er een verhoogde financiering is. Het zou misschien interessant zijn om de exacte bedragen ter zake te krijgen, maar dat kan in een bijlage bij het verslag.
De heer Parys heeft het woord.
Minister, ik dank u, en ik bedank zeker ook de vraagsteller om ons daar nog eens attent op te maken. Het lijkt me echter heel vroeg dag nadat we hier de resolutie hebben goedgekeurd. Toch hebben we al heel veel vooruitgang kunnen merken in de implementatie van een aantal bijsturingen. Dat is dus zeker positief.
Minister, ik heb een heel gerichte vraag over het A-document. Het Kwaliteitscentrum voor Diagnostiek doet ter zake nu een onderzoek, maar ik vroeg me af of u er ook voor zou openstaan om, enigszins naar analogie met wat de VDAB ook doet, een app te maken, eventueel via het organiseren van een hackathon. Daarbij zonderen een aantal jongeren zich gedurende een weekend af: vrijdagavond krijgen ze een probleem en zondagavond komen ze dan met een aantal heel concrete, meestal digitale oplossingen, die het gebruiksgemak van een proces of een document kunnen vergroten. Zou u ervoor openstaan om zo’n app te maken, en dat te doen op basis van het organiseren van zo’n hackathon?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Daar zijn op dit moment nog geen plannen voor, maar we kunnen dat ook mee onderzoeken, aansluitend op het onderzoek van het kwaliteitscentrum. We kunnen vragen om dat daar mee in op te nemen. Het is wel een leuk idee.
Super. Ik denk dat ze daar bij de VDAB al heel mooie resultaten mee hebben geboekt. De kostprijs is ook echt verwaarloosbaar, denk ik. Dat zou dus tof zijn.
Wat dan die financiering betreft, dat is een ministerieel besluit dat we ondertekenen met collega Crevits, maar we zullen dat bezorgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.