Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Verslag
Mevrouw van der Vloet heeft het woord.
Minister, in artikel 55 van het voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering over de indiening en de afhandeling van de aanvraag van een budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor meerderjarige personen met een handicap en over de terbeschikkingstelling van dat budget dat op 17 juli principieel werd goedgekeurd, wordt opgemerkt dat alle huidige cliënten zorg, ondersteuning en assistentie van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) op 1 januari 2017 persoonsvolgend gefinancierd zullen worden.
Om dit te bekomen zullen de voorzieningen heel wat tijd nodig hebben om te bekijken in welke budgetcategorie de mensen vallen en of ze met het toegewezen budget ook de nodige zorg kunnen inkopen, hetgeen toch belangrijk is in deze omzetting.
Minister, om deze omschakeling op een kwalitatieve manier te doen, die ook heel belangrijk is voor de persoon met een beperking, zullen de voorzieningen de nodige tijd moeten krijgen. Hoe en wanneer zullen de voorzieningen worden geïnformeerd over het te volgen proces? Welke begeleiding is gepland? Is er een stappenplan en wanneer gaat dit in?
De voorzieningen zullen ook contracten moeten opmaken met hun cliënten. Als deze contracten ingaan op 1 januari 2017, kunnen de cliënten vanaf dag één beslissen om over te schakelen naar een andere voorziening en/of een ander contract of is hier een overgangstermijn gepland?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
De administratie van het VAPH en de Taskforce Persoonsvolgende Financiering (PVF) bereiden dit najaar een transitienota voor waarin de krachtlijnen worden bepaald van de gefaseerde overschakeling van het huidige systeem naar het systeem van persoonsvolgende financiering. Een belangrijk onderdeel van deze transitie betreft de overschakeling van de huidige gebruikers en aanbieders. De wijze waarop de omschakeling van cliënten (Zorg in Natura, persoonlijkeassistentiebudget (PAB), persoonsgebonden budget (PGB) en persoonsvolgende convenanten) zal gebeuren en de wijze waarop de huidige erkende voorzieningen zullen overschakelen naar vergunde aanbieders, wordt binnen de krachtlijnen van de transitienota door het VAPH geoperationaliseerd.
De feitelijke omschakeling zal worden voorbereid door de administratie en de sector in 2016, aangezien het onze intentie is om de transitie in 2017 te laten ingaan. Deze omschakeling heeft een belangrijke impact op alle actoren. Zodra de wijze waarop de omschakeling zal gebeuren duidelijk is, zal het VAPH toelichtingsmomenten organiseren, zowel voor zorgaanbieders, gebruikers als verwijzers en andere betrokkenen. Ik neem aan dat het VAPH graag ingaat op een uitnodiging van het parlement om dat toe te lichten.
Ook tijdens de voorbereiding van de transitie doorheen 2016 zal het VAPH een helpdesk organiseren om vragen en problemen snel en adequaat te beantwoorden. Het uitgangspunt bij deze transitie is de continuïteit van de dienstverlening voor de huidige gebruikers van zorg te garanderen, tenzij ze zelf de wens hebben om veranderingen aan te brengen. Continuïteit garanderen enerzijds en vraaggericht werken anderzijds moeten dus evenwichtig in de transitienota terug te vinden zijn.
Bij de omschakeling naar het nieuwe systeem van persoonsvolgende financiering zullen de zorgaanbieders inderdaad nieuwe dienstverleningsovereenkomsten opmaken voor en met hun cliënten. Deze dienstverleningsovereenkomsten zullen onder meer specificeren welke ondersteuningsfuncties met welke frequentie worden aangeboden en welke middelen – uitgedrukt als zorggebonden personeelspunten – de voorziening hiervoor inzet. Deze overeenkomst omvat ook de wederzijdse rechten en plichten van beide partijen, waaronder de opzegtermijn. Er is nog niet uitgemaakt of de Vlaamse Regering een minimum- of maximumtermijn van opzeg zal bepalen.
Cliënten die na de overschakeling naar persoonsvolgende financiering hun ondersteuning op een andere wijze willen organiseren of bij een andere dienstverlener willen inkopen, zullen dit – mits het respecteren van de opzegperiode zoals bepaald in hun dienstverleningsovereenkomst – in principe vanaf de start kunnen. Ze dienen dan een ondersteuningsplan op te maken – zoals in het decreet staat – en hun nieuwe ondersteuningsvraag te laten objectiveren. In afwachting van het bepalen van de definitieve budgetcategorie kunnen ze de persoonsvolgende middelen die tot dan voor hen werden ingezet bij de eerste zorgaanbieder, meenemen.
Minister, u zegt dat de termijn voor de omschakeling nog niet is bepaald. Wordt dat bepaald door de voorziening zelf? Wellicht wordt van hogerhand bepaald hoeveel het minimum en maximum zal zijn. Wanneer zal dat precies zijn? Dat is heel belangrijk als we voor het vraaggestuurde willen gaan. Als de omschakeling ingaat op 1 januari 2017 en de contracten worden veranderd, dan moet de omschakeling meteen mogelijk zijn. Dan pas kunnen we spreken van vraaggestuurd. Anders hebben we nog een lange termijn het dubbele. Wanneer wordt dat juist bepaald? Ook voor de voorzieningen is dat belangrijk. Zij vrezen voor hun personeel. Zullen er mensen met hun contract elders gaan? De continuïteit in de groep is dan minder vast. Voor de voorzieningen is het belangrijk om dat snel te communiceren, zodat ze kunnen uitleggen aan hun personeel dat de continuïteit wordt vastgelegd.
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Mevrouw van der Vloet, uw vragen zijn heel pertinent. We gaan een hele sector in een gigantische hervorming brengen. Het is cruciaal dat de stakeholders dat in goed overleg met elkaar doen. Anders riskeren we een oncontroleerbaar proces. Het is logisch dat er vragen zijn vanuit het personeel en dat er overleg moet zijn.
Op het moment dat men het in de taskforce eens is over het transitieproces en de nota, en het VAPH gaat communiceren, dan moeten alle vragen kunnen worden beantwoord. Alleen hoed ik er me ervoor om in dat proces tussen te komen, want ze moeten die transitie met elkaar kunnen organiseren. Het is de ambitie om begin 2017 te starten met dat proces. Er zullen opzegtermijnen moeten komen in die contracten, maar het is nog niet uitgemaakt of de regering het minimum en maximum zal vastleggen. Dat moet ik bekijken in functie van wat de partijen in de taskforce met elkaar overeenkomen.
Men zal vanuit elkaars bezorgdheid moeten proberen te begrijpen wat iedereen verwacht en mogelijk acht. Ik hoop dat de stakeholders in de taskforce daarover een vergelijk kunnen vinden. Het zal zeker niet zijn dat iedereen vanaf de eerste dag zal kunnen beantwoorden aan alle verwachtingen, zoals dat in het meest ideale scenario zou gebeuren. Er zullen transities moeten gebeuren. We moeten zorgen dat die zorgvuldig kunnen gebeuren. Ik hoop dat men elkaar voldoende kan vinden in de taskforce om een modus vivendi te vinden die ik als bevoegd minister zal ondersteunen, omdat we de medewerking van iedereen nodig zullen hebben om dat in die heel belangrijke scharnierperiode in goede banen te leiden.
Als we eenmaal vier jaar verder zijn, dan is het perspectief waarschijnlijk een andere dynamiek, maar nu is toch de boodschap dat moet worden bekeken of men met alle betrokkenen zo goed mogelijk die eerste fase in haar praktische modaliteiten kan inschatten.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Samen met de voorzieningen en de mensen met een beperking zelf kijk ik dan uit naar de communicatie die er in de loop van het najaar ten overstaan van hen zal gebeuren.
Minister, ik heb in elk geval genoteerd dat u ook hebt gesteld dat het VAPH desgevallend en desgevraagd in deze commissie een korte toelichting zou kunnen geven. Ik stel voor dat we dat gewoon in het achterhoofd houden. Dan zien we wel wat het meest geschikte moment is.
De vraag om uitleg is afgehandeld.