Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
De heer Van Malderen heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, mijn vraag gaat over het instrumentarium van het Participatiefonds Vlaanderen. In het begin van de zomer besliste het fonds om het instrumentarium grondig te wijzigen. Opmerkelijk is dat deze beslissing blijkbaar door de raad van bestuur is genomen, maar ik heb er eigenlijk geen sporen van teruggevonden, en dat ze niet op de Vlaamse Regering is gekomen. Het is daarom dat ik u hierover echt een vraag om uitleg stel. Ik kreeg graag wat meer duiding.
We hebben wel de aanleiding hiervoor gevonden. In het licht van de zesde staatshervorming werden de activiteiten van het federale Participatiefonds overgedragen aan de gewesten. In het Vlaamse Gewest worden de kredietactiviteiten voortgezet door het Participatiefonds Vlaanderen, dat, zoals we allemaal weten, een dochtervennootschap is van de ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV).
Alle bestaande dossiers die op 25 juni 2014 in omloop waren, worden nog acht jaar opgevolgd door het federale Participatiefonds. Sinds 25 juni 2014 worden nieuwe dossiers door het Participatiefonds Vlaanderen behandeld. Bij de overdracht bood het Participatiefonds Vlaanderen een reeks producten aan. Ik som ze even op: Startlening, Optimeo, Casheo, Initio, Starteo en BA+lening.
Het Participatiefonds Vlaanderen heeft sinds 1 juli 2015 zijn leningproducten aangepast en biedt voortaan nog twee leningen aan. De Startlening+ is een lening van maximaal 100.000 euro voor starters die nog niet of pas sinds vier jaar actief zijn. De kmo-cofinanciering is een achtergestelde lening van maximum 350.000 euro, bestemd voor starters en bestaande ondernemingen. De lening wordt altijd gecombineerd met een cofinanciering.
Dat is grosso modo de nieuwe lijn die men aanhoudt, maar we moesten het doen met de verschillende publicaties daarover. Ik probeer daarom hier te peilen naar de motivering. De hervorming op zich lijkt me wel logisch, maar waarom werden het deze twee modules met de verschillende modaliteiten die eraan vasthangen?
Minister, kunt u de doorgevoerde hervormingen toelichten? Welke doelen worden vooropgesteld?
Kunt u ook toelichten op basis van welke evaluatie deze specifieke hervorming werd doorgevoerd? Welke sociale partners werden hier al dan niet bij betrokken?
Kunt u toelichten waarom ervoor gekozen werd om een eigen loket te openen naast dat van de banken?
Kunt u toelichten of er nog begeleiding voorzien is voor de werkzoekenden die vroeger geholpen werden door de Startlening? Waarom wel of niet? Hoe motiveert u deze beslissing?
Kunt u toelichten op welke manier de Vlaamse Regering ondernemers en would-beondernemers wenst te informeren over deze hervorming, die ondertussen bijna drie maanden geleden werd doorgevoerd? Zult u hier sociale partners bij betrekken, en welke rol kunnen zij volgens u spelen?
Minister Muyters heeft het woord.
Voorzitter, mijnheer Van Malderen, eigenlijk hebt u het antwoord zelf al gegeven. De doelstelling is een vereenvoudiging van het productengamma en een verruiming van het doelpubliek. De integratie van het Participatiefonds Vlaanderen in de PMV-groep en de realisatie van synergieën zijn daarbij een belangrijk uitgangspunt.
Binnen de PMV wordt een oefening gemaakt om het totale productengamma te stroomlijnen zodat de ondernemer nog gemakkelijker zijn weg kan vinden in het Vlaamse financieringsaanbod. Dat is de essentie van de zaak. De ondernemerswereld, maar ook de SERV hebben hier steeds voor gepleit.
De vereenvoudiging op zich wil het totale PMV-aanbod vervolledigen en de overlapping zo veel mogelijk vermijden. De verruiming en vereenvoudiging van het instrumentarium gebeurde dus op vraag van de ondernemerswereld. We hebben de denkpistes doorgesproken met UNIZO, het Agentschap Ondernemen, het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (IWT) en Febelfin, de actoren die in deze materie ook voeling hebben met het veld. Volgens mij is dit dan ook op een goede manier gebeurd. Het zijn ook de mensen die daarbij betrokken zijn, die deel uitmaken van de raad van bestuur van het Participatiefonds Vlaanderen. Het doelpubliek werd dus vertegenwoordigd bij het nemen van de beslissing om de wijzigingen door te voeren.
Het eigen loket is ingegeven door de bekommernis vanuit de PMV om de ondernemers zo veel mogelijk te faciliteren bij het indienen van een aanvraag. Zo kan een aanvraag voor een kmo-cofinanciering nu niet alleen via een bank, via BAN-Vlaanderen (Business Angels Netwerk) of via erkende investeringsfondsen aangebracht worden, maar hebben ondernemers ook de mogelijkheid om een dossier rechtstreeks in te dienen. Voor de Startlening+ is deze mogelijkheid tot rechtstreekse indiening er ook, naast de klassieke aanbrengers of partners van het Participatiefonds Vlaanderen, want zij kunnen het natuurlijk ook blijven doen. Op die manier zorgen we ervoor dat een bedrijf een veelheid aan mogelijkheden heeft, maar ook de rechtstreekse mogelijkheid. Het rechtstreeks behandelen bestond al in het verleden en zal blijven bestaan.
De steunpuntbegeleiding, zoals destijds werd aangeboden door het federale Participatiefonds, werd bij de zesde staatshervorming aan ons overgedragen. We hebben dat gekazerneerd bij het Agentschap Ondernemen (AO). Dat agentschap biedt via tal van organisaties en initiatieven begeleiding, opleiding en coaching. Daarom dachten wij dat het niet meer nuttig was een additionele, specifieke steunpuntwerking te houden en bijgevolg hebben wij dat bij de overgang, met ingang van 1 april 2015, stopgezet.
Een recent voorbeeld van zo’n initiatief voor werkzoekenden is de oproep voor het begeleiden van werkzoekenden naar ondernemerschap waar het Agentschap Ondernemen een van de partners is met de actie ‘Maak werk van je zaak’. De ondernemers werden inmiddels al op de hoogte gebracht van de veranderingen, niet alleen door aangepaste teksten op de website van Participatiefonds Vlaanderen, de PMV en het Agentschap Ondernemen, maar ook door het geven van presentaties voor ondernemers bij onze partners. De aanwezigheid op beurzen voor ondernemers is ook gepland. Daarnaast zullen vanzelfsprekend folders via de geëigende kanalen worden verspreid. De PMV plant bovendien in het najaar een algemene communicatie omtrent de stroomlijning van het volledige instrumentarium.
Het is essentieel dat de aanpassingen van de producten, die nu in hervorming zitten, door de raad van bestuur van het Participatiefonds Vlaanderen naar voren zijn gebracht. Zolang zij binnen de krijtlijnen van de wetgeving blijven, is dat hun bevoegdheid, en ik respecteer dat.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Om op dat laatste in te gaan: er is uiteraard de wettelijkheid maar er is ook wenselijkheid van een transparante en open communicatie. Daarom stel ik deze vraag, minister.
We zijn drie maanden na de beslissing. U plant een aantal dingen. Ik vertrouw u. Ik vertrouw erop dat er effectief een uitrol is. We zullen dat op zijn resultaten beoordelen. Heel specifiek ook als u zegt: maak werk van uw zaak. Dat is geen evidente oefening, maar dat neemt niet weg dat men de resultaten moet kennen en beoordelen en inschatten ten aanzien van een nieuw gegeven.
Een bijkomende opmerking: ik wil de bekommernis uiten dat een vereenvoudiging – wie kan daartegen zijn? – het geheel van vragen moet afdekken. The proof of the pudding will be in the eating. We zullen u blijven ondervragen over de cijfers en nagaan of de doelstellingen gehaald worden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.