Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Mijn vraag gaat over de onzekerheid over het voortbestaan van Beaufort. Ik begeef me daarmee een beetje op glad ijs omdat ik afgelopen zomer serieuze kritiek heb geuit op de laatste editie van Beaufort. Ik was een beetje de spreekbuis van de burgemeesters aan de kust.
De eerste vier edities van Beaufort, de Triënnale voor Hedendaagse Kunst aan Zee, waren succesvolle en niet te missen culturele evenementen die voor de Vlaamse kust onmiskenbaar een culturele, toeristische en bijgevolg ook economische meerwaarde hadden. Dat was jammer genoeg veel minder het geval voor de recentste editie van Beaufort als gevolg van het beperkter budget, de artistieke invulling en de gebrekkige communicatie. Resultaat is dat een aantal kustgemeenten waaronder Bredene al hebben verklaard niet meer te zullen meewerken aan dit evenement onder deze vorm.
Niettemin kan niemand ontkennen dat de vorige edities positief waren voor het dag- en verblijfstoerisme en vooral ook voor het imago van de kust. Tijdens de vorige edities was er een heel goede communicatie en werd Beaufort bekeken als één project voor de hele kust. Heel wat toeristen bezochten toen het volledige traject van De Panne tot in Knokke.
De kustgemeenten zijn vragende partij voor een gelijkaardige tentoonstelling van hedendaagse kunst op voorwaarde dat die het elan en de uitstraling heeft van de eerste vier edities. Die waren er dit jaar niet, de mensen wisten zelfs niet dat Beaufort opnieuw plaatsvond.
Door de zesde staatshervorming behoort het echter niet meer tot de bevoegdheid van het provinciebestuur om dergelijke tentoonstellingen te organiseren. Het meerjarenbudget van de provincie West-Vlaanderen heeft voor de jaren 2017, 2018 en 2019 een financiële inspanning voor de realisatie van Beaufort 2018 ingeschreven, maar die middelen worden conform de afspraken in het Vlaams regeerakkoord overgedragen aan Vlaanderen.
Minister, overweegt u om, gelet op de culturele, toeristische en ook economische meerwaarde van een triënnale hedendaagse kunst aan onze Vlaamse kust, in 2018 een tentoonstelling van hedendaagse kunst in alle kustgemeenten te organiseren en te coördineren?
Bent u bereid om hiervoor de nodige en voldoende kredieten, en dus meer dan de kredieten waarin het provinciebestuur heeft voorzien, vrij te maken zodat deze tentoonstelling opnieuw het elan en de uitstraling van de eerste vier edities krijgt?
Zo ja, wanneer zal formeel worden beslist om een dergelijk evenement te organiseren, met andere woorden, wanneer zullen de kustgemeenten hierover duidelijkheid krijgen en eventueel hun mening over dit project kunnen bijsturen?
Minister Gatz heeft het woord.
Op dit moment neemt de Vlaamse Gemeenschap niet de organisatie en/of coördinatie van dergelijke kunstevenementen op zich. Indien er een aanvraagdossier wordt ingediend binnen het Kunstendecreet, zal dit dossier op zijn artistieke en zakelijke merites worden beoordeeld, waarop al dan niet een subsidiebeslissing zal volgen.
Aangezien de meerwaarde niet enkel ligt bij het culturele, zoals u zelf ook aangeeft, zal bij de beoordeling van het criterium haalbaarheid wel bekeken worden of de aanvragers ook de diverse ondersteuningsmiddelen binnen deze andere beleidsdomeinen aanspreken zoals ook bij de vorige projecten van Beaufort het geval was.
Ik kan op dit moment moeilijk een voorafname doen, noch op de concrete vraag die in het dossier geformuleerd zal worden, noch op de beoordeling door de bevoegde adviserende commissie en door mijn administratie. Ik ben gebonden door een aantal decretaal opgelegde beslissingstermijnen. Ik moet eerst het ingediende dossier afwachten, dat dan zijn beslissingsprocedure zal moeten doorlopen. Vanwege het belang van het gelijkheidsbeginsel kan en zal ik hier geen uitzondering op maken.
Ik begrijp de onderliggende betekenis van uw vraag en ik ben blij dat u aangeeft dat ondanks het meer controversiële karakter van deze editie, de vorige edities toch wel in goede aarde vielen en brachten wat men ervan verwachtte.
Wanneer er een voorstel zou komen, wat in dit geval vanuit verschillende kustgemeenten zou kunnen, binnen het Kunstendecreet, dan geldt het antwoord dat ik zonet heb gegeven. Niettemin wordt dit gedeeltelijk doorkruist door de overname van de voormalige provinciale middelen en ook voor een stuk de projecten. Ik moet nu eerst het einde van het jaar afwachten om te zien hoe en of wij deze operatie tot het beste einde kunnen brengen.
Het spijt me dat het wat ingewikkeld is. Ofwel komt er een projectaanvraag van verschillende gemeenten binnen Beaufort, dat is binnen het Kunstendecreet. Dat heeft zeker perspectieven. Ofwel nemen we het mee in de initiatieven die de provincies op dit ogenblik ontplooien, in dit geval West-Vlaanderen, om te kijken hoe het de spreiding van cultuur binnen de bredere regio’s ten goede komt.
Om een lang verhaal kort te maken, los van het droge antwoord dat ik geef: met betrekking tot de voorbereiding van de volgende triënnale – we kunnen zeggen dat 2018 nog ver is, maar een goede voorbereiding vergt tijd – zullen we na nieuwjaar een concreter antwoord kunnen bieden.
Ik sta zeker open voor dialoog en voor al het overleg dat daarover kan worden gecreëerd. Ik hoorde van een aantal gemeenten: “Als het zo zit, doen we niet meer mee.” Beaufort leek virtueel dood. Maar nu hoor ik minstens één kustburgemeester zeggen, en er zullen er misschien nog zijn, dat we het kind niet met het badwater moeten weggooien en dat we naar nieuwe sporen kunnen zoeken. Dat moeten we samen bekijken in het Kunstendecreet en/of in de overname van de provinciale beleidsverplichtingen. Maar nog even geduld voor de propere en warme overname, en dan kunnen we een gesprekstafel creëren.
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Ik wil inderdaad het kind niet met het badwater weggooien. We hebben heel hard gereageerd omdat het nu niet oké was, maar zo’n tentoonstelling langs de hele kust heeft een ongelofelijke meerwaarde op alle domeinen, zoals u ook zegt.
Ik betrek het toeristische aspect erbij. De minister van Toerisme laat nu de meeste centen gaan naar projecten in grote steden. Er gaat ook heel veel geld naar het MICE-gebeuren (Meetings, Incentives, Conferences, Exhibitions) in de grotere steden. De kust wordt een beetje stiefmoederlijk behandeld op het vlak van toerisme, vind ik. Dat debat zal ik voeren in de commissie Toerisme.
Als het niet wordt herbekeken, om er echt een heel mooi project van te maken, valt er weer een enorme troef weg voor de kust. Op het moment dat die projecten wel goed liepen, kwamen er echt heel wat mensen naar de kust speciaal voor Beaufort. Ik hoop dat de Vlaamse Regering haar steentje zal bijdragen, zodat het project in een betere, vernieuwde vorm toch kan doorgaan.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Als kustparlementair kan ik niet achterblijven in dit debat. Het is niet aan het parlement om te oordelen over het falen van de vijfde editie. Ik ben heel blij dat ook onze collega en burgemeester van Bredene zegt dat we het kind niet met het badwater mogen weggooien. Ik hoop dat de tien kustburgemeesters er werk van maken en het van de basis laten komen, om in de zomer een breed toegankelijk – dat benadruk ik – cultureel-toeristisch evenement op poten te zetten.
Ik wijs op het succes van Theater Aan Zee voor de kust en voor cultuur. Zoiets moet ook kunnen, zelfs met beperktere middelen dan vijf of tien jaar geleden. Het initiatief zal nu van de kustburgemeesters moeten komen. Ik ga erop aandringen in mijn gemeente. Het was de eerste gemeente die zelfs al in juni verklaarde dat het op niets trok en dat we niet meer zouden meedoen. Dat was een veel te vroege reactie. Ik ga zeker oproepen om met de kustburgemeesters samen te zitten en na te denken over wat het in de toekomst kan zijn. Het is een driejaarlijks project, dus er is tijd.
Ik ben heel blij dat u openstaat voor alle mogelijkheden, minister. De interne staatshervorming is er, maar die kan misschien kansen bieden. Er kunnen projectsubsidies worden aangevraagd. We moeten er vanuit de kust werk van maken.
De link wordt gelegd met Toerisme. Dat is zo, ik heb het ook over een cultureel toeristisch programma. Iedereen moet er de schouders onder zetten, want het is te waardevol om na het falen van deze vijfde editie in de prullenmand te gooien.
Minister Gatz heeft het woord.
De opmerkingen liggen in elkaars verlengde. Ik wil me niet uitspreken over – ik heb het maar van op afstand gevolgd – de onvrede over de huidige editie, die toch ook belangrijke verdiensten blijft hebben. Het is zinvol om van onderuit, met gesprekken tussen burgemeesters, te kijken wie met het project nog vooruit wil. Dan hebben we het begin van een gesprekstafel. Dat is de conclusie die we vandaag mogen trekken. Dat is voor mij een belangrijk nieuw feit, dat ik op zich toejuich. En we zullen zien hoe we ermee kunnen omgaan.
– Bart Caron treedt als voorzitter op.
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Om alle misverstanden te vermijden, ik wil ook geen tegenstrijdige berichten de pers in sturen. Zoals het project vandaag is, ben ik er volledig tegen. Ik heb duidelijk in de pers gezegd dat wij op die manier nooit meer meedoen. Dat was ongehoord, het was weggesmeten geld. Maar ik ga er inderdaad bij de kustburgemeesters op aandringen, als er een nieuw elan komt, met een duidelijke meerwaarde, dat we ervoor openstaan om dat project zeker te steunen. Ik heb mijn argumenten gegeven. Dank u wel, minister, voor uw uitleg.
De vraag om uitleg is afgehandeld.