Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, we hebben het hier al regelmatig gehad over het toekomstige radiolandschap, maar concrete beslissingen blijven uit en dat betekent dat het huidige Mediadecreet nog steeds van kracht is.
In artikel 134 van het Mediadecreet lezen we in het derde lid: “Ten minste een jaar voor het vervallen van de erkenning moet een nieuwe erkenningsaanvraag worden ingediend. Als de Vlaamse Regering geen beslissing heeft genomen zes maanden voor de erkenning vervalt, wordt de erkenning stilzwijgend verlengd voor een periode van een jaar, met behoud van de toepassing van de andere bepalingen van dit hoofdstuk.”
In artikel 242 is er een overgangsmaatregel daarvoor: “De beperking tot de resterende duur van de lopende erkenningsperiode, vermeld in artikel 134, geldt enkel voor erkenningen die worden uitgereikt na de datum van inwerkingtreding van dit decreet. Radio-omroeporganisaties die een erkenning en vergunning gekregen hebben voor de datum van inwerkingtreding van dit decreet, behouden hun erkenning en vergunning voor de duur die bepaald was op het moment van de uitreiking van de erkenning of vergunning. Alle erkenningen en vergunningen die voor de inwerkingtreding van dit decreet werden uitgereikt aan particuliere radio-omroeporganisaties, blijven gelden tot 25 september 2016.” Dat is belangrijk. “Erkenningen en vergunningen die aan particuliere radio-omroeporganisaties worden uitgereikt na de inwerkingtreding van dit decreet vervallen op 25 september 2016.”
Uit die twee artikels samen valt af te leiden dat de particuliere radiozenders het best de afgelopen weken opnieuw een erkenningsaanvraag indienden, omdat 26 september 2016 intussen minder dan een jaar verwijderd is. Als zij hun toekomst willen veiligstellen, konden zij dat het best doen, vooral ook omdat er nog onduidelijkheid was over uw plannen, minister. U hebt al wel eens wat in de pers gezegd, maar officieel hebben zij nog niets vernomen.
Minister, ik heb enkele vragen over die termijn. U kondigde in de pers aan dat u de huidige erkenningen zou verlengen in afwachting van een nieuw frequentieplan en een aangepast Mediadecreet. Daar gaan we intussen allemaal van uit, maar toch. Waarom werd dat niet officieel aan de radiozenders meegedeeld?
Bij gebrek aan officiële communicatie houden de zenders zich aan de bepalingen van het huidige Mediadecreet. Bent u op de hoogte van nieuwe erkenningsaanvragen? Hoeveel werden er ingediend en kregen de aanvragers een antwoord? Zo ja, wat was het antwoord?
Wat is de timing voor het nieuwe radiobeleid? Wanneer zult u het Mediadecreet wijzigen en wanneer plant u een nieuw frequentieplan?
Er is een tweede luik aan mijn vraag, een ander dossier met betrekking tot de uitvoering van het Mediadecreet over de particuliere radiozenders. Er is weinig media-aandacht aan geschonken, maar het volledige netwerk van radioketen Story FM is recent overgenomen door FamilyRadio. FamilyRadio is een product van Vlacora BVBA. Het is nu te horen op alle frequenties van Story FM, behalve ergens in Antwerpen stad. Vlacora BVBA ziet het netwerk van FamilyRadio nu plots uitbreiden naar 33 frequenties. Er zitten ook ‘dubbels’ bij. Daarmee bedoelen we: voor Leuven en Lier zijn er bijvoorbeeld twee frequenties met hetzelfde product. Ook in Herentals zou dat het geval zijn. Er is de 105.7, die vermeld wordt in de frequentielijst, maar ook de 107.7. Een franchisestation in dezelfde stad met hetzelfde product dus.
Bijkomend is Vlacora BVBA ook de exploitatiemaatschappij achter radionetwerk ClubFM. Dit product is te horen volgens hun frequentielijst op 54 frequenties. Onderaan beide websites www.radioclubfm.info als www.familyradio.be is de naam Vlacora BVBA duidelijk vermeld. De groep Vlacora BVBA bezet zodoende maar liefst 87 frequenties met één landelijk product, frequenties die initieel voor lokaal gebruik bestemd waren. Er is volgens ons geen enkele lokale ontkoppeling van programma’s, maar het is wel mogelijk om per frequentie te adverteren.
Dat doet ons denken aan het verhaal dat ik hier bracht op 25 juni 2015 over Nostalgie. Men neemt graag de lusten, maar niet de lasten. Nochtans is het huidige Mediadecreet heel duidelijk. In artikel 145, paragraaf 1, punt 2c, staat : “De lokale radio-omroeporganisaties brengen dagelijks een aanbod van lokale informatie met aandacht voor de aankondiging en verslaggeving van sociaal-culturele, sportieve, economische en politieke gebeurtenissen in het verzorgingsgebied. De dagprogrammering van de lokale radio-omroeporganisatie bevat minstens drie journaals, die gericht zijn op het verzorgingsgebied. Voor de journaals is een hoofdredacteur verantwoordelijk. Elk journaal bevat ook lokale onderwerpen.”
Wij zijn in de commissie, allemaal hoop ik, voorstander van een divers en pluralistisch aanbod en tegenstander van de verschraling van de radiomarkt. Het is toch vrij schrijnend dat in 2003, bij de vorige erkenningsronde, netwerken als Vlacora BVBA het, door een mooi ogend uitgeschreven dossier vol beloofde lokale content, vaak hebben gehaald van mensen uit de streek met goede ambities om échte lokale radio te maken, zoals het decreet het voorschrijft, zoals de wens was van de decreetgever. Ik wil u dan ook oproepen om bij het uittekenen van het toekomstige radiobeleid er alles aan te doen om dergelijke situaties te vermijden. Wij willen daar in elk geval aan meehelpen.
Minister, ik heb een aantal concrete vragen over dit dossier. Welke controles worden er momenteel uitgevoerd op de naleving van de bepalingen van artikel 145 van het Mediadecreet?
Voorziet u in bijkomende controlemechanismen op de correcte opvolging van artikel 145 in het nieuwe frequentieplan en het hieraan gekoppelde aangepaste Mediadecreet?
Op welke manier denkt u een onderscheid te zullen maken tussen de netwerken enerzijds en de onafhankelijke radiozenders anderzijds opdat frequenties voor lokale radio niet worden bezet door een landelijke speler?
Minister Gatz heeft het woord.
Voorzitter, mevrouw Brouwers, sta me toe om te zeggen dat ik uw vraag heel terecht vind, ook al is het niet aan een minister om dit te zeggen: alle vragen zijn terecht. Maar ik begrijp dat u de bestaande onrust in het radiolandschap voor een stuk vertolkt. Ik zal proberen om u enige geruststelling en het nodige perspectief te geven.
We weten natuurlijk allemaal dat het een heel complexe oefening is, een evenwichtsoefening tussen de landelijke radio-omroepen, de vroegere regionale radio-omroepen en de lokale radio-omroepen, met daartussen – dat haalde u in het tweede deel van uw vraag correct aan – de ketenradio’s.
Een toekomstgerichte herziening vergt niet enkel een aanpassing van het Mediadecreet, ook de verschillende uitvoeringsbesluiten met betrekking tot de radio-omroep zullen moeten worden aangepast, evenals het procedurebesluit voor de Vlaamse Regulator voor de Media (VRM). De kans is zeer reëel dat ook het frequentieplan zal moeten worden gewijzigd. En afhankelijk van de aanpassingen die we daar doorvoeren, kan deze aanpassing mogelijk ook nog aanleiding geven tot internationale coördinaties met de buurlanden over deze frequenties, hoewel ik – dat wil ik duidelijk zeggen – dat laatste wil vermijden.
Deze complexiteit heeft tot gevolg dat het niet mogelijk is om de nodige decretale en andere wijzigingen te vervolledigen voor 25 september 2016. Ik heb daarom de piste geopperd en de doelstelling uitgesproken om deze datum uit te stellen, wat de facto neerkomt op een verlenging van de erkenningen. Dat ik dit niet officieel gecommuniceerd heb aan de radiosector – dit is voor een stukje de oorzaak van de onrust – heeft te maken met het feit dat dit nog niet decretaal gewijzigd is en ik geen engagementen kan nemen tegen het Mediadecreet in, anders had ik dat wel gedaan.
Het is logisch en correct dat een aantal radio-omroepen een nieuwe erkenningsaanvraag hebben ingediend conform het Mediadecreet. Zolang het decreet niet gewijzigd is, dient het ook gevolgd te worden. Verschillende aanvragen kwamen binnen bij de VRM, de administratie en op mijn kabinet. In totaal gaat het om 36 aanvragen die binnen zijn, dat is natuurlijk een beperkte groep ten opzichte van het gehele landschap. Ik zeg u gewoon hoeveel er binnen zijn, ik zeg dus niet dat er andere binnen hadden moeten zijn. Laten we zeggen dat deze verenigingen een voorzorgsmaatregel hebben getroffen.
De aanvragers hebben tot op heden nog geen formeel antwoord gekregen. Uiteraard proberen we hen mondeling wel enige toelichting te geven. Conform het Mediadecreet beschik ik over een termijn van zes maanden om een antwoord te bezorgen.
In het eerste jaar van deze legislatuur hebben mijn kabinetsmedewerkers en ikzelf gesproken met verschillende stakeholders. Dat wil zeggen dat op basis daarvan diverse scenario’s werden onderzocht door onze ingenieurs. Ook het Mediadecreet werd onder de loep genomen. Ook heb ik bijkomend een financieel-economische impactanalyse laten uitvoeren met betrekking tot een aantal scenario’s.
Deze studie wordt in de loop van de maand oktober definitief opgeleverd, dan is het moment van de waarheid stilaan aangebroken. Ik wil immers mijn toekomstige beslissing nemen op basis van een goede argumentatie en van feiten, niet op basis van indrukken en losse ideeën. Het gaat over beleid, over juridische mogelijkheden en beperkingen en over technische mogelijkheden en beperkingen. Een en ander heeft, zoals u weet, ook een algemeen economisch kader. Al deze informatie, die nauwgezet bijeen gespaard werd de voorbije maanden, wordt momenteel grondig verwerkt en afgewogen.
Ik kan u meegeven dat ik op basis van deze informatie in het begin van volgend jaar zal aangeven op welke wijze ik het toekomstig radiolandschap vorm wil geven. Dan zal het kader duidelijk zijn. Dat is dan ook het startschot om het technische werk aan te vatten en het decreet te wijzigen en om parallel het frequentieplan af te stemmen. Daarna kunnen de nodige uitvoeringsbesluiten worden opgemaakt. U begrijpt dat dit een tijdrovende oefening is die heel wat weken en maanden in beslag zal nemen vooraleer alles rond en goedgekeurd is. In tegenstelling tot wat men zou verwachten op basis van het relatieve stilzwijgen van de voorbije maanden – ik heb u aangegeven waarom, het is een beetje de zaak van de kip en het ei – zal ik wel degelijk tijdig en duidelijk communiceren wanneer op basis van een aangepast frequentieplan en binnen de contouren van een gewijzigd decreet, een nieuwe erkenningsronde zal plaatsvinden.
Mevrouw Brouwers, ook al neem ik uw bekommernis over de door u aangehaalde ketenradioproblematiek mee, ik zal me voorlopig niet uitspreken over individuele dossiers. Ik zal dat over geen enkele radiozender doen. Maar ik heb u goed beluisterd: ik denk dat de bekommernissen die u hebt geuit over diversiteit en verschraling ook de mijne zijn. Ze worden meegenomen in de hele oefening. Ik zal me vandaag niet uitspreken over een specifiek dossier, dat zal globaal gebeuren.
U vroeg ook of er controles worden uitgevoerd op de naleving van de bepalingen van artikel 145 van het Mediadecreet. Als omroepen zich niet zouden houden aan de voorwaarden van het decreet en de uitvoeringsbesluiten en dus hun erkenningen, dan komt het niet aan mij als minister toe om hier op te treden, maar aan de VRM als toezichthouder op het Mediadecreet. De lijst met uitgevoerde luisteronderzoeken die de VRM steekproefsgewijs uitvoert, wordt maandelijks geactualiseerd en gepubliceerd op de website van de Vlaamse Regulator voor de Media, namelijk onder de rubriek ‘radio, tv en netwerken’, doorklikkend naar monitoring van radio-uitzendingen. De uitgevoerde controles zijn enerzijds luistercontroles die ofwel ter plaatse in het zendgebied van de radio gebeuren of, indien de radio zijn omroepsignaal ook via de eigen website streamt, vanuit de kantoren van de VRM. Twee medewerkers van de VRM voeren anderzijds gemiddeld twee tot drie dagen per week veldcontroles uit en leggen technische werkbezoeken af. De VRM stelt dat hij met betrekking tot de naleving van artikel 145 op dit ogenblik weinig problemen kan vaststellen.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, ik dank u. Het hele radiodossier is natuurlijk heel complex, dat weten we allemaal. Dat u daar de nodige tijd voor nodig hebt, daar hebben we ook alle begrip voor.
Er is mij iets niet echt duidelijk. Het decreet is wat het is. De radio-omroepen moesten hun erkenning opnieuw aanvragen vóór 26 december. U zegt dat het er 36 zijn. Wat is de juridische situatie van diegenen die dat niet hebben gedaan? Kunnen we dat nog corrigeren via het decreet? Het zou toch jammer zijn dat diegenen die zijn voortgegaan op wat er in de pers is verschenen, niet meer in aanmerking zouden komen. De juridische situatie lijkt mij op dit moment moeilijk.
Met diegenen die wel correct hebben gehandeld volgens het decreet zal er wellicht geen probleem zijn. Maar wat dan met die anderen? Dat is mij na uw antwoord nog niet zo duidelijk.
Ik zal toch eens een kijkje nemen op de website van de VRM om te zien of ze naar FamilyRadio of die frequenties hebben geluisterd. Misschien kunnen zij dan de nodige maatregelen nemen. Het is inderdaad niet aan u, zoals u terecht hebt opgemerkt. Ik zal dat verder bekijken. Het is maar één voorbeeld en misschien moeten we ons niet uitspreken over individuele dossiers. Dat kan wel allemaal zo zijn, maar het optellen van al die dossiers in de loop der jaren, sinds 2003, maakt wel dat we een ander landschap hebben dan we eigenlijk als decreetgever hadden bedoeld. Ik hoop dat we er in het komende jaar, de komende twee jaren aan kunnen werken om dat te verbeteren.
De heer Vandaele heeft het woord.
Wat mevrouw Segers zegt, is natuurlijk waar. Er rijzen in de sector heel wat vragen en er bestaat wat ongerustheid. Blijkbaar zijn er al mensen die aanvragen doen enzovoort. Persoonlijk zou ik zeggen: laat ons eerst die regelgeving, de voorwaarden en de criteria netjes opschrijven. Tot zolang heeft het volgens mij weinig zin om aanvragen te doen. Het lijkt mij een absurde situatie. We moeten zo snel mogelijk duidelijkheid scheppen.
Minister, u hebt al aanduiding gegeven van het kader dat u ziet. We weten dat er wat tijd verloren is gegaan met dit dossier, ook in de vorige legislatuur. Ik denk dat we inderdaad zeer snel een heel goede timing moeten hebben en hoe dan ook aan die regelgeving, aan dat kader moeten werken om te komen tot een divers radiolandschap maar ook een economisch leefbaar radiolandschap. Dat hebben we al een aantal keren gezegd. Het zal misschien niet gemakkelijk zijn, maar we moeten ervoor zorgen dat het economisch leefbaar blijft.
Als er criteria zijn, moeten ze natuurlijk ook worden gevolgd. Het was zeker in de vorige ronde zo dat men met een mooi dossier kwam, soms de concurrentie daarmee de loef afstak, maar uiteindelijk, zodra de goedkeuring was verkregen, daar verder zijn laars aan lapte. Dat moeten we in de toekomst vermijden.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Ik wil mij graag aansluiten bij de terechte bekommernis van mevrouw Brouwers. De vraag om uitleg die zij heeft gesteld, is inderdaad heel belangrijk. De essentie is dat we moeten blijven vrijwaren dat we de echt lokale diversiteit van het radiolandschap bewaren, dat de echt lokale radio’s hun plaats kunnen krijgen, maar dat ze tegelijkertijd leefbaar moeten zijn. We moeten daarin een compromis vinden.
Ik denk dat we in deze moeilijke situatie twee dingen moeten doen. Snel én grondig – soms moet dat kunnen: én snel én grondig – werk maken van de communicatie naar de indieners, om duidelijk te maken dat ze hun vergunning niet verliezen omdat ze niets hebben ingediend, en ook werk maken van de procedures en het herschrijven van het decreet. Volgens mij ligt de flessenhals bij het uitschrijven van de procedure en de criteria voor de toekenning bij de VRM. Die is nu niet waterdicht en moet dat wel worden. Wat de controles betreft, denk ik dat de VRM zijn werk doet. Het doel moet zijn om de spookradio’s en de landelijk verdoken netten eruit te krijgen en de kans te geven aan de echt lokale radio’s.
Minister Gatz heeft het woord.
Ik wil de zaak naar de essentie brengen naar aanleiding van de laatste betogen. Een aantal elementen zijn daarbij belangrijk. Eerst is er het economische aspect. Ik heb het dan over alle radio’s, van de nationale topradio’s tot de minder bekende, waar het economische aspect misschien minder relevant is. De radio’s maken ook deel uit van het ecosysteem. Dat wilden we nauwgezet onderzoeken. Het is een belangrijk element, of we dat nu willen of niet.
Verder is er het element van onze politieke doelstellingen: de diversiteit enzovoort, het bewaken van de verschillende evenwichten, ook van de oorspronkelijke decreetgever, over lokale radio’s en dergelijke.
Er is ook een juridisch element. Er wordt hier gezegd dat een aantal procedures werden omzeild en dat we die achterpoortjes moeten sluiten.
Het sluitstuk is het technisch element, met de frequenties. Dat element blijft zijn beperkingen kennen. Ik spreek niet over het hele DAB+-verhaal (digital audio broadcasting), dat hier onlosmakelijk mee verbonden is.
We hebben stilaan zicht op al die elementen samen. Ik heb u ook gezegd wanneer een bepaalde studie wordt opgeleverd. Op dat ogenblik zal het mogelijk zijn om het Mediadecreet te wijzigen. Die volgorde wil ik respecteren. Als ik het Mediadecreet heb gewijzigd, dan kan ik in een procedure van rechtszekerheid oproepen tot een nieuwe erkenningsronde. Ik kan het nu niet doen, want anders ga ik in tegen het Mediadecreet. Ik weet dat het een zwaktebod is dat ik mij als minister met een juridisch argument moet verdedigen, maar de uitvoerende macht wordt wel geacht om de wetten van dit land na te leven. Dat is toch niet onbelangrijk.
Wanneer het Mediadecreet gewijzigd is, gaat heel de cascade van start. Dan moeten we inderdaad een rechtszekere procedure lanceren, met een nieuwe oproep voor erkenning. Met andere woorden: diegenen die nu een erkenning hebben aangevraagd, hebben een maatregel van voorzorg genomen. Maar er komt wel degelijk een duidelijke en heldere communicatie – ik denk in de volgorde die de heer Vandaele heeft aangegeven – die we zullen opvolgen.
Ondanks het feit dat het zo kan lijken, hebben wij absoluut niet stilgezeten. Ik denk dat we nu een 3D-zicht hebben op de radiowereld in Vlaanderen vandaag en de radiowereld die we in de toekomst willen. Vanuit de afsluiting van die visie de komende weken zullen we het hele mechanisme in gang zetten, met de juiste communicatie en de rechtszekerheid voor alle mogelijke aanvragers in de toekomst.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Ik stel vast dat er in de commissie grote eensgezindheid heerst.
Ik wil nog even reageren op wat de heer Vandaele zei. Als hier decreten zijn aangenomen, dan moeten ze worden nageleefd, niet alleen door de minister maar ook door de betrokkenen. We zien dat slechts 36 betrokkenen de aanvraag hebben ingediend, wat de situatie juridisch complexer maakt. Ik ben tevreden met het geruststellend antwoord van de minister over de geplande aanpassing van het decreet zodat iedereen opnieuw gelijk aan de start kan vertrekken. We zullen daar zeker aan meewerken. Ik ben misschien nogal legalistisch, maar ik denk dat aangezien slechts een deel van de betrokkenen de aanvraag correct heeft ingediend volgend het decreet en een ander deel niet, de aanpassing noodzakelijk is om problemen te vermijden. Ik roep de collega’s op om daar samen aan mee te werken in de komende maanden. Aan de leefbaarheid van de zendgebieden, ook voor lokale radio’s, moeten we in de toekomst de nodige aandacht besteden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.