Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
Vanaf 26 september 2015 geldt een nieuwe Europese regelgeving voor verwarmingstoestellen en warmwatertoestellen. Er worden twee eisen vooropgesteld. Ieder toestel moet een minimale energieprestatie hebben en voldoen aan milieucriteria. Dat gebeurt via een label. We hebben intussen genoeg discussies gehad over labelen, over de manier van labelen en over de uitreiking van certificaten.
De markt formuleerde echter tal van bemerkingen. Ze staan in mijn vraag vrij technisch omschreven. De minimale energieprestatie geldt niet voor alle toestellen. Men maakt een onderscheid tussen installaties tot 70 kilowatt en dan tot 400 kilowatt. Binnen een bepaald label zouden gradaties mogelijk zijn. De timing van januari 2018 zou ook een probleem vormen. Vaak staan de toestellen in appartementsgebouwen beheerd door een syndicus. Daar moeten niet alleen ontzettend veel installaties worden vervangen, maar ook een schouw, want het zijn atmosferische ketels, ze moeten in een gesloten verbrandingskamer staan. Men waarschuwt de consument om zich niet te laten overdonderen en snel snel een toestel te kopen zonder label maar met gigantische kortingen. Ten slotte waarschuwt men voor de achterpoortjes. Als men enkel de brander vervangt en niet de ketel, moet men niet voldoen aan het label, enkel als men een volledige installatie vervangt.
De Europese regelgeving moet worden omgezet. We doen uiteraard niet aan ‘gold plating’. We moeten toch opletten dat er geen misleiding van de consument kan zijn.
In verband met de ketels type B1, dat zijn de atmosferische ketels met een waakvlam, hoe gaat u deze implementatie aanpakken?
Ik heb ernaar gezocht en niets gevonden. De federaties/organisaties geven geen feedback, enkel de markt zelf. Hebt u wel informatie gekregen van beroepsfederaties? Moet er bijgestuurd worden, ja of nee?
Minister Turtelboom heeft het woord.
De handhaving van de Europese verordeningen inzake ecodesign en productlabeling is de bevoegdheid van de federale overheid, namelijk de FOD Leefmilieu en de FOD Economie. Vanuit de Vlaamse overheid heeft het Vlaams Energieagentschap (VEA) het initiatief genomen om de communicatie naar de burger zo veel mogelijk te stroomlijnen om de consument zo duidelijk mogelijk te informeren. Hiervoor werd vanaf mei 2015 een tijdelijke werkgroep samengesteld, met vertegenwoordigers van de Vlaamse Confederatie Bouw en de Bouwunie, diverse vertegenwoordigers van de overheid, namelijk het VEA, het beleidsdomein Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE), de FOD Leefmilieu, de FOD Economie en het Waalse Gewest, en de verwarmingssector en aanverwanten, namelijk de Belgische sectorassociatie voor thermische technieken (ATTB), Cedicol, de Koninklijke Vereniging van Belgische Gasvaklieden (KVBG-Cerga) en de Organisatie voor Duurzame Energie Vlaanderen (ODE Vlaanderen).
Het resultaat van deze werkgroep is de samenstelling van een uitgebreide lijst met veelgestelde vragen, gevalideerd door de deelnemers van de werkgroep. Ze staan sinds begin september op www.energiesparen.be van het VEA. Een groot deel van de vragen handelt over de verplichting om al dan niet een condensatieketel te plaatsen in appartementsgebouwen. De huidige Europese verordening staat als overgangsmaatregel tot 1 januari 2018 toe om, in geval van een gemeenschappelijke schouw, alsnog een open, atmosferische ketel, de zogenaamde B1-ketel, te plaatsen.
Vooral vanuit veiligheidsoverwegingen raadt de Vlaamse overheid aan in geval van vervanging zo veel mogelijk nu al de schouwaanpassing door te voeren en een condensatieketel te plaatsen.
Bijsturing van de verordening moet op Europees niveau worden geregeld. Via de tijdelijke werkgroep worden diverse problemen gesignaleerd aan de bevoegde administraties op het federale niveau.
Als ik het goed begrijp, is die werkgroep niet op bijkomende opmerkingen gekomen waardoor er zaken zouden moeten worden bijgestuurd.
De vraag om uitleg is afgehandeld.