Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
Uit een verhuurdersenquête blijkt dat slechts 2 procent van de huurders zelf actief vraagt naar het EPC-attest (energieprestatiecertificaat) van de huurwoning. Conform de Vlaamse regelgeving dient de verhuurder van een woning verplicht een EPC te hebben op het ogenblik dat hij de woning te huur aanbiedt. Daarenboven dient de verhuurder dit EPC voor te leggen aan potentiële huurders. Terwijl de verhuurder het originele exemplaar bijhoudt, wordt aan de huurder een kopie van het EPC bezorgd.
Een EPC geldt voor tien jaar, tenzij er belangrijke werken worden uitgevoerd. Het attest is een zinvol instrument dat heel wat informatie verschaft aan de huurder, ook over het energieverbruik. Zo kan hij een inschatting maken van de energiekosten.
Ik was dan ook verwonderd dat slechts 2 procent van de huurders zelf naar het attest vraagt. Er zijn geen cijfers over het aantal verhuurders dat een certificaat aanbiedt.
Wat kunt u ondernemen om het EPC-attest van huurwoningen beter bekend te maken bij potentiële huurders? Wat zijn mogelijke sancties indien verhuurders geen EPC laten opmaken of kopie overhandigen aan de huurder? Worden inbreuken actief opgespoord?
Minister Turtelboom heeft het woord.
De verhuurdersenquête, waarnaar u verwijst, is mij niet bekend. Dat is een probleem. Ik heb enkel een klein artikel met wat cijfermateriaal teruggevonden in de pers. Het is dan ook zeer moeilijk om op basis van het voorgelegde cijfer van 2 procent conclusies te trekken en maatregelen voor te stellen.
Dat het EPC op bepaalde vlakken zijn doel mist en geen meerwaarde biedt: ik dacht dat we allemaal die conclusie al getrokken hadden. Op zich zijn deze cijfers dus niet verwonderlijk. Een huurder is niet de persoon die de energie-investeringen aan een huurwoning moet uitvoeren; deze zijn altijd uit te voeren in samenspraak met de verhuurder.
Er is inderdaad een split incentive als het gaat over het energiezuiniger maken van woningen. De verhuurder maakt de investeringen; de huurder heeft het voordeel van de lagere energiekosten. De verhuurder heeft ook nog de mogelijkheid om de huurprijs bij te stellen aan het einde van een periode bij een 3-6-9-contract, na 3 jaar dus. De mogelijkheden zijn beperkt, maar er zijn wel mogelijkheden. Ik zeg dit erbij omdat het weinig gekend is. De drempel voor de verhuurder om te investeren in energie-efficiëntie, zegt men, ligt bij de huurder. Maar er zijn dus oplossingen.
Wat voor mij veel belangrijker is, is dat 71 procent van de verhuurders bereid is investeringen te doen in de woning als hierdoor de huurprijs mag worden opgetrokken. In dat verband zal het initiatief van mijn collega Homans om een energiecorrectie door te voeren, cruciaal zijn om al dan niet investeringen uit te lokken. Voor mij is dat nog altijd de kern van de zaak, ook al zijn er vandaag al mogelijkheden.
U weet, en ik besef ook tezelfdertijd, dat het EPC vandaag te weinig meerwaarde biedt voor verhuurder en huurder. Daarom werk ik via het Renovatiepact aan het renovatieadvies. Verhuurders vragen ook dat zij worden bijgestaan in de fasering van de werken, daarom moeten we bij deze hervormingen ook aandacht hebben voor ontzorging.
Dit zijn voor mij de twee belangrijkste aandachtspunten. Maar huurwoningen zijn voor mij heel belangrijk, want een groot deel van de woningen zijn in slechte staat. Via het Renovatiepact moeten we goed nadenken hoe we die woningen versneld kunnen aanpakken.
Als laatste punt is het momentum waarop een renovatie geïnitieerd kan worden, cruciaal. Bij huurwoningen is dit minder van belang. Huurwoningen worden nu eenmaal meer overgedragen dan woningen in eigendom.
Dat betekent dat een verhuurder meer kansen heeft om tijdens de levenstermijn van een woning een energetische renovatie te doen. Daardoor verbetert het comfort van de woning. Maar het nadeel is dat in een bepaalde periode, ook al is die periode beperkt, de woning niet kan worden verhuurd. Dat is dan ook weer een drempel voor de verhuurder om het te doen, omdat hij dan huurinkomsten moet derven.
De problematiek van de kwaliteit van de huurwoningen is echt een zorg voor mezelf maar zeker ook voor minister Homans. Wij zoeken naar manieren om incentives te creëren. Het grote verschil tussen bijvoorbeeld Duitsland en Vlaanderen is dat je daar heel grote verhuurderscorporaties hebt die vele tientallen woningen in patrimonium hebben en waarbij het een onderdeel is van een beleggingsportefeuille. Blijven investeren in die beleggingsportefeuille houdt de portefeuille op termijn op niveau. In Vlaanderen hebben we heel veel verhuurders die twee of drie appartementen verhuren. Dat wordt beschouwd als een aanvullend inkomen en veel minder als een beleggingsportefeuille die op termijn op niveau moet worden gehouden. Dat maakt dat ik niet zomaar naar het buitenland kan kijken om te weten welke voordelen daar gelden, om ze dan hier in Vlaanderen te implementeren. De structuur van onze verhuurdersmarkt is gewoon anders dan in Duitsland, Nederland of Frankrijk. Het is, net zoals bij de energie-efficiëntie bij bedrijven, mijnheer Bothuyne, iets waar we moeten blijven zoeken om ingangen te vinden. We hebben ingangen, net zoals bij de bedrijven, maar het zou allemaal sneller moeten kunnen.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Het was een artikel in Het Belang Van Limburg, dat het had over de verhuurdersenquête van 8 september.
Dat is het enige wat we vinden. De enquête zelf vinden we niet.
Ik heb daarmee het probleem willen aankaarten. Er is een discrepantie tussen de verhuurders en de huurders. U hebt mijn vraag gedeeltelijk beantwoord. Het is misschien nuttig dat we deze vraag ook eens stellen aan minister Homans, die bezig is met dergelijke initiatieven.
De heer Danen heeft het woord.
We hebben al een paar keer, ook in de plenaire vergadering, gesproken over de EPC-attesten. We hadden het ook over het gebrek aan kwaliteit ervan. De kwaliteit van het advies bij de energierenovatie laat ook vaak te wensen over. Minister, ik hoor in uw antwoord dat u aan dat laatste wilt werken, dat u dat advies wilt verbeteren. Zijn er in het EPC-attest als dusdanig nog vorderingen vast te stellen, zodat we daar een beter kwalitatief instrument van kunnen maken? Als er iets kwalitatief niet zo goed is, ga je daar minder aandacht aan besteden. Dat is misschien een van de verklaringen waarom huurders daar minder naar vragen. Minister, zijn er al stappen gezet om dat instrument op te waarderen?
Minister Turtelboom heeft het woord.
Dat is een van de redenen waarom we in het Renovatiepact ook de optie van een woningpas hebben opgenomen. Dit doen we niet om extra papieren te introduceren, die zijn er al genoeg, maar om het attest meer een leidraad te laten zijn voor wat er moet gebeuren. Vandaag is er het attest met de waarden, punt. Maar die waarden zijn van belang om te zien hoe we ze het snelst kunnen doen dalen. Kun je dat door het dak te renoveren, of moet je muren aanpassen? In plaats van een waarde moet het veel meer een interpretatie zijn, zodat je kunt weten wat je moet doen om de grootste rendementen te halen en waarmee je het best kunt starten. Het moet veel meer een leidraad zijn. Het moet je helpen bij wat je moet doen in plaats van enkel te zeggen dat de woning energetisch niet in orde is. Uit alle enquêtes blijkt dat de nood aan ontzorging groot is. Dat rapport kan je helpen om te ‘lezen’ wat je met je woning moet doen.
We werken dit najaar aan de verbetering van de opleiding. We weten dat de kwaliteit ervan niet altijd voldoende is. Dat bleek onlangs nog uit een onderzoek van Het Nieuwsblad.
De vraag om uitleg is afgehandeld.