Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Vraag om uitleg over diepe geothermie en groene warmte
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
De SERV en de Minaraad publiceerden op 7 september 2015 een advies over diepe aardwarmte naar aanleiding van het voorontwerp van decreet, eerste lezing op 17 juli. In de eerste plaats onderschrijven we dit decretaal initiatief.
In de nota van de SERV en de Minaraad komen twee belangrijke opmerkingen weer. Eén gaat over het optimale ondersteuningsmechanisme en twee over het ‘regulatoire’ karakter. Regulatoir niet alleen omtrent rechten en plichten van degenen die er zich op aansluiten of van degenen die de warmte erop plaatsen, maar ook om technische regels af te spreken om toe te laten dat verschillende warmtenetten later ook kunnen worden gekoppeld. Dat is belangrijk. Het is geen diep aardewarmtenet zoals men in Antwerpen gaat doen. Daar zie ik heel veel initiatieven, maar ze praten niet met elkaar. In Roeselare zie ik hetzelfde. Met zulke dure investeringen waarmee men elektriciteit gaat produceren en een warmtenet gaat aanleggen, moet men toch een technisch reglement opstellen waardoor men de installaties kan koppelen. Ik denk aan de buitenlandse voorbeelden. In Wenen zit alles op één lus aangesloten.
Op welke manier gaat u rekening houden met het rapport van de SERV en de Minaraad?
De heer Bothuyne heeft het woord.
Er zijn ontwikkelingen op het vlak van diepe geothermie en groene warmte. VITO is aan het boren op de Balmattsite in Mol. Beide zijn van belang voor het halen van onze groenestroomdoelstellingen. Er zijn stappen gezet. Er is ondersteuning via strategische ecologiesteun. U hebt de groene warmte gelanceerd, minister. Er is een ontwerp van decreet in voorbereiding dat moet zorgen voor een vergunningsstelsel voor het opsporen en het winnen van aardwarmte. Dit ontwerp van decreet werd voorlopig goedgekeurd op de ministerraad van 17 juli 2015.
Ondanks deze positieve evolutie op het terrein en regelgevend, missen we toch nog een globale beleidsvisie over groene warmte. Dat lazen we in ieder geval in de adviezen van de SERV en de Minaraad van 28 mei en 7 september 2015. Dat laatste ging over diepe aardwarmte. De opmaak van dergelijke ruime beleidsvisie lijkt ons in de eerste plaats wenselijk omdat er een afstemming zou moeten gebeuren tussen verschillende beleidsdomeinen die samen het gebruik van groene warmte maximaal kunnen ondersteunen, maar ook omdat er overeenstemming gevonden moet worden tussen verschillende beleidsniveaus over het gebruik van de ondergrond in Vlaanderen.
Bij de opmaak van die globale beleidsvisie mag niet alleen oog zijn voor de vele voordelen van diepe geothermie maar moet in elk geval ook rekening worden gehouden met eventuele negatieve effecten. De conceptnota betreffende ‘het beleid van de Vlaamse Regering inzake diepe aardwarmte’ die ook werd goedgekeurd in juli, is hiertoe zeker een goede aanzet. Maar het idee om hierover een gedachtewisseling te houden, is voor de regeling der werkzaamheden.
Wanneer het water van op een voldoende grote diepte opgepompt kan worden, kan het niet alleen warmte geven. De temperatuur van het water kan voldoende hoog zijn om er elektriciteit mee te produceren. Het gebruik van diepe geothermie lijkt ons vooral aangewezen – op termijn – in combinatie met een warmtenet. Voor het gebruik van een warmtenet zijn er echter nog obstakels die weggewerkt moeten worden. Deze zijn in de voorbije maanden allemaal al eens ter sprake gekomen in de commissie Energie. We hebben het gehad over de EPB-berekening (energieprestatie en binnenklimaat), die niet is aangepast aan het gebruik van warmtenetten, waardoor de gezinnen die gebruik zouden maken van een warmtenet, bestraft worden en extra investeringen moeten doen.
Hoe zal de prijszetting gebeuren? Wat bij wanbetaling? Wie zal de warmtenetten mogen aanleggen? Er is nood aan een technisch reglement.
Hoe wilt u komen tot een globale beleidsvisie rond groene warmte, zoals de SERV en Minaraad vragen? Wie zal betrokken worden bij de opmaak van deze beleidsvisie? Welke timing ziet u hiervoor?
Wat is de stand van zaken rond de oprichting van een kennisplatform diepe geothermie? Zal de ervaring die VITO opdoet met deze boring, gedeeld worden met de andere actoren op het terrein?
Wat is de stand van zaken in verband met het verzekeren van putboringen? In Nederland bestaan daar voorbeelden van. Wat zal Vlaanderen doen?
Op welke termijn zal de EPB-berekening aangepast zijn zodat de negatieve invloed van een warmtenet op de EPB-berekening wordt weggewerkt?
Is er al meer duidelijkheid over hoe de prijszetting zal gebeuren in geval van een warmtenet? Wat moet er gebeuren in geval van een wanbetaling? Is de VREG al bezig met de opmaak van een technisch reglement? Kunt u ons daar iets meer over vertellen?
Minister Turtelboom heeft het woord.
Net als jullie ben ik ervan overtuigd dat groene warmte, en geothermie in het bijzonder, een belangrijke rol kunnen vervullen in het bereiken van onze doelstellingen inzake hernieuwbare energie. Welk aandeel de verschillende hernieuwbare energiebronnen daarbij kunnen invullen, is aangegeven in de subdoelstellingen die voor groene warmte, groene stroom en duurzaam transport voor elk jaar tot 2020 zijn vastgelegd. Daarbij werden voor de verschillende technologieën die groene warmte produceren, jaarlijkse subdoelstellingen vooropgesteld.
Inzake warmtenetten wordt momenteel in een beleidsplatform een reguleringskader ontwikkeld. Alle belangrijke stakeholders zijn vertegenwoordigd in dit beleidsplatform: netbeheerders, bedrijfsfederaties van grote verbruikers, energiebedrijven en toeleveranciers, sectororganisaties decentrale producenten, onderzoeksinstellingen, de VVSG, lokale besturen, administraties Ruimtelijke Ordening, Landbouw, Leefmilieu, Openbare Werken en de VREG. Dit overleg wordt ook mee ondersteund door het Warmtenetwerk Vlaanderen, dat een vijftigtal stakeholders groepeert.
Op basis van dit overleg is een beleidsvisie voor het reguleringskader voor warmtenetten in opmaak. In de loop van 2016 kan het uitgewerkte regelgevingskader dan worden vastgelegd in het Energiedecreet en het Energiebesluit. De beleidsvisie zal onder andere een concreet voorstel bevatten voor de procedure die moet worden gevolgd bij wanbetaling voor warmteleveringen. Uit het overleg met de stakeholders blijkt dat er op dit moment geen dringende behoefte is aan een technisch reglement voor warmtenetten. In de energieregelgeving zal ik al wel een juridische basis voor dergelijk technisch reglement laten opnemen.
De prijszetting voor warmteleveringen is een federale bevoegdheid. Binnen het Energie-Overleg tussen de Federale Staat en de Gewesten (ENOVER) is op onze vraag een werkgroep opgericht die de federale aspecten met betrekking tot warmtenetten zal bekijken. Een eerste thema daarbij is de mogelijkheid om ook voor warmtenetten in categorieën beschermde afnemers en sociale maximumtarieven te voorzien, zoals die momenteel bestaan voor elektriciteit en aardgas. De eerste vergadering vond begin oktober plaats.
De ondersteuning van groene warmte via de halfjaarlijkse calls werd begin 2015 geëvalueerd en aangepast. Het toepassingsgebied werd uitgebreid naar geothermie en een aantal toekenningsvoorwaarden werden versoepeld. De volgende call zal lopen van half oktober tot half november. Momenteel loopt ook overleg met het Agentschap Ondernemen om te komen tot een maximale afstemming tussen de ondersteuning via deze calls en via de strategische ecologiesteun.
Een ontwerpbesluit tot wijziging van de energieprestatieregelgeving is principieel goedgekeurd op 10 juli. Dit ontwerpbesluit voorziet onder andere in de mogelijkheid om warmtenetten gefaseerd uit te bouwen, en de mogelijkheid om te kiezen tussen defaultwaarden en gedetailleerde waarden voor externe warmtelevering. Voor een aantal technische knelpunten, waaronder de rekenmethode voor de zogenaamde combilus, werd binnen het EPB-platform een studie opgestart om op korte termijn een onderbouwde oplossing voor te stellen. Een wijziging van het Energiebesluit werd in dit verband reeds voor een tweede maal principieel goedgekeurd en ligt voor advies bij de Raad van State.
De aanpassing van het decreet Diepe Ondergrond – wat betreft het invoegen van een hoofdstuk over het opsporen en het winnen van aardwarmte alsook over het invoegen van het hoofdstuk inzake een structuurvisie voor diepe ondergrond – is inmiddels principieel goedgekeurd. Het verdere goedkeuringsproces zal ik, samen met mijn collega Schauvliege, opvolgen. In dit decreet wordt in een concessiesysteem voorzien om de verschillende toepassingen van de diepe ondergrond optimaal op elkaar af te stemmen.
Op 21 januari 2015 heeft het kabinet van mijn collega bevoegd voor het leefmilieu in het kader van dat decreet een klankbordgroep georganiseerd. Voor meer informatie hierover verwijs ik u door naar minister Schauvliege.
Ik heb tot slot mijn administratie de opdracht gegeven om op zeer korte termijn de mogelijkheden voor een verzekeringsregeling voor diepe geothermie te onderzoeken, waarbij ook met de ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV) en de administratie Leefmilieu zal worden overlegd welke rol zij hierin kunnen spelen.
U ziet: het gaat vooruit.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Blijft dan enkel de vraag over het technisch reglement voor dergelijke concepten of systemen. Acht u dat opportuun of niet?
Voor de diepe ondergrond?
Ja. Of laten we de vrije markt toe en laten we iedereen boren op zijn manier?
De heer Bothuyne heeft het woord.
Ik dank u voor uw uitgebreide antwoord, minister. Er wordt enorm veel voorbereid. Op elk aspect dat we aangehaald hebben, kunt u aantonen dat u ermee bezig bent. Er zijn een aantal zaken op komst.
Met betrekking tot het technisch reglement heb ik begrepen dat er vanuit de sector geen vraag naar is en dat de VREG daar niet verder aan werkt.
Het technisch reglement omtrent warmte dan.
Minister Turtelboom heeft het woord.
We voorzien in een decretale basis voor het technisch reglement, maar er is op dit moment geen echte nood om er een uit te schrijven. Als die nood er komt, zal men met die decretale basis vrij snel kunnen ageren.
We kunnen de vrije markt laten spelen, mijnheer Gryffroy, maar onder bepaalde voorwaarden. Het gaat wel over boringen in de diepe ondergrond waar huizen op staan. De voorwaarden moeten echt wel vervuld zijn en de degelijkheid gegarandeerd.
Het is goed om de vraag te stellen, maar we zijn momenteel nog bij VITO bezig met de proefboringen. Janssen Pharmaceutica moet nog starten. We staan aan het begin van hopelijk een mooi maar toch ook nog lang proces.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.