Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Vraag om uitleg over het flankerend beleid voor de uitbouw van kampeerautoterreinen
Verslag
De heer Verstreken heeft het woord.
De mobilhome of kampeerauto is een populair toeristisch transportmiddel. Dat blijkt uit cijfers van de sectororganisatie European Caravan Federation. In een jaar tijd is de verkoop met 10 procent gestegen. Niet alleen kapitaalkrachtige 50-plussers maar ook jongeren zijn steeds meer gewonnen om er met een mobilhome of een gelijkaardig voertuig op uit te trekken.
– Jan Van Esbroeck treedt als voorzitter op.
Ik heb deze vraag voor de zomer ingediend, maar ook voor de toekomst lijkt het me niet onbelangrijk om dit te blijven opvolgen zodat een en ander kan veranderen.
Aan het begin van het toeristische seizoen werden we opnieuw geconfronteerd met het gebrek aan aangepaste parkeerplaatsen voor mobilhomes. Vooral aan de kust is er een groot tekort maar ook elders in Vlaanderen zijn er niet voldoende parkeerplaatsen, ondanks vele vragen in de commissie Toerisme, resoluties en een actieplan inzake kampeerautotoerisme.
De problematiek werd onlangs nogmaals aangekaart op Radio 2 West-Vlaanderen. Deze problematiek doet zich overal voor. Mobilhomes worden geweerd uit stadscentra, maar aan de kust is er nog een ander specifiek probleem.
Toerisme Vlaanderen en de kampeersector lanceerden samen het nieuwe label ‘kampeerautovriendelijke logies’ maar voorlopig is de lijst met deelnemende campings nog vrij beperkt. In Oost-Vlaanderen gaat het om één camping en in West-Vlaanderen om slechts twee campings.
Minister, u verklaarde in de beleidsnota Toerisme 2014-2019 dat faciliteiten voor kampeerauto’s extra stimulansen zouden krijgen. U wilt bovendien aan de lokale overheden vragen om het aantal parkeerplaatsen voor kampeerauto’s uit te breiden.
Minister, wat is de stand van zaken in verband met het gebrek aan parkeerplaatsen voor kampeerauto’s? In welke mate hebt u daarover al overleg gehad met de (kust)burgemeesters? Zijn er al maatregelen gepland om het aantal parkeerplaatsen uit te breiden? Indien ja, welke? Ik krijg heel veel klachten. Die mensen gaan ook naar de lokale horecazaken, verteren geld, doen terrasjes, maar om de haverklap krijgen ze verkeersboetes voor overtredingen.
In hoeverre worden bestaande campings gestimuleerd om kampeerplaatsen voor te behouden voor kampeerwagens? Hoe komt het dat er nog weinig campings het label kampeerautovriendelijke logies hebben? Ik weet dat mensen bereid zijn om geld uit te geven om op een goede plaats te staan maar ze worden vaak wandelen gestuurd.
Welke inspanningen worden er geleverd om het aantal kampeerautovriendelijke logies te doen stijgen?
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Ik ben blij dat de heer Verstreken, die ook aan de kust woont, niet ver bij mij vandaan, partijoverschrijdend deze problematiek wenst aan te pakken.
In de voorbije jaren is de verkoop van kampeerauto’s sterk toegenomen. Helaas blijft het voor de eigenaars een moeilijke zaak om er in Vlaanderen mee op reis te trekken, want het aantal kampeerautoplaatsen blijft beperkt. Vooral aan de kust, toch een kampeerbestemming bij uitstek, blijft het aanbod zeer klein. Ook in Bredene, de campinggemeente bij uitstek aan de Vlaamse kust, worden we met die problematiek geconfronteerd.
Dat heeft te maken met een aantal factoren die men onder andere terug kan vinden in het eindrapport van de studie ‘Kampeerautotoerisme aan de Vlaamse Kust’ uit 2008. Deze studie werd uitgevoerd in opdracht van Toerisme Vlaanderen en de toenmalige minister van Toerisme, Geert Bourgeois. Een van de voornaamste knelpunten die beletten dat er meer plaatsen voor kampeerauto’s worden gecreëerd aan de kust, is de lage bereidheid van eigenaars van kampeerauto’s om op vergunde plaatsen te staan. Het gaat dan over één op twee eigenaars. Redenen daarvoor zijn het verlies aan vrijheidsgevoel, de hoge kostprijs van de overnachtingen op een vergunde plaats en de aanwezigheid van eigen faciliteiten in de kampeerauto.
Een tweede knelpunt is dat er bij de campingexploitanten koudwatervrees bestaat om over te stappen op aangepaste voorzieningen. Ik heb daarover overleg gepleegd met een aantal kampeeruitbaters uit mijn eigen gemeente.
Slechts twee campings aan de kust halen momenteel het label van kampeerautovriendelijk logies: de campings Kompas in Nieuwpoort en Westende.
Redenen hiervoor zijn onder andere de benodigde investeringen in extra verharding op het terrein, de enorme weersafhankelijkheid van deze logiesvorm en het feit dat deze plaatsen eigenlijk goedkoper verhuurd zouden moeten worden. Bovendien moet de sector afrekenen met oneigenlijke concurrentie als gevolg van wijdverbreid wildkamperen.
Een derde knelpunt is het feit dat de kust een dichtbevolkt gebied is met dure grondprijzen. Hierdoor is het niet evident om een geschikte plaats te vinden voor de aanleg van een nieuw kampeerautoterrein, laat staan om het op korte termijn enigszins rendabel uit te baten.
Kort samengevat, de internationale campingsector is in volle evolutie, maar Vlaanderen dreigt door talrijke knelpunten de boot te missen. Men zou dan verwachten dat de Vlaamse overheid een krachtig flankerend beleid voert dat de toekomst van de kampeersector aan de kust op zijn minst probeert te vrijwaren. Wat lees ik echter als enige maatregel in de beleidsnota Toerisme hierover? Ik citeer: “Bovendien vraag ik de lokale overheden om het aanbod aan kampeerautoterreinen te vergroten in de omgeving van jachthavens of langs de groenblauwe netwerken.”
Minister, ik kan u garanderen dat er meer acties nodig zullen zijn om de vele problemen op te lossen waar deze sector mee te maken heeft. Ik zie de lokale overheden trouwens ook niet bij machte om dit probleem eigenhandig en alleen aan te pakken. Ik wil dan ook vragen dat Vlaanderen zijn verantwoordelijkheid opneemt en zelf ook de nodige stimulansen geeft om de uitbouw van het autokampeertoerisme aan de kust aantrekkelijk, financieel haalbaar en rendabel te maken.
Ik had daarom drie concrete vragen voor u. Welke concrete overkoepelende maatregelen zult u nemen om als Vlaamse overheid deze problematiek inzake de beperkte parkeerplaatsen voor kampeerauto’s op te lossen?
Wat zult u doen om campings ertoe aan te zetten om maatregelen te nemen of om hun terreinen in te richten specifiek voor kampeerauto’s?
Wat zult u doen om de lokale overheden ertoe aan te zetten om kampeerautoterreinen aan te leggen?
Minister Weyts heeft het woord.
Voorzitter, laat me beginnen met u allebei ietwat gelijk te geven, maar de ene misschien nog wat meer dan de andere. Ik ga akkoord dat de kampeerauto een tweede leven aan het beleven is. Dat is uitermate positief. Op dit moment worden er in België driemaal meer motorhomes verkocht dan caravans. Dat is opvallend. Er zijn ongeveer 50.000 motorhomes ingeschreven. Dit zijn cijfers van de Belgian Caravan-Camping and Motorhome Association (BCCMA), en dat is 17 procent meer dan in 2012. Er is dus zeker sprake van een toenemende populariteit.
De kernvraag is of ons aanbod aan parkeerplaatsen volstaat. Ik geef u even wat cijfers hierover. In Vlaanderen beschikken we over bijna 7400 theoretische vergunde en aangemelde plaatsen voor kampeerauto’s. In West-Vlaanderen zou het over ongeveer 3300 plaatsen gaan. Ik spreek natuurlijk opzettelijk over ‘theoretische’ kampeerplaatsen. We moeten immers een onderscheid maken tussen drie soorten plekken waar kampeerauto’s in principe terechtkunnen.
In de eerste plaats zijn er de zogenaamde kampeerautoterreinen, die gedefinieerd zijn in het Logiesdecreet, zoals dat vandaag nog bestaat, en in de bijhorende uitvoeringsbesluiten. In Vlaanderen zijn er 24 vergunde en 11 aangemelde kampeerautoterreinen met in totaal 400 plaatsen. Daarvan liggen er 11 vergunde in West-Vlaanderen met in totaal ongeveer 166 plaatsen. Aan de kust zijn er twee vergunde kampeerautoterreinen: in Nieuwpoort en in Westende. Ze bieden samen plaats aan 63 mobilhomes. Ook daar is er zeker nog ruimte voor verbetering.
Een tweede element zijn de kampeerautoplaatsen op de zogenaamde openlucht recreatieve terreinen, zeg maar de campings, verblijfparken en vakantieparken. Wij hebben in heel Vlaanderen 24 kampeerterreinen met het kampeerautovriendelijk label. Het gaat om de vergunning van ongeveer 200 kampeerautoplaatsen.
Niet alle kampeerautoplaatsen zijn vergund, vandaar dat Westtoer het aantal werkelijke standplaatsen voor motorhomes in juli van vorig jaar heeft geteld. Westtoer kwam uit op 308 standplaatsen aan de kust. Sindsdien zijn er nog ongeveer 60 bij gekomen. Tellen we daar nog eens de 63 standplaatsen op de vergunde kampeerautoterreinen bij op, dan komen we uit op ongeveer 450 plaatsen. Dat is toch al een aanzienlijk cijfer.
En dan houden we nog geen rekening met het feit dat een kampeerauto in principe ook geplaatst kan worden op een zogenaamde ‘toeristische kampeerplaats’ of een kampeerplaats voor kortkampeerders. Iedere grote camping heeft zulke plaatsen voor kortkampeerders. Het is zo dat iedere grote camping in principe zelfs over 30 van dergelijke kampeerplaatsen voor kortkampeerders beschikt. Kleinere campings worden geacht minstens 15 procent van hun totaal aantal kampeerplaatsen als standplaatsen voor kortkampeerders te voorzien. Dat is toch wel wat capaciteit. Als we dit allemaal in rekening brengen, komen we op een theoretisch aanbod van 7400 plaatsen.
Een derde soort standplaatsen voor kampeerauto’s zijn de gewone parkeerplaatsen waar het is toegelaten om een beperkt aantal nachten te overnachten, en die zijn uitgerust met een beperkt aantal voorzieningen zoals een lozingspunt en/of waterkraantje. Deze standplaatsen worden gereguleerd door de gemeente. Elke gemeente beslist autonoom over het al dan niet aanbieden van deze faciliteiten.
Wat dit laatste type kampeerplaatsen betreft, kan ik u nog meegeven dat lokale besturen, en dat geldt ook aan de kust, soms wat koudwatervrees hebben om gratis overnachtingsplaatsen op een parkeerterrein aan te bieden. Ik heb daar alle begrip voor, want op korte termijn rendeert dat niet, die bezoekers geven immers niets uit op het moment van overnachting. Toch moet ik dit nuanceren. Uit buitenlandse studies, zoals een studie van het Nederlandse Kenniscentrum Kusttoerisme blijkt dat ook een aantal gratis plaatsen moet worden aangeboden naast de betalende. Uit onderzoek blijkt dat meer dan 90 procent van de ‘camperaars’ kiest voor een speciaal daartoe voorziene locatie. Dat kan een camping of een specifieke overnachtingsplaats voor campers zijn. Wildkamperen is uitstervende. Daarover bestaat een misvatting. In onze contreien stellen we vast dat het wildkamperen absoluut is afgenomen. Het is natuurlijk ook zo dat ook lang niet alle gewone parkeerplaatsen in aanmerking komen als standplaats voor kampeerauto’s, want je moet ook rekening houden met de verkeersafwikkeling, mogelijke overlast en dergelijke meer.
De vraag naar extra parkeerplaatsen aan de kust en bij uitbreiding in heel Vlaanderen, is niet nieuw. Ik geef u even een overzichtje van wat Toerisme Vlaanderen ter zake al gedaan heeft in de afgelopen periode.
Toerisme Vlaanderen heeft in 2008 een studie ‘Onderzoek bij de kampeerautotoeristen aan de Vlaamse Kust’ laten uitvoeren door Westtoer.
Wanneer Toerisme Vlaanderen om advies wordt gevraagd bij ruimtelijke uitvoeringsplannen, stimuleert het de gemeenten om in bepaalde gevallen ook in ruimte te voorzien specifiek als kampeerautoterrein.
Er is de financiële ondersteuning door Toerisme Vlaanderen van de bouw van kampeerautoterreinen en de creatie van kampeerautoplaatsen op campings. In 2012 werd de mogelijkheid geboden aan de uitbaters van vergunde recreatieve openluchtterreinen om een subsidiedossier in te dienen voor het aanleggen en inrichten van kampeerautoterreinen en de creatie van kampeerautoplaatsen op campings. Er werden toen vier dossiers ingediend, maar er was geen enkele West-Vlaamse camping bij. De mogelijkheid werd dus wel gecreëerd.
Bovendien labelt en promoot Toerisme Vlaanderen kampeerautovriendelijke kampeerterreinen. Het aantal terreinen met zo’n label is ondertussen gestegen tot 24, waarvan 7 aan de Vlaamse kust.
Ik durf gerust te stellen dat er al wel wat acties zijn ondernomen, ook met succes. Daarbij trachten we zowel ondernemers als gemeenten ertoe aan te zetten om de noodzakelijke investeringen te doen. In veel gevallen dragen we ook bij.
Concreet zijn er nog drie initiatieven die ik wil vermelden. Ten eerste subsidieert Toerisme Vlaanderen een project van Westtoer voor een bedrag van maar liefst 131.000 euro. Het project is getiteld ‘Kampeerautotoerisme aan de Kust: een kampeerautovriendelijke Kust’ en heeft als hoofddoelstelling het kampeerautotoerisme aan de kust te stimuleren. In een eerste fase richt het project zich op een kennisoverdracht aan de gemeenten en de ondernemers. Daarbij plaatst men de tendensen, de groeiende markt, de vraag en de economische rendabiliteit van dergelijke investeringen voor het voetlicht. Het tweede luik van het project zal zich richten op de kampeerautogebruiker zelf. Het werkt zowel op de aanbod- als de vraagzijde. Een gerichte communicatie naar de doelgroep wordt opgezet, om het aanbod bekender maken en de kust als een unieke bestemming voor kampeerautotoerisme te promoten. Uiteraard wil ik lessen trekken uit dit project en daarna bekijken hoe we de resultaten kunnen meenemen voor de rest van Vlaanderen.
Ten tweede plan ik om volgend jaar de knelpuntennota uit 2008 te actualiseren, in samenwerking met de belangrijkste stakeholders, waaronder vanzelfsprekend de kustburgemeesters. We willen die vernieuwen en kijken naar inspirerende voorbeelden over de grens. We denken aan France Passion in Frankrijk of Fattore Amico in Italië. Op specifieke locaties bijvoorbeeld bij wijnboeren treft men voorzieningen en daarover wordt dan ook promotie gevoerd. Het is opnieuw een kwestie van beleving en authenticiteit.
Tot slot voorzie ik ook in een financiële ondersteuning. Binnen de nieuwe oproep voor logiespremies, die gepland is voor begin 2016, krijgen vergunde recreatieve openluchtbedrijven de mogelijkheid om een dossier in te dienen om kampeerautoplaatsen aan te leggen en te voorzien van de noodzakelijke faciliteiten, zoals lozingspunten. Op dit moment ligt dit voorstel ter advies voor bij het adviescomité Toeristische Logies.
U merkt dat we de problematiek van de kampeerautoterreinen en -wagens au sérieux nemen. We hebben er heel wat aan gedaan, doen dat nog en we zijn nog veel van plan. Met succes, want eind juni kondigde vzw Pasar bijvoorbeeld aan dat ze ongeveer honderd bijkomende kampeerplaatsen voor kampeerauto’s wenst te realiseren op de twee Kompascampings aan de kust en het vakantiecentrum Corsendonk Duinse Polders in Blankenberge. Ook op de camping Westende en de camping Poldervallei, beide aan de kust, zou telkens een dertigtal plaatsen bijkomen voor kampeerauto’s.
En uiteindelijk is dat de betrachting van ons beleid: door de juiste impulsen te geven en door te steunen willen we ervoor zorgen dat toeristische ondernemers en gemeenten initiatieven nemen en investeren. Ik heb de verschillende categorieën gegeven. De gemeente kan met redelijk beperkte investeringen desgewenst zorgen voor een gastvrij onthaal. Ze kunnen hun gemeente goed equiperen in functie van het aantrekken van kampeerwagens.
De heer Verstreken heeft het woord.
Dank u wel, minister. Ik ben onder de indruk van uw zeer uitgebreid antwoord. Het is mooi dat u die zaak ter harte neemt. U zegt dat er nog ruimte is voor verbetering. Toerisme Vlaanderen heeft inderdaad al een en ander gedaan het afgelopen jaar, maar het is goed dat de nota van 2008 nog eens onder de loep wordt genomen. Het is ook goed dat er stimulansen worden gegeven aan uitbaters van campings, dat er overleg wordt gepleegd met de kustregio’s en andere toeristische organisaties.
Die Nederlandse studie lijkt me wel interessant. Ik ga dat proberen op te zoeken op het internet, of mocht u de coördinaten kunnen doorgeven. Het is altijd goed om ideeën op te doen en te kijken hoe ze het in het buitenland aanpakken. Je kunt Vlaanderen natuurlijk niet altijd vergelijken, we hebben minder ruimte.
Bepaalde zaken realiseer je niet meteen, maar het is mooi dat er initiatieven worden genomen met het oog op de lente en de zomer van 2016. We zijn er tijdig bij. Het is goed, zeker dat u bereid bent om voor de knelpunten zaken te veranderen in positieve zin.
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw uitgebreide toelichting. Uw nota spreekt boekdelen, u wilt er iets aan doen. Daar ben ik blij mee. Het wordt belangrijk om de kustburgemeesters er van heel nabij bij te betrekken. Zij worden geconfronteerd met de problematiek, zeker in de zomerperiode, vooral omdat veel kampeerauto’s de weg naar de juiste plaats niet vinden. De flankerende maatregelen, zoals de communicatie en de coördinatie voor de gemeentebesturen, moet de Vlaamse overheid nemen, zodat de kampeerauto’s hun weg vinden naar de juiste plaats.
Ik ben ook bij dat de knelpunten van 2008 onder de loep zijn genomen en dat er diverse initiatieven worden genomen. Dat item laat ik zeker op de agenda plaatsen van het eerstvolgende kustburgemeestersoverleg, zodat we ons daarmee verder kunnen bezighouden en eventueel andere problematieken aan u kunnen doorspelen.
De heer De Meulemeester heeft het woord.
Minister, ik dank u ook voor uw uitgebreid antwoord. Het tekort aan parkeerplaatsen voor kampeerauto’s is al vrij lang gekend, maar de problematiek is door de jaren heen precairder geworden, door de stijgende populariteit van de kampeerauto’s de laatste jaren. Uit de studie van de European Caravan Federation blijkt dat de verkoop de laatste jaren met maar liefst 10 procent is gestegen. Dat is niet weinig, en het is opmerkelijk dat die ook is gestegen bij jongeren. Het is belangrijk dat jongeren ook die vorm van toerisme hebben gevonden.
In 2011 heb ik de problematiek ook al aan de orde gebracht bij toenmalig minister van Toerisme Bourgeois. Toen bleek dat we achterliggen tegenover de buurlanden, wat zorgt voor een concurrentiehandicap voor Vlaanderen bij de parkeerautotoeristen. Minister, het lijkt me nuttig dat, naast de in 2008 gemaakte haalbaarheidsstudie, waarvan u nu terecht zegt dat het tijd is voor actualisatie, er ook een onderzoek gebeurt naar een gericht promotiebeleid en betere communicatie. In 2011 hebben we al gepleit voor kaarten en brochures, die duidelijkheid verschaffen aan toeristen die met een kampeerauto reizen.
Ik sluit me aan bij de eis van de heer Vandenberghe om vooral de kust te voorzien van aanvullende kampeerautoplaatsen. Die is zeker terecht. Maar het mag niet enkel de kust zijn die die aandacht verdient. We hebben in het verleden ook al gepleit voor een goede spreiding van parkeerplaatsen over heel Vlaanderen.
Als u wilt inzetten, minister, op toerisme voor de kunststeden en de groene trekpleisters, toch ook belangrijk als geheel voor Vlaanderen, is een flankerend beleid enorm belangrijk om aandacht te hebben voor kampeerautoplaatsen.
Wat we moeten vermijden, zijn de illegale parkeerplaatsen voor kampeerauto’s. Daar hebben we toch mee te maken. Het kan tot overlast leiden. Qua veiligheid is het ook geen goede zaak. 4 jaar geleden waren er in totaal 261 legale plaatsen en maar liefst 399 illegale plaatsen. Is die situatie ondertussen bijgesteld in de goede richting, minister? Beschikt u over concrete cijfers of er gedurende de voorbije 4 jaar verbetering is ingetreden voor de illegale plaatsen? Hopelijk zijn die verminderd.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Het is goed dat het onderwerp vandaag aan bod komt. Er is ruimte voor verbetering wat het aantal kampeerautoplaatsen betreft. Intussen hebben Pasar en andere privéverenigingen daaraan aandacht besteed aan de kust. Het is ook belangrijk dat we dat doortrekken in heel Vlaanderen. Dat gebeurt dankzij de inspanningen van Westtoer en Toerisme Vlaanderen. Zij hebben daarop ingezet. Ik wijs vooral op het project van Westtoer om te sensibiliseren. Ze benadrukken dat zwerfwagentoeristen misschien voor die overnachting heel weinig betalen, maar wel een belangrijk return on investment genereren voor de lokale economie. Ze gaan shoppen, eten, drinken. Het is belangrijk in de toeristische sector. Dat moeten we aan de verschillende kustburgemeesters en bij uitbreiding alle burgemeesters duidelijk maken.
De lokale besturen hebben uiteraard autonomie, ook belangrijk, maar ze moeten optreden als regisseur voor de toeristische ondernemers in de brede logiessector. We hebben gesproken over kampeerautoterreinen en campings die plaatsen openstellen voor zwerfwagens. We moeten het geheel bekijken. De lokale besturen moeten die ondernemers ertoe aanzetten om er toch in te investeren. Pasar doet dat, maar privéondernemers worden zich er ook van bewust. We gaan in de goede richting. Lokale besturen moeten hun verantwoordelijkheid nemen. Het is inderdaad niet goed om illegale plaatsen te hebben. Dan creëer je als lokaal bestuur beter legaal een aantal plaatsen.
France Passion is inderdaad een inspirerend voorbeeld, om te kijken of er in de gemeente toch geen plaatsen zijn waar mensen, ondernemers of landbouwers, ertoe kunnen worden aangezet om een graantje mee te pikken door zwerfwagentoeristen toe te laten. We moeten naar een regietaak gaan voor de lokale besturen. Een lokaal bestuur zal pas zelf investeren in eigen infrastructuur als de privésector die taak niet opneemt. Daarom is het belangrijk dat we de privéondernemers in de toeristische sector blijven aanmoedigen. Het is een belangrijk deel van het aanbieden van logies.
Ik ben benieuwd naar de knelpuntennota van 2008, die zal worden geactualiseerd met de stakeholders. Ik kijk daarnaar uit.
Minister Weyts heeft het woord.
Mijnheer De Meulemeester, u vraagt naar de verhouding tussen het aantal legale en illegale plaatsen. Ik heb geen recente cijfers over het aantal illegale plaatsen, wel over de legale. Dat is mijn eerste bezorgdheid. En die heb ik gegeven. We komen aan meer dan zevenduizend kampeerautoplaatsen. Er zijn er al vierhonderd op vergunde aangemelde kampeerautoterreinen.
Daarnaast zijn er nog de specifieke plaatsen voorzien in het kader van de openluchtrecreatieve bedrijven, meer bepaald campings en vakantiecentra. Er zijn ook nog eens de gewone parkeerplaatsen die rudimentair zijn uitgerust waar het voor kampeerwagens toegelaten is om ze enkele dagen te gebruiken. Er is dus enkel een waterkraantje of een lozingsput. Er is wel al een serieuze vooruitgang in vergelijking met het cijfer dat daarnet is genoemd.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.