Verslag vergadering Commissie voor Wonen, Armoedebeleid en Gelijke Kansen
Verslag
De heer Hendrickx heeft het woord.
Via digitale verhuurplatformen zoals Airbnb wordt het onderverhuren van een sociale woning, bijvoorbeeld tijdens de eigen vakantie, een stuk eenvoudiger én moeilijker op te sporen. Enkele recente lotgevallen met Airbnb die de pers haalden, maakten ook duidelijk dat dit risico’s inhoudt: volledige inboedels verdwenen of huizen werden zwaar beschadigd. De terugvordering van de schade blijkt evenmin evident. Bij sociale woningen is dat, gezien de financiële situatie van sommige huurders en de krapte in het woonaanbod, te allen prijze te vermijden.
Minister, in uw antwoord op een schriftelijke vraag ter zake stelde u dat het Departement internationaal Vlaanderen in het kader van de controle op het Vlaamse Toeristische Logiesdecreet adressen van logies op de digitale huurplatforms verzamelt die dienen te worden aangemeld. U stelde dat de verhuurders van die logies worden aangeschreven met de vraag zich aan te melden en aan bepaalde brandveiligheidseisen te voldoen, en dat ze anders een boete van 250 euro riskeren. Ook zou u met de sector bekijken of hier maatregelen dienen te worden genomen.
Later verklaarde u dat het uitwisselen en koppelen van persoonsgegevens tussen Vlaamse overheidsinstanties niet zomaar zonder machtiging van de Vlaamse toezichtcommissie kan. Een machtigingsaanvraag duurt zestig dagen na het indienen van het dossier. Daarna dient de effectieve koppeling nog te worden gerealiseerd. Dit proces zal al gauw enkele maanden in beslag nemen. U wees er mij ook op dat enkel gemelde of vergunde logies zijn opgenomen en dat een koppeling dan ook niet 100 procent sluitend is omdat het de niet-aangegeven verhuringen niet vat.
Recente persartikels uit Nederland tonen alvast aan dat dit geen ingebeeld probleem is. De rechtbanken daar leveren al een hele tijd vonnissen af waarbij sommige Airbnb-aanbieders in sociale woningen tot uitzetting worden veroordeeld. Ook bij ons lijkt de kentering ingezet. Nadat de Vlaamse overheid eerst een actieve wervingscampagne bij Airbnb-aanbieders heeft gevoerd om zich, zoals verplicht, te registreren, volgt nu een hardere aanpak voor wie dat weigert. Zo mochten we in juni nog vernemen dat de BBI via een speciale cel het net afzoekt naar wie commercieel verhuurt via Airbnb of 9Flats en dat niet aangeeft.
Een ander probleem is het zogenaamde couchsurfen: hierbij vraagt de aanbieder geen vergoeding, maar laat hij bezoekers gratis verblijven. In dit geval is er geen sprake van onwettige onderverhuur, maar mogelijk wel van bijwoning. Het is belangrijk dat sociale huurders weten wat mogelijk is en dat er ze het verschil kennen tussen het ter beschikking stellen van een kamer voor couchsurfing of vrienden die een nacht komen overnachten en het onderverhuren van een kamer tegen een vergoeding.
Minister, wat is de stand van zaken met betrekking tot een koppeling van de toeristische databanken aan die van het sociale huurpatrimonium? In hoeverre is het uw ambitie om ook niet-geregistreerde aanbieders op te sporen? Plant u hiervoor initiatieven? Bent u op de hoogte van de zoekinspanningen van de BBI op sociale verhuursites? In hoeverre is hier een wisselwerking mogelijk, net als met de zoekinspanningen van internationaal Vlaanderen? Is de huidige regelgeving voldoende aangepast om met de verschillende vormen van tijdelijke bewoning om te gaan? Werd hierover reeds een beleidslijn ontwikkeld? Zo ja, welke? Is het aanmelden van iedere tijdelijk verblijf, zoals sommige sociale huisvestingsmaatschappijen vragen, opportuun?
Minister Homans heeft het woord.
Mijn antwoord zal kort zijn omdat veel van de vragen van de heer Hendrickx gaan over materies die niet tot mijn bevoegdheid behoren. Zo valt het Logiesdecreet onder de bevoegdheid Toerisme. De BBI behoort evenmin tot mijn bevoegdheid.
Ik ben het wel met u eens dat als er bepaalde vormen van fraude zijn, er dan wel een vlotte gegevensuitwisseling moet kunnen gebeuren.
Ik kom tot uw eerste concrete vraag. Een koppeling van databanken, dat weet u ook, is niet simpel. Momenteel is er bijvoorbeeld een koppeling van de databank van het sociaal huurpatrimonium met de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. We weten allemaal dat die koppeling niet werkt zoals ze zou moeten werken. Het nog maar eens een koppeling laten maken, heb ik voorgelegd aan de sectorfederatie, zijnde de Vereniging van Vlaamse Huisvestingsmaatschappijen (VVH). In juni hebben ze dat besproken op hun raad van bestuur en ze hebben mij en de administraties laten weten dat het onderverhuren van een sociale huurwoning aan toeristen via sites als Airbnb op dit moment geen probleem vormt in de sector. Zij hebben ook geen weet van gevallen, waar ik niet mee wil gezegd hebben dat het nergens in een particulier geval gebeurt. In ieder geval hebben zij er geen weet van. Wil dat dan zeggen dat we onze kop in het zand moeten steken? Nee, absoluut niet.
U legt eigenlijk een beetje de link naar illegale bijwoonst. Dat is natuurlijk een heel andere problematiek. Die gaat veel ruimer dan uw vraag over het verhuren van een sociale woning via Airbnb. Tegen illegale bijwoonst moeten we nog veel strenger optreden dan tot op heden is gebeurd. U weet ook dat we momenteel een wijziging van de Vlaamse Wooncode aan het voorbereiden zijn, die onder andere zal bestaan in het vergemakkelijken van het uitwisselen van gegevens tussen bijvoorbeeld de SHM’s en anderzijds ook de wooninspecteurs en de toezichthouders en de lokale en regionale overheden. Dat hier ook voor de Bijzondere Belastinginspectie een vlottere gegevensuitwisseling zou kunnen zijn, daarover ben ik het absoluut met u eens. Iedereen die fraude pleegt, moet worden gesanctioneerd, ook een sociale huurder. We zullen er ook voor zorgen dat de doorstroming van informatie op een veel betere manier kan worden georganiseerd.
Voorzitter, ik deel de bezorgdheid van de heer Hendrickx over de illegale bijwoonst. Dat kan niet. Dat moeten we aanpakken. Dat is eigenlijk een zware vorm van fraude. Maar de administratie en de koepelfederatie heeft momenteel geen weet van een systematiek van het verhuren van een sociale woning via Airbnb. Misschien is er wel ergens een geval, mijnheer Hendrickx, dat zal ik zeker niet betwisten.
De heer Hendrickx heeft het woord.
Minister, dank voor uw antwoord. U verstoppen achter het argument dat het uw bevoegdheid niet is, is niet uw gewoonte, een kordate aanpak daarentegen wel. Ik ontwaar dat ook in uw antwoord. U zegt dat deze problematiek, wanneer die zich voordoet, ook en vooral richting illegale bijwoning, hard moet worden aangepakt. Daar zijn we mee bezig, dat weet ik. Maar tegelijkertijd vind ik het vreemd – ik doe niets af van het antwoord – dat de VVH zegt dat ze het fenomeen niet onderkent. Dat is heel vreemd, want ik heb het zelf al een paar keer in de eigen woonmaatschappij gehoord. Ik heb hier en daar mijn licht opgestoken bij andere collega’s en die zeggen dat ze het ook al eens hebben meegemaakt. Ik hoop dat de VVH ervoor openstaat dat het een probleem zou kunnen zijn of worden, en dan ook mee op zoek gaat naar een aanpak van het probleem. We moeten toch vermijden dat sociale huurders zich zo steeds meer in nesten werken.
Dank u wel, we volgen het verder op.
De vraag om uitleg is afgehandeld.