Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
Mevrouw Remen heeft het woord.
Voorzitter, minister, geachte leden, uit een doorlichting van Screening4You bij 1808 ondernemingen is gebleken dat meer dan een kwart van onze Vlaamse kmo’s kampt met ernstige moeilijkheden en zonder ingrepen failliet dreigt te gaan. Ze worstelen allemaal met dezelfde problemen: een gebrek aan kennis over de bestaande steunmaatregelen en subsidies, te weinig parate financiële kennis, een te beperkt debiteurenbeheer, een gebrek aan langetermijnvisie en geschikte medewerkers en de angst om te groeien. Vaak blijkt dat enkele eenvoudige ingrepen meteen al een aanzienlijk positief effect kunnen hebben.
De Vlaamse Regering verbond zich in het regeerakkoord tot de oprichting van het Agentschap Innoveren en Ondernemen (AIO) als draaischijf voor innovatie en het stimuleren van ondernemerschap in Vlaanderen. We zagen ook al het voorstel tot hervorming van de kmo-portefeuille, meteen een voorbeeld van hoe een maatregel eenvoudiger, transparanter en meer laagdrempelig kan zijn voor de kmo’s en voor de groeibedrijven. Er is echter nog wat werk aan de winkel wat de communicatie over die aangereikte maatregelen aan de kmo’s betreft, teneinde die goed te informeren. Bovendien werd een paar maanden geleden ook het kmo-plan in het leven geroepen door de Federale Regering. Daarin worden concrete maatregelen aangekondigd om het leven van de kmo te vereenvoudigen. Daarbij werd gesteld dat een kwart van die actiepunten zou worden gerealiseerd tegen het einde van dit jaar. Het betreft maatregelen met betrekking tot financiering, faillissement- en herkansingsbeleid, administratieve vereenvoudiging en internationalisering van onze kmo’s: allemaal maatregelen met sterke regionale raakvlakken.
Minister, in welke mate wordt er een gericht communicatieplan uitgetekend wat het nieuwe pakket van maatregelen binnen het kmo-beleid betreft? Zijn Vlaamse maatregelen met betrekking tot administratieve vereenvoudiging, internationalisering en faillissementspreventie afgetoetst met het federale beleid, zodat de efficiëntie ervan gegarandeerd is en er niet nog een groter kluwen aan maatregelen ontstaat voor die kleine en middelgrote ondernemingen?
Minister Muyters heeft het woord.
Ik kan vrij kort zijn, maar ik denk dat het toch een goed antwoord zal zijn. Wat de nieuwe maatregelen betreft, zoals de kmo-portefeuille en de kmo-groeisubsidie, moeten we natuurlijk even wachten op een definitieve goedkeuring. Zoals ik daarstraks heb gezegd, is dit in juli principieel door de Vlaamse Regering goedgekeurd. Dan zijn er de adviesraden. Daarna bekijken we of we de conceptnota’s moeten aanpassen. Als die zijn aangepast, gaat dat terug naar de Vlaamse Regering, en dan naar de Raad van State. Dan zullen we zien of we dit moeten aanpassen op basis van het advies van de Raad van State, en dan hebben we een besluit. Ik zou het zonde vinden om uitgebreid te beginnen communiceren. Voor de kmo-portefeuille gaan we er immers van uit dat we werkelijk in april 2016 van start kunnen gaan. Nu zouden we dan aan de kmo’s zeggen dat we dat in april 2016 gaan veranderen. Je moet je timing daar dus ook wat op afstemmen.
Ook, stel dat de Raad van State zegt dat dit of dat niet mag, dan moeten we dat veranderen en hebben we slecht gecommuniceerd. Na een definitieve goedkeuring door de Vlaamse Regering zullen we echter uiteraard daarover communiceren. We zullen dat doen via mails aan dienstverleners en klanten, via de website van het agentschap, via de nieuwsbrieven, via de sociale media en zeker ook op events. Zo is 23 november de Dag van de kmo-portefeuille. Daar zullen we uiteraard ten volle de nieuwe kmo-portefeuille en de kmo-groeisubsidies gaan toelichten.
We hebben het daarnet nog gehad over heel dat pakket inzake ondernemerschapsbevordering, met de drie lijnen, de faillissementen, de aspecten die de heer Gryffroy naar voren heeft gebracht. Ook daarover zullen we communiceren ten behoeve van de ondernemers, wanneer de acties op het veld echt voelbaar zullen zijn. Dat zal tegen de zomer van 2016 zijn. Er is de oproep in november. Er zijn de onderhandelingen waarover ik het daarnet had. In april-mei wordt er begonnen. Tegen dan starten we dan ook echt met die communicatie.
Uiteraard kunnen we samen daarmee ook communiceren over dat ene loket, het Agentschap Innoveren en Ondernemen. Het lijkt me dat dit een sterke boodschap kan zijn, want we hebben dan toch echt sterk vereenvoudigd.
Wat het structureel overleg betreft, moet ik u het volgende zeggen. De kmo-portefeuille bestond. Ik vereenvoudig die. Wat we doen met de groeisubsidie, dat zijn eigenlijk ook vier bestaande subsidies die we sterk vereenvoudigd in het veld zetten. De faillissementspreventie heb ik daarstraks uitgelegd, net als heel de ondernemerschapsbevordering. Het gaat over louter regionale bevoegdheden. We vereenvoudigen sterk de maatregelen die bestaan. Men zou die dan nieuw kunnen noemen, maar eigenlijk gaat het over het sterk vereenvoudigen van het bestaande. Daarom heb ik daar tot nu toe geen contact over gehad. Het is mijn bevoegdheid. Als het over mijn bevoegdheid gaat, dan voel ik me niet geroepen om met de federale collega in contact te treden. Ik veronderstel dat, als minister Borsus een aantal zaken heeft die zich veeleer op ons terrein bevinden, hij mij dan contacteert. Ik heb hem gezien bij de uitstap met de koning in het kader van duaal leren en werken. We hebben het er kort even over gehad. Dat is iemand die het zeker goed bedoelt. Ik ga ervan uit dat hij met mij contact opneemt als hij dingen wil doen die zich op mijn terrein bevinden.
Mevrouw Remen heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Dat raakvlak tussen het federale en het Vlaamse is natuurlijk wel wat verwarrend voor onze kmo’s. Ik kom daar nog eens op terug. Jullie zitten in elkaars vaarwater, en het is te hopen dat daar duidelijk over wordt gecommuniceerd ten behoeve van de kmo’s. Dat zijn puur Vlaamse maatregelen. Die veertig actiepunten bevatten heel wat Vlaamse maatregelen. Ik hoop dat daar goed over wordt gecommuniceerd, met minister Borsus, in het belang van de kmo’s.
Ik wil het nog even hebben over onze Limburgse kmo’s. De situatie is daar immers moeilijker, met het Forddebacle. Er zijn 78.000 Limburgse kmo’s. Slechts 12 procent daarvan heeft de kmo-portefeuille aangevraagd. Wel heeft 10 procent de subsidie gekregen. Dat is dus al een zeer goede zaak, maar dat zijn toch bitter weinig kleine en middelgrote ondernemingen. In vergelijking met de andere Vlaamse provincies is dat aantal toch wel heel miniem. Daar wil ik toch extra de aandacht op vestigen. Zeker die Limburgse kmo’s zouden daar toegankelijker gebruik van moeten kunnen maken. Ik weet dat het een hele administratieve rompslomp is voor die kleine ondernemingen, maar ik weet dat u daar positief mee bezig bent, ook zeker met die vereenvoudiging.
Mevrouw Turan heeft het woord.
Mevrouw Remen, ik dank u ook voor de aanzet die u geeft. Dat is inderdaad ook een pijnpunt, dat ik al een hele tijd blijf aanhalen: de kleinere ondernemingen kunnen te weinig gebruik maken van de diverse mogelijkheden die worden geboden. Onze bevoegdheidsverdeling tussen Vlaanderen en het federale niveau maakt het er inderdaad niet gemakkelijker op voor die kleinere ondernemingen. Als je probeert iets op te zoeken via Google, dan kom je sowieso bij het ene of het andere terecht.
Minister, u zegt dat er een conceptnota is. Dat moet nog worden goedgekeurd. Dat gaat eventueel naar de Raad van State. Dat ging over die ondernemersschapssensibilisatie.
Maar is dat ook zo voor wat betreft de kmo-portefeuille en de kmo-groeisubsidies? U zegt dat u dat op de kmo-dag op 23 november gaat toelichten. Ik heb het niet begrepen. Wil dat dan zeggen dat we vanaf januari starten met de nieuwe ... (Opmerkingen van minister Philippe Muyters)
Dus pas in april. Maar u gaat het op 23 november al toelichten. (Opmerkingen van minister Philippe Muyters)
Dus wat betreft de kmo-portefeuille en de groeisubsidie, zal dat al ongeveer vanaf 23 november gereed zijn.
Ik wil de vraag van collega Remen bijsturen en versterken. Het is verwarrend. Er zijn nu de veertig acties vanuit het federale niveau gekomen. U zegt dat als het over uw domeinen gaat, u verwacht dat men u belt. Dan stel ik me de vraag hoe het komt dat de Federale Regering dat dan wel heeft goedgekeurd. Uw collega’s zitten daar ook in. Die hadden perfect kunnen zeggen dat men daar vanaf moest blijven, want dat het Vlaams is. Dat is niet gebeurd. Bij die veertig actiepunten zijn verschillende zaken waar ook onze Vlaamse kmo’s nu gebruik van kunnen maken. Dat zijn mogelijkheden. Acht u het dan ook niet nodig om in uw sensibiliserings- of informatiefolders en -momenten dat ook mee te geven aan de kmo’s? Los van de interne concurrentie, moet je op dit ogenblik kijken naar het maximaal informeren, stimuleren en betrekken van uw eigen Vlaamse kmo’s. Minister, bent u daartoe bereid?
Minister Muyters heeft het woord.
Dat is wat collega Remen ook naar voren brengt. We hebben nog een aantal agendapunten met federaal collega Borsus op te nemen. We zullen dit erbij zetten. Dat is een antwoord op uw vraag. Wat ik echt niet wil, is dat men federaal de kans krijgt om te zeggen wat wij moeten doen. Het blijft mijn bevoegdheid. Maar in de communicatie naar de kmo’s moeten we zien dat dat op elkaar aansluit. Dat wil ik graag bekijken met de collega. Het gaat dus niet over het inhoudelijke van wat wij moeten doen, maar wel naar het gemakkelijk maken voor de kmo.
Mevrouw Remen heeft het woord.
Er is ook gezegd dat een vierde van die actiepunten op het einde van het jaar gerealiseerd zou zijn. Welke actiepunten dat zijn, weten we niet. Dan moet er een goede afstemming zijn met uw kabinet voor die realisatie.
De vraag om uitleg is afgehandeld.