Verslag vergadering Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering en Stedenbeleid
Verslag
Mevrouw Lieten heeft het woord.
Minister, de Vlaamse Regering wil haar kas spijzen door de verkoop van een aantal gebouwen. Daarbij zou het ook gaan over twee provinciehuizen. Wat het provinciehuis van Limburg betreft, raamt u de inkomsten voor de Vlaamse Regering op 7,7 miljoen euro. Wat het provinciehuis van Oost-Vlaanderen betreft, wordt de opbrengst op 3,1 miljoen euro geraamd.
Ik vind het een beetje cynisch dat de Vlaamse Regering het Provinciefonds afschaft, dat de provincies geen opcentiemen meer mogen heffen, dat de provincies uit de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden moeten stappen zoals intercommunales, dat ze hun persoonsgebonden taken moeten overdragen en dat het personeel dat daar momenteel nog tewerkgesteld is, moet worden overgedragen, hetzij naar Vlaanderen, hetzij naar de gemeenten. In sommige provincies – en dat is heel afhankelijk van de beleidskeuzes die in het verleden in die provincies zijn gemaakt – gaat het over een aanzienlijke groep ambtenaren die werkzaam zijn op het vlak van cultuur, jeugd, welzijn en sport. Voor de provincie Limburg alleen al zijn 665 personeelsleden met die persoonsgebonden taken belast, met inbegrip van de bibliotheek en andere culturele instellingen.
Bij de overheveling van de federale taken naar het Vlaamse niveau naar aanleiding van de vijfde staatshervorming werd het aandeel in deze provinciehuizen van de Regie der Gebouwen al overgedragen aan de Vlaamse overheid.
U wilt nu taken, personeel en middelen wegtrekken bij het provinciale bestuursniveau. U slaat hen op de linkerwang en vraagt hen nu om ook hun rechterwang aan te bieden. U verwacht dat zij de Vlaamse begroting ondersteunen door het Vlaamse eigendomsdeel over te kopen. Zo heb ik het toch begrepen. Als u de provincies dan toch wilt afslanken en het personeel wilt overnemen, was het logischer geweest dat u het provinciegebouw zou overkopen. Ik had eerder de omgekeerde beweging verwacht.
Minister, hoe bent u tot dat voorstel gekomen? Hebt u daarover overleg gepleegd met de mede-eigenaars van de gebouwen die u nu identificeert als te verkopen? Is er in het bijzonder overleg geweest met het provinciale beleidsniveau om uw voorstel af te toetsen om te weten of zij bereid zijn om uw aandeel over te kopen en of zij daartoe de financiële mogelijkheden hebben? Kunnen zij dat nog opnemen in hun begroting na alle financiële moeilijkheden die u hun al hebt bezorgd? Is het niet logischer dat u die provinciehuizen overkoopt in plaats van ze te verkopen aangezien u in de toekomst nog slechts voorziet in een beperkt ambitieniveau voor de provinciebesturen?
Minister Homans heeft het woord.
Mevrouw Lieten, u haalt twee dossiers compleet door elkaar die niets met elkaar te maken hebben. Dit dossier valt onder mijn bevoegdheid Bestuurszaken en Facilitair Bedrijf. U legt de link met de afslanking van de provincies. Dat zijn maatregelen die vallen onder de bevoegdheid Binnenlands Bestuur.
Twee weken gelezen heb ik samen met de minister van Cultuur vanuit de bril van de vastgoedpolitiek van de Vlaamse overheid, een aantal krantenartikels gelezen met titels die me de wenkbrauwen deden fronsen. Het gaat, voor alle duidelijkheid, niet over u, mevrouw Lieten. Ik citeer: “De deal van Homans is pervers. De deputatie weigert het bedrag te betalen om het gat in de Vlaamse begroting te dichten.”
Bij de begrotingscontrole 2015 is afgesproken dat 10 miljoen euro uit de verkoop van vastgoed van de Vlaamse overheid zou worden gestort in de algemene middelen. In bepaalde krantenartikelen was er sprake van 81 miljoen euro. Alle verkopen van de Vlaamse overheid zijn op één post gezet. Mijn verantwoordelijkheid vanuit het Facilitair Bedrijf bedraagt 10 miljoen euro. Als ik me niet vergis, stond dat bedrag van 81 miljoen euro in het Belang van Limburg.
Voor we het Vlaams administratief centrum (VAC) in Hasselt en in Gent hadden, werd het personeel van de Vlaamse overheid gehuisvest in de gebouwen van de Vlaamse provinciebesturen. Wij hebben nu een VAC in Hasselt en in Gent. De Vlaamse overheid benut die gebouwen niet van de provincie, en dan is het niet onlogisch om die te verkopen. Dat lijkt me een bewijs van goed bestuur en beheer.
Ik vind het dan ook de logica zelf dat we eerst aan de mede-eigenaar vragen of hij geïnteresseerd is, in casu het provinciebestuur, om het aandeel van de Vlaamse overheid over te kopen. Ik leg de nadruk op ‘vragen’, het was absoluut geen verplichting.
Zijn er onderhandelingen geweest? Ja, natuurlijk wel, ik kan u een aantal data geven. De beslissing is al genomen in 2014, want ons VAC in Hasselt was klaar. De gesprekken met het provinciebestuur zijn blijven lopen tot half 2015. Ik kan u wel meedelen dat het provinciebestuur van Limburg heeft laten weten niet geïnteresseerd te zijn. Dat is zijn volste recht. Ik kan u ook meegeven dat het provinciebestuur van Oost-Vlaanderen heeft beslist om ons aandeel wel over te kopen. Het behoort tot de autonomie van het provinciebestuur om daarover te beslissen. Het provinciebestuur van Limburg heeft op 14 augustus 2015 definitief aan het Facilitair Bedrijf laten weten dat het niet geïnteresseerd is om ons aandeel over te nemen. En daarmee is de kous voor mij af.
Ik vind het een teken van goed bestuur om eerst aan de mede-eigenaar van een gebouw te vragen of die al dan niet geïnteresseerd is om het aandeel over te nemen. Dat is, voor alle duidelijkheid, geen verplichting. Maar ik denk dat, als ik het niet had gedaan, mevrouw Lieten, ik dan net dezelfde vraag van u gekregen, maar dan met een andere intonatie. U zou het toch wel een groot schandaal vinden: niet zo correct van Liesbeth Homans dat ze een deel van het provinciegebouw van Limburg verkoopt en niet eerst aan het provinciebestuur van Limburg vraagt of het geïnteresseerd is. We hebben mijns inziens een goede weg gevolgd. Ik herhaal: het is geen verplichting. De provincie heeft laten weten dat ze niet geïnteresseerd was. We blijven even goede vrienden, er is geen probleem.
Ik wil daar nog iets aan toevoegen. De nota die twee weken geleden geagendeerd was, werd in de media, door andere personen dan u, ruimschoots maar incorrect becommentarieerd. Het was niet de juiste toedracht. Het gaat over een aantal gebouwen ter waarde van 27,5 miljoen euro. Het zijn gebouwen die nu in eigendom zijn van de Vlaamse overheid, maar die niet meer gebruikt worden en die ook geen andere bestemming hebben. Ik denk – vergeef me de herhaling – dat het getuigt van goed bestuur dat we de gebouwen gewoon van de hand doen en dat we investeren in gebouwen die we wel nodig hebben, misschien op een andere plek. Ik denk dat dat heel goed is.
Ik heb u daarnet ook gezegd dat er in het licht van de begrotingscontrole 2015 op het Facilitair Bedrijf in 10 miljoen euro werd voorzien om in de pot van de algemene middelen te steken. Ik kan u verzekeren, mevrouw Lieten, dat, mocht dat een bekommernis van u zijn, ik al 13,9 miljoen euro binnen heb. Of het provinciebestuur van Limburg nu al dan niet mee wil gaan in de deal – en blijkbaar wil het dat niet, wat zijn volste recht is – die 10 miljoen euro is al ruimschoots overschreden. Ik denk dat het goed is dat we op een andere manier kunnen investeren in gebouwen die we wel nodig hebben en dat we de gebouwen die we niet nodig hebben, kunnen afstoten. U moet zich geen zorgen maken – als u dat al zou doen – dat de 10 miljoen euro niet wordt gehaald.
Het was geenszins de bedoeling om de provinciebesturen te laten opdraaien voor de 10 miljoen euro. We hebben al 13,9 miljoen euro binnen zonder een bijdrage van de provincie Limburg – nogmaals voor alle duidelijkheid: dat is haar volste recht –, mijn punt is dus meer dan bewezen.
Minister Lieten heeft het woord.
Ik ben heel blij met de uitleg, minister. En ik hoop dat u ook blij bent dat ik deze vraag heb gesteld. Als er verkeerd werd geciteerd in de pers, dan heb ik u nu de kans gegeven om te corrigeren.
Ik maak me meestal niet al te vlug zorgen over dergelijke zaken, maar ik heb wel een bijkomende vraag. Aangezien u uw begrotingsdoelstelling al hebt gehaald, mag ik er dan van uitgaan dat het aandeel niet meer te koop staat? Of gaat u op zoek naar een andere koper?
De heer Doomst heeft het woord.
Voorzitter, ik denk dat de minister gelijk heeft wanneer ze zegt dat we het vastgoed telkens weer goed moeten herbekijken, dat we moeten zien of het nog goed zit op dat vlak. Er is immers heel wat evolutie in dienstverlening, denken we alleen nog maar aan het telewerk en aan alle werk dat via het internet kan gebeuren.
Vandaar, minister, mijn vraag naar de andere geciteerde sites die op de lijst staan: hoe concreet staat het daarmee? We hebben nu enkel over de provinciegebouwen gesproken. Ik kreeg graag een beetje inkijk in de 13 miljoen euro die u al binnen hebt. Kunt u daar al wat concreter over zijn? En wat is, een beetje vanuit dezelfde nieuwsgierigheid, de stand van zaken van de andere geciteerde gebouwen? In hoeverre hebt u die al binnen gehaald?
Minister Homans heeft het woord.
Mevrouw Lieten, het aandeel dat de Vlaamse overheid heeft in het provinciegebouw van Limburg blijft te koop. We hebben geen andere bedoeling met het stuk dat we daar hebben, we blijven het dus te koop aanbieden.
Mijnheer Doomst, u hebt me die vraag al eens gesteld, maar dat mag natuurlijk. De 13,9 miljoen euro is al gehaald. U weet dat ik twee weken geleden een nota heb voorgelegd aan de Vlaamse Regering. In de nota staat een hele grote lijst, een opsomming van allerlei gebouwen die nu nog in eigendom en beheer zijn van het facilitair beheer, dus van de Vlaamse overheid, ten bedrage van 27,5 miljoen euro.
We zitten hier niet alleen in een openbare vergadering, maar bovendien ook in een vergadering met livestream. Ik denk dat u me geen ongelijk kunt geven als ik u nu zeg dat ik hier geen opsomming zal geven van de gebouwen waarover het gaat. Als ik dit hier in het openbaar zeg, zullen potentiële kopers redeneren dat de Vlaamse overheid ervan af wil en bijgevolg een beetje afdingen van de prijs. Dat lijkt me dus geen al te goed idee. Ik kan u zeggen dat de gebouwen verspreid liggen over alle provincies van Vlaanderen. Het zijn grote gebouwen, maar ook kleinere.
Buiten de twee gevallen die daarnet al ter sprake zijn gekomen, ben ik niet geneigd om echt verder in detail te treden, omdat ik denk dat het niet goed zou zijn voor de kas van de Vlaamse overheid omdat dan potentiële kopers ook minder gaan bieden.
Mevrouw Lieten heeft het woord.
Minister, u vestigt terecht de aandacht op goed beheer. Ik ben het daar volledig mee eens, goed beheer is voor alle overheden belangrijk. Uiteindelijk, of het nu gaat om de Vlaamse overheid of de provincie of de gemeente, is het toch dezelfde inwoner die de belastingen betaalt en met wiens geld die infrastructuur gefinancierd wordt en onderhouden moet worden. Het VAC in Hasselt heeft ook een beperkte capaciteit. Ik weet dat door de overdracht van de taken er nog meer verhuisbewegingen van ambtenaren zullen plaatsvinden. Hopelijk zullen in de toekomst nog meer decentrale verhuisbewegingen plaatsvinden. Het zou toch een beetje onzinnig zijn dat de Vlaamse overheid elders op de privémarkt gebouwen moet gaan huren om daar Vlaamse ambtenaren te huisvesten terwijl een andere overheid, de overheid waar u trouwens ook toezichthoudend overheid voor bent, gebouwen beschikbaar heeft. Ik hoop dus dat u ook vanuit die holistische en globale benadering het goede beheer nastreeft en dat daar ook geen andere argumenten meespelen om op de privémarkt te gaan huren terwijl er kantoren leegstaan in het Provinciehuis.
De vraag om uitleg is afgehandeld.