Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Vraag om uitleg over de toekomst van de Memorial Van Damme
Verslag
De heer Poschet heeft het woord.
Op vrijdag 11 september vond de 38ste editie van de Memorial Van Damme plaats. We weten allemaal dat dit grootste atletiekevenement van het land jaarlijks gemakkelijk het Koning Boudewijnstadion vult met meer dan 40.000 toeschouwers. Er kijken ook nog miljoenen mensen op televisie naar dit grote evenement.
In Vlaanderen heeft de Memorial Van Damme al jaren een marktaandeel van om en bij de 30 procent kijkers. Kortom, het evenement is uitstekende reclame voor de atletiek en voor de sport in het algemeen.
Er bestaan plannen om het Koning Boudewijnstadion tegen 2020 af te breken. Op Parking C komt er normaal gezien – er bestaan toch plannen voor – een nieuwe nationale voetbaltempel, zonder atletiekpiste. De Memorial Van Damme dreigt binnen vijf jaar dus zonder locatie te vallen.
Volgens Wilfried Meert, organisator van de Memorial, zou zelfs de snelste man op onze planeet, Usain Bolt – die er dit jaar helaas niet bij was – zijn ongerustheid al hebben geuit. De sfeer in het stadion en de uitstekende organisatie zorgen ervoor dat veel topatleten de Memorial als een van hun favoriete evenementen van de Diamond League beschouwen.
Ook Bob Verbeeck, de baas van Golazo dat de Memorial organiseert, liet in juni verstaan dat een verhuis naar een ander land overwogen wordt indien er in de komende twee jaar geen oplossing gevonden wordt. In de wandelgangen valt hier de naam van Rotterdam.
Op korte termijn moet er dus duidelijkheid komen, willen we ons ervan verzekeren dat de Memorial in ons land blijft. In dat kader hebben de Brusselse burgemeester Yvan Mayeur, schepen van Sport Alain Courtois en de organisatoren van de Memorial Ivo Van Damme een oproep gedaan aan de ministers van Sport en de Belgische atletiekwereld. Naast uzelf werden ook de collega’s van de Franse en Duitstalige Gemeenschap uitgenodigd, en ook een reeks van Brusselse excellenties, met name Guy Vanhengel in het kader van Externe Betrekkingen, Pascal Smet en Fadila Laanan die bevoegd zijn voor Sport, respectievelijk binnen de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) en de Commission Communautaire Française (COCOF). Wat is het doel? Zij zeggen: als u de Memorial wilt behouden in het Koning Boudewijnstadion, met zo’n gewicht en zo’n internationale uitstraling, dan kan de stad Brussel het onderhoud van dat stadion niet alleen blijven bekostigen.
Met de Task Force Van Damme hopen de initiatiefnemers zo snel mogelijk een oplossing te vinden, zodat de Memorial ook na 2020 in Brussel kan blijven plaatsvinden. Ik wil nog even kort de mening van CD&V hierover benadrukken. We hebben altijd gezegd: geen afbraak van het Koning Boudewijnstadion zonder een volwaardig alternatief voor de Memorial. We denken trouwens dat een nieuwe voetbaltempel veel ruimte zou scheppen voor andere sporten, misschien in het Koning Boudewijnstadion.
Minister, bent u al formeel uitgenodigd voor deelname aan de Task Force Van Damme? Zo ja, wanneer zal de eerste vergadering plaatsvinden?
Welk standpunt zult u innemen op de taskforce? Wat kunt en zult u ondernemen om ervoor te zorgen dat de Memorial Van Damme in onze hoofdstad blijft?
Is er nog een mogelijkheid om in een atletiekpiste te voorzien in het Eurostadion of is dit uitgesloten? Ik weet dat het om een privéproject gaat, maar ik had hierover toch graag uw mening gehoord. Speelt dit een rol bij de voorwaarde voor de aflevering van de nodige vergunningen?
Wat denkt u van de optie om een tweede stadion te bouwen naast de nieuwe voetbaltempel op Parking C? Bent u in dat eventuele scenario bereid om hier ook financieel in tussen te komen?
Zijn er andere bestaande stadions met een atletiekpiste die mogelijk in aanmerking komen om de Memorial te huisvesten en die na een eenvoudige aanpassing zouden kunnen voldoen aan de normen voor een Diamond League Atletiekmeeting?
De heer Wynants heeft het woord.
Ik sluit in grote lijnen aan bij de vragen van de heer Poschet.
Ik wil het even in de tijd schetsen. In 2013 is het plan naar voren gekomen om een nieuw stadion te bouwen op Parking C. Dat heeft voor grote commotie gezorgd. Er zijn veel vragen gesteld. Op 11 september is het standpunt van de Vlaamse Regering aan ons overgemaakt. De minister heeft ons dat op dat moment ook duidelijk gemaakt. Er is een verklaring ondertekend door de verschillende regeringen, maar met een addendum van onze Vlaamse Regering, waarin staat dat dat nieuw stadion een atletiekpiste en een beweegbare bodem moest hebben.
Daarop is er niet onmiddellijk reactie gekomen. Na een tijd heeft de Brusselse schepen van Sport, Alain Courtois, laten verstaan dat hij daar niet mee akkoord ging. Onze minister heeft dan gezegd dat we bij ons standpunt bleven.
Minister, bent u op de hoogte van wat het verschil is tussen een nieuw stadion en de renovatie van de Heizel? Wat is de impact van NEO daarop? Vanuit de Brusselse Hoofdstedelijke Regering heb ik daarop nog geen antwoord ontvangen.
Bent u eventueel op de hoogte van de oprichting van de werkgroep, die op haar beurt de Task Force heeft opgericht? Werd u meegedeeld dat de kosten niet alleen moeten worden gedragen door Brussel, maar door alle deelregeringen?
Zelfs het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité (BOIC) heeft aan alle betrokken partijen geopperd om een werkgroep op te richten. Werd u daarover geïnformeerd?
Ten slotte, kunt u ons een idee geven van de gezamenlijke brief van de drie gemeenschappen over de Memorial Van Damme? Wat was de inhoud ervan?
Minister Muyters heeft het woord.
De laatste editie van de Memorial Van Damme is een goed moment om zaken te lanceren rond de oprichting van werkgroepen en taskforces over de toekomst van de Memorial Van Damme.
Ik zal u waarschijnlijk ontgoochelen, maar ik heb tot nu toe geen concrete uitnodiging ontvangen. Ik heb wel zelf initiatief genomen en met mijn collega-ministers van Sport van de Duitse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap een brief gestuurd naar de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en de stad Brussel, met een kopie aan de Koninklijke Belgische Voetbalbond (KBVB) en het BOIC, om onze bezorgdheid met betrekking tot de Memorial te uiten. Wij vroegen om alle mogelijke pistes met betrekking tot het behoud van de Memorial verder te onderzoeken, inclusief het behoud van de Memorial in het Koning Boudewijnstadion. Tevens hebben we gevraagd om alle betrokkenen bijeen te brengen en zo te worden geïnformeerd over mogelijke plannen. Er doen immers heel veel geruchten de ronde. Ik vraag mij af wie er vandaag de juiste informatie kent.
Ik stel vast dat er in de plannen van BAM/Ghelamco geen ruimte is voor een atletiekpiste. Voor zover ik heb begrepen, is men ook niet van plan daarop terug te komen. De aanwezigheid van een atletiekpiste staat echter los van de vereisten die in een MER-studie (milieu-effectenrapport) of zelfs in een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) worden onderzocht en zal allicht geen invloed hebben. Dat is echter niet meer mijn materie, maar die van minister Schauvliege. Andere mobiliteitsaspecten vallen onder de bevoegdheden van andere ministers, maar ik denk dat minister Schauvliege daarin de grootste verantwoordelijkheid heeft.
Op dit ogenblik is er nog geen enkel concreet voorstel op tafel gelegd waarin een scenario met twee stadions, Parking C en de Heizel, is uitgewerkt. Gezien de moeilijkheden om het nationaal stadion gefinancierd te krijgen – ook een gerucht dat we hebben opgevangen – lijkt mij een scenario met nog een bijkomend stadion weinig realistisch.
Wat betreft de financiële bijdrage voor een groot nationaal stadion, met of zonder piste, blijf ik bij het eerdere standpunt van de Vlaamse Regering, namelijk dat een financiële bijdrage vanuit Vlaanderen niet aan de orde is. Investeren in het Koning Boudewijnstadion, dat eigendom van de stad Brussel is, behoort voorlopig ook niet tot de opties.
Ik wil er ook op wijzen dat ik voor deze legislatuur maximaal, als we heel goed rekenen, over 55 miljoen euro investeringssubsidies beschik. U kent het regeerakkoord, dus u weet dat dat is voorbehouden voor het inhalen van de achterstand in sportinfrastructuur en het prioritair oplossen van de zwembadproblematiek in Vlaanderen.
In verband met uw specifieke vraag naar mogelijke andere locaties, kan ik u meedelen dat er veertien Diamond League atletiekmeetings verspreid over Europa, Azië, het Midden-Oosten en Noord-Amerika bestaan. De laagste capaciteit is 23.000 toeschouwers. Men zegt ons dat de minimale capaciteit zal worden verhoogd, naar 35.000 zitplaatsen. In België voldoet dan alleen het Koning Boudewijnstadion en geen enkel alternatief.
Alternatieven zijn vandaag duidelijk niet voorhanden. In Oudenaarde zou er nog een voetbalstadion zijn met een atletiekpiste, maar de capaciteit bedraagt slechts 8000 toeschouwers. In Brussel zelf is er nog het Drielindenstadion, met een capaciteit van 40.000 toeschouwers, maar dat zijn allemaal staanplaatsen. Ook dat voldoet dus niet aan de voorwaarden. Aangezien geen ander stadion enigszins in de buurt komt van de noden van een Diamond League Meeting, blijven wij ijveren voor het behoud van de Memorial in Vlaanderen. Ik ben er graag toe bereid om elke discussie daarover verder te voeren met iedereen die daarbij betrokken is.
De heer Poschet heeft het woord.
Minister, ik blijf een beetje op mijn honger. Ik ben ook ontgoocheld. Dan heb ik het niet over u, dat zou ik over het algemeen niet eens durven. In dit geval wel in het Brusselse stadsbestuur, dat met tromgeroffel opeens een wonderoplossing aankondigt, namelijk de oprichting van een taskforce, maar veertien dagen nadien zelf nog steeds niets heeft ondernomen en, als ik het goed heb begrepen, zelfs nog niet heeft geantwoord op de gezamenlijke brief. Noch de regering van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, noch de KBVB heeft geantwoord. Dat is ontgoochelend.
Intussen tikt de klok. We weten allemaal dat projecten van een dergelijke omvang jaren kunnen aanslepen. Ik kan me inbeelden dat de organisatoren van de Diamond League niet wachten tot het laatste moment om een beslissing te nemen, dat zou van weinig professionaliteit getuigen. Ik ga de bal doorspelen naar mijn collega’s op het Brusselse niveau, in de gemeenteraad, want het is vooral een dossier van de stad Brussel, en in het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement. Dan kunnen zij druk zetten.
De heer Wynants heeft het woord.
Ik sluit me daarbij aan. Ik heb ook het voorbeeld gegeven dat er niet op wordt geantwoord wat het verschil is in prijs tussen de renovatie van het bestaande stadion en de investering in een nieuw stadion.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.