Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Verstreken heeft het woord.
Voorzitter, we zitten met een praktisch probleem: collega Verstreken mag niet praten van de dokter en vraagt dat ik zijn vraag voor hem zou overnemen.
Minister, collega’s, de kustgemeenten worden sinds geruime tijd geteisterd door steeds agressiever wordende meeuwen. Sensibiliseringsacties om de meeuwen niet te voederen, het inzetten van roofvogels, het prikken van de eieren door de brandweer, een kunststoffen vos op een telegeleide wagen, afvalzakken ophangen aan palen: de kustgemeenten haalden de afgelopen jaren alles uit de kast om de overlast van de beschermde diersoort in te perken.
Toch lijkt het erop dat de meeuwen steeds meer durf en agressiviteit aan de dag leggen en dat de overlast blijft toenemen. De overlast van meeuwen is voor veel kustbewoners een echte plaag. De problematiek werd dan ook meermaals op de agenda van het Vlaams Parlement geplaatst. Vanuit Knokke-Heist luidt nu de vraag om een quotum per vierkante kilometer in te voeren. De gemeente wil in september het thema op het eerste kustburgemeestersoverleg op de agenda zetten. Ook in Oostende is men voorstander van een quotum.
Vogelbescherming Vlaanderen reageert echter verontwaardigd. Volgens hen kan er geen sprake zijn van het verdelgen van deze beschermde diersoort. Nochtans kan er een uitzondering op de bescherming worden aangevraagd, maar voor Vogelbescherming Vlaanderen is dat geen optie.
Collega Verstreken had dan ook graag de volgende vragen gesteld. Minister, wat is uw visie op het voorstel van de gemeente Knokke-Heist voor een quotum? Hebt u al contact gehad met de kustgemeenten over dit nieuwe voorstel? Wat is het resultaat? Wat is de stand van zaken over een geïntegreerde en duurzame oplossing? Welke evolutie is er in de bestrijding van de meeuwenoverlast? In welke mate werpt de beheerregeling, opgemaakt door het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB), haar vruchten af?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Ik wil vooreerst mijn appreciatie uitdrukken voor collega Verstreken, die hoewel hij geen stem heeft, toch de moeite doet om op dit uur naar de commissie te komen en zijn vraag te laten stellen. Hij had zijn vraag net zo goed kunnen uitstellen of ze schriftelijk indienen. Chapeau dat u hier bent, mijnheer Verstreken, want niet over een stem beschikken, lijkt mij heel lastig. Waarschijnlijk is er al vooruitzicht op beterschap, dus we hopen in de komende commissiezittingen uw stem opnieuw te kunnen horen. (Opmerkingen. Gelach)
Collega’s, ik kom tot de antwoorden op de vragen. We moeten een onderscheid maken tussen de populatiegrootte en de overlast. U zult het misschien niet geloven, maar uit monitoring blijkt dat er aan onze kust momenteel niet meer meeuwen zijn dan twintig jaar geleden. Op Europees niveau is er zelfs een duidelijke achteruitgang van de meeuwenpopulatie. Maar typisch aan meeuwen is dat ze, als ze aan het broeden zijn, honkvast en luidruchtig zijn. Er is de bedelroep naar hun jongen en een contactroep tussen oudere vogels en de jongen. Bij de verdediging van het nest kunnen ze zich ook heel agressief opstellen.
Door het geleidelijk verdwijnen van geschikt natuurlijk broedgebied, gaan de meeuwen op zoek naar andere broedlocaties. Ze gaan steeds vaker op de daken zitten om daar te beginnen broeden. Anticiperend op het geleidelijk verdwijnen van het natuurlijke broedgebied door diverse economische ontwikkelingen heb ik aan het ANB gevraagd om alle betrokken partijen samen te brengen om te bekijken hoe we dat moeten aanpakken. Het gaat hier om een beschermde vogelsoort, we moeten dus oplossingen zoeken om de overlast te vermijden, maar het zijn beschermde dieren, we kunnen niet zomaar alles doen.
De lokale besturen, de havenbesturen, Vogelbescherming Vlaanderen en Natuurpunt zijn daarbij betrokken. Alle kustgemeenten en -steden kunnen een afwijking verkrijgen op het soortenbesluit. Ze kunnen dan de nesten verwijderen en eieren onvruchtbaar maken. Op deze manier wordt maximaal overlast vermeden. Jonge meeuwen hebben zich volledig geïntegreerd in de stadskernen en komen daar eigenlijk uit. De lawaaihinder verdwijnt. Het beperken van de populatie door ‘afvangst’ of ‘afschot’ is geen duurzame oplossing. De aldus vrijgekomen plaatsen worden snel ingevuld.
Het voorstel van populatiereductie aan de hand van quota per vierkante kilometer is aan bod gekomen tijdens de bespreking van de beheerregeling waarbij de kustgemeenten zijn betrokken. Aangezien de maatregel niet gericht is op overlastbeperking en ook op populatieniveau geen duurzaam effecten genereert, is dat niet in aanmerking genomen.
De geïntegreerde aanpak verloopt via twee sporen: een pakket van snelle maatregelen die de grootste overlast op korte termijn moeten reduceren tot een maatschappelijk aanvaardbaar niveau en maatregelen die de problemen structureel en aan de bron aanpakken. Bij het pakket snelle maatregelen wordt een getrapte werkwijze voorgesteld waarbij de minst verstorende maatregelen eerst worden uitgevoerd: eerst verstoren, dan nesten verwijderen en eieren schudden, en ten slotte wegvangen. Dergelijke acties vallen in principe onder de verbodsbepalingen van het soortenbesluit, maar zoals gezegd kan men daarop een afwijking vragen. Een structurele maatregel is de gepaste huisvuilophaling zodat meeuwen zich niet langer kunnen voeden met afval. Dat bestaat in het buitenland. Het huisvuil wordt opgehaald via containers die volledig afgedekt in de grond zitten. Dat geeft veel minder overlast door meeuwen.
Bij het Agentschap voor Natuur en Bos en het Instituut voor Bos- en Natuuronderzoek loopt een onderzoek naar alternatieve broedlocaties, wat niet zo evident is.
Het voedselaanbod op zee wordt aangepakt. De EU heeft in 2013 een verordening uitgevaardigd met het oog op een selectievere visserij. Deze verordening voert geleidelijk een aanlandingsplicht in voor bijvangsten en ondermaatse vis. Dat zal het voedselaanbod – de vis die terug in zee wordt gegooid – doen afnemen, wat onze meeuwenpopulatie enigszins zal inperken.
Er is een website www.meeuwenindestad.be waar alle informatie wordt samengebracht om daar oplossingen aan te geven. Het is niet gemakkelijk omdat het inderdaad een beschermde diersoort is. We kunnen niet zomaar doen wat we willen. Het is geen evidente problematiek. Het is eigenaardig dat we aan onze kust grote overlast hebben, terwijl een beetje verder, aan de Nederlandse kust geen overlast bestaat. Cadzand ligt nochtans niet ver van Knokke-Heist. Dat heeft veel te maken met de manier waarop het afval daar wordt verzameld. We kunnen niet anders dan dat vaststellen. Dat is een heel andere aanpak die resultaat heeft.
De heer Verstreken heeft het woord.
Ik zal opnieuw spreken in naam van de heer Verstreken.
De heer Verstreken bevestigt dat de meeuwen heel agressief zijn tijdens de broedperiode, maar ook daarbuiten. De agressie neemt toe. Zelfs landbouwers ondervinden schade, zelfs aan levende dieren. De darmen van eenden en kippen worden uitgepikt door meeuwen. In de stations is er veel overlast. In toeristische regio’s worden mensen aangevallen, frieten en ijsjes worden weggepikt. De meeuwen nemen zelfs wafels af en pikken in het haar en gezicht van mensen. Ze zijn dus zeer agressief. Het blijft niet bij de kust of op de dijk, het gebeurt ook in de polders.
Minister, hebt u contact en pleegt u overleg met de burgemeesters? Welke initiatieven zijn er mogelijk?
Er is contact met de kustgemeenten en -burgemeesters om ervoor te zorgen dat de acties die we ondernemen goed afgestemd zijn. Nu blijkt dat er zich een genetisch bepaalde zeer agressieve meeuwensoort aan het ontwikkelen is, daar zijn we ons van bewust. Het is de bedoeling deze specifiek af te vangen en daarrond te werken. Deze fractie mag zich niet verder uitbreiden. Ze zijn bijzonder agressief en er werden al veel incidenten gemeld.
De vraag om uitleg is afgehandeld.