Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, we hebben allemaal kennis kunnen nemen van de inspraakprocedure die opgestart is, samenhangend met de project-MER van het BAM-tracé. Het kennisgevingsdossier kan ingekeken worden en er kunnen bijkomende onderzoeksvragen gesuggereerd worden. Daar is een uitgebreide informatiefolder over verspreid, waarin, juridisch volledig correct, volledig werd ingezet op het deel dat in onderzoek is, dus enkel het stuk BAM-tracé. We zagen geen aandacht voor de volledig apart daarvan staande en parallel lopende overkappingsplannen die de Vlaamse Regering laat uitwerken.
De procedure voor de aanstelling van een intendant is lopende. De kandidaturen worden ingewacht en er zal vervolgens een keuze moeten worden gemaakt. Die intendant zal in onafhankelijkheid een nota opstellen met daarin de doelstellingen en de ambities voor het gehele projectgebied, maatregelen inzake leefbaarheid en zo verder.
Er zijn al erg concrete stappen gezet. Ten eerste is er de bijdrage van 350 miljoen euro van stad en haven, die integraal gereserveerd is voor leefbaarheidsprojecten, waaronder de overkapping. Daarnaast zijn er de twee maatregelen die de minister al neemt, samen met de Vlaamse Regering: het verleggen van de tunnelmond aan de Damwijk voor 30 miljoen euro en het overkapbaar maken van het tracé tussen de E313 aan het Rivierenhof in Deurne en de Groenendaallaan in Merksem, voor 29 miljoen euro. Dat zijn keuzes die worden gemaakt en die de verzoenbaarheid aantonen tussen enerzijds het Oosterweeltraject en anderzijds de plannen voor overkapping. Het toont ook aan dat de Vlaamse Regering daar wel degelijk actief mee bezig is.
De communicatie was juridisch volledig correct, dat wil ik niet in twijfel trekken, maar ik vind het wel jammer dat er vanuit BAM ook niet zijdelings wordt gewezen op de parallel lopende inspanningen om die overkapping te realiseren. Want net door de koppeling van die overkappingsplannen worden de mobiliteit en de leefbaarheid in en rond de regio verzoend. We zien ook dat er een enorme vraag is naar die leefbaarheidsmaatregelen en naar ovekapping – collega Vanbesien zal het daar straks in zijn vraag om uitleg ongetwijfeld ook nog over hebben. En gelet op het draagvlak bij de burgers dat we nodig hebben, is het belangrijk dat er wordt nagedacht over de concrete communicatie, dus niet enkel over het Masterplan 2020 en Minder Hinder, maar ook over leefbaarheid en overkapping.
Minister, hoe zal die communicatie over zowel de Oosterweelverbinding als de leefbaarheidsprojecten verder worden aangepakt? Zal daar bijkomend op worden ingezet? Zal er een tandje bij worden gestoken? En zo ja, op welke manier?
De heer Vanbesien heeft het woord.
Minister, ik zou mij toch een beetje zorgen beginnen te maken, als zelfs Annick De Ridder, die toch bekendstaat als de cheerleader van BAM, al moedeloos wordt van en kritiek uit op de communicatie die BAM aan het voeren is.
Er ligt één grote denkfout aan de grondslag van deze vraag van mevrouw De Ridder, namelijk dat betere communicatie, een betere verpakking, ervoor zou zorgen dat de Antwerpenaar enthousiast wordt over zo’n nieuwe autostrade door de stad en over partiële overkappingen.
Ik zal mijn vragen en mijn redenering houden voor de vraag om uitleg die ik straks zal stellen en die zich richt op de intendant, wat toch een belangrijk element is, maar ik ben wel zeer benieuwd naar uw antwoorden.
Mevrouw Bastiaens heeft het woord.
Mijnheer Vanbesien, het gaat hier volgens mij helemaal niet – tenzij ik mevrouw De Ridder verkeerd begrepen heb – over een betere verpakking. Eigenlijk hebben we allemaal dezelfde doelstelling. Het gaat niet alleen over die strik, maar over investeringen in harde infrastructuur, die absoluut noodzakelijk is. We kunnen daarover van mening verschillen, maar ik ben er absoluut van overtuigd dat we dat moeten doen. Daarnaast gaan we ook nog andere dingen doen, en die dingen zijn ook reëel. Dat gaat ook over meer dan alleen maar die strik.
We zijn aan het begin van het nieuwe werkjaar, en ik zeg het nog eens: het gaat niet over een nieuwe autostrade. Die ring ligt daar. Wij willen met zijn allen maken dat die beter functioneert, dat we op een betere manier met die files omgaan en dat de infrastructuur doet wat ze moet doen, namelijk verkeer wegtrekken uit het onderliggende wegennet. Dat is ook in het belang van bijvoorbeeld de verkeersveiligheid. We hebben er recent nog samen over gedebatteerd, en we delen de ambitie om de verkeersveiligheid in Antwerpen en de Antwerpse regio te verbeteren. Dan moeten we maken dat auto’s rijden waar ze moeten rijden. En volgens ons is dat inderdaad op de ring, de ring die er al ligt en die dus geen nieuwe autostrade door onze stad zal zijn.
Minister Weyts heeft het woord.
BAM heeft de communicatie over de Oosterweelverbinding grosso modo op twee sporen uitgewerkt. Een eerste spoort bestaat erin informatie te verstrekken over de Oosterweelverbinding: waarom is die noodzakelijk, binnen welke ruimere context past die, op welke wijze is de Vlaamse Regering tot die beslissing gekomen, wat zijn de voordelen ervan, wat houdt die verbinding in, wat wordt er gebouwd, hoe zullen die verschillende gebieden er dan uitzien? Dat gebeurt aan de hand van een communicatiemix: presentaties en infomarkten, een zakboekje ‘Oosterweel ontleed’, een generieke brochure, een nieuwe projectwebsite, studiedagen en conferenties enzovoort.
Binnen dit eerste spoor heeft men in ietwat meer algemene termen gecommuniceerd over de beslissing van de Vlaamse Regering om een intendant aan te stellen en over zijn taak met betrekking tot de overkappingen.
Een tweede spoor focust op de communicatieve ondersteuning van de lopende procedures van de Oosterweelverbinding, zoals de kennisgeving voor de project-MER infrastructuurwerken Linkeroever en Zwijndrecht en de kennisgeving voor de project-MER Oosterweelverbinding of het openbaar onderzoek in het kader van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning voor de voorbereidende werken in de zone Schijnpoort-Noordersingel-Ten Eekhovelei. Ook voor deze trajecten werd een communicatiemix gelijkaardig aan het eerste spoor uitgewerkt via brochures, infomarkten en dergelijke.
Men heeft er de voorkeur aan gegeven om te focussen op de inspanningen die de Vlaamse Regering al doet binnen de plannen van Oosterweel: de afbraak van het viaduct van Merksem, het aanleggen van de R1 in sleuven en in tunnels onder het Albertkanaal, de verlenging van deze tunnels ter hoogte van de wijk Dam, de overkapping aan het Sportpaleis door de aanleg van een stedelijk plein enzovoort. Daarnaast wordt uitgelegd binnen welk traject de alternatieven Ringland, Ring van A en A-Ring worden behandeld en bestudeerd, namelijk de plan-MER A102-R11/bis die wordt getrokken door AWV Antwerpen. Binnen de procedurele communicatie over Oosterweel wordt het aspect van de intendant en zijn opdracht niet formeel behandeld. Men vreesde dat het mengen van beide soorten informatie het gunstige verloop van de procedures zou kunnen beïnvloeden, of voor enige verwarring zou kunnen zorgen. Dat is een goede bekommernis. We moeten wel veel meer proberen om één verhaal te brengen, waarheidsgetrouw.
Het gaat over én de Oosterweelverbinding én overkapping. Dat is een verhaal met perspectief, terwijl men soms laat uitschijnen dat er een tegenstelling zou bestaan. Niets is minder waar, dat is voor ons een ondeelbaar verhaal. BAM kan in nauw overleg met de stad Antwerpen communicatief en proactief optreden. Het moet een koud kunstje zijn om de activiteiten waarmee BAM op het terrein bezig is, en die zeer positief zijn, die gaan over meer groen, meer verkeersveiligheid, meer ruimte voor fietsers en voetgangers, meer water in de stad, meer leefbaarheid in de stad, positiever naar buiten te brengen, in de totaliteit van een verhaal. Het gaat niet alleen om het masterplan, het is inclusief de overkapping.
Ik meen dat er met de werken aan de Noorderlijn, dat is Brabo 2, en de communicatie over de minder-hindermaatregelen onder het motto ‘Slim naar Antwerpen’, een unieke kans bestaat om de werkzaamheden van de projectingenieurs tot hun recht te laten komen. Ik roep de stad en BAM op de handen in elkaar te slaan en het infocentrum voor de Noorderlijn om te toveren tot een Masterplan 2020-infocentrum onder het motto ‘Slim naar Antwerpen’. De vele initiatieven die BAM neemt op het gebied van leefbaarheid zullen dan pas echt tot hun recht komen en beter gecommuniceerd worden. Er is ruimte voor verbetering. We kunnen een uitstekend verhaal vertellen, misschien moeten we dat ook doen.
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Mijnheer Vanbesien, ik ben nooit een cheerleader, ik ben altijd een voetballer die mee op het veld probeert te staan.
U maakt een denkfout. U doet het af als een verpakking. Dat is het natuurlijk niet. Mevrouw Bastiaens wees er ook op. Het is een en-enverhaal, waarbij deze regering vooral inzet op het beslist beleid: de Oosterweelverbinding, een einde maken aan de files. En ze doet dat op een manier waarvoor een enorm draagvlak bestaat bij de Antwerpenaren. Dat is geen strik, het is geen verpakking, het is deel van het project.
We zullen er alles aan doen om dat en-enverhaal en dat project in zijn geheel te laten uitdragen. Daarom vind ik het antwoord van de minister belangrijk.
Minister, u wilt meer inzetten op dat en-enverhaal. U gaat aan BAM vragen om proactiever en positiever te communiceren over de Oosterweelverbinding, inclusief de overkapping die eraan gekoppeld wordt. Opnieuw, er zijn al stappen vooruit gezet. Daar is geld voor vrijgemaakt, stedelijk en binnen de havenbudgetten. De plannen zijn al concreet aangepast. De overkappingen zijn in de plannen uitgetekend. Dat zijn inspanningen die we doen. Daar komen we mee tegemoet aan de wens van de Antwerpenaar, die – en daar hebt u gelijk in – heel duidelijk pro die overkapping is, maar die minstens even duidelijk pro vooruitgang is en voor het doorhakken van de knoop, die een einde wil maken aan de files en die een spade in de grond wil. Die twee verenigen is de uitdaging. Daar moeten we de volgende jaren volop vooruitgaan.
De heer Vanbesien heeft het woord.
Mevrouw Bastiaens, volgens u gaat het over een bestaande ring en niet over een bijkomende autostrade. Ik heb het uiteraard over de verbinding tussen de ring en de nieuwe Scheldetunnel. Dat is een stuk nieuwe autostrade die start bij de Nederlandse knoop. Het is een groot en ingewikkeld complex in het midden van de stad. Dat gaat dan door het Eilandje, stukjes ervan gaan ondergronds. Over dat stuk nieuwe autostrade door de stad heb ik het. Dat ligt er nog niet. Het is geen ring die er al ligt.
Uiteraard ben ik het met u eens dat de communicatie over de partiële overkapping die de Vlaamse overheid plant, meer is dan een verpakking. Dat is juist. Dat zijn reële overkappingen. Maar ik bedoel dat er in Antwerpen een vragende partij is voor een volledige overkapping en om die nieuwe Scheldeoeververbinding meer naar het noorden te leggen. Dat gaat men niet kunnen oplossen, die vraag gaat men niet kunnen beantwoorden door een betere communicatie van de plannen van de Vlaamse overheid, want die zijn daarmee in tegenspraak.
De vraag om uitleg is afgehandeld.