Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Minister, mijn vraag om uitleg gaat over een gegarandeerde dienstverlening bij de verschillende openbare vervoersmaatschappijen. Op het federale niveau worden er stappen ondernomen. Meer bepaald verklaarde de federale minister van Mobiliteit dat ze het sociaal overleg afwacht. Ze hoopt dat daar afspraken kunnen uit komen over gegarandeerde dienstverlening. Als het sociaal overleg geen knopen doorhakt, zou ze met de regering stappen zetten.
Links en rechts horen we berichten over een hete herfst die op ons afkomt. Er zitten weer allerlei vakbondsmanifestaties en stakingen in de pijplijn. De situatie bij ons is anders. In de plenaire vergadering hebt u al opgemerkt dat de bevoegdheid niet volledig Vlaams is. Het is nog altijd de federale overheid die bevoegd is voor het regelen van de sociale betrekkingen tussen werkgevers, syndicale partners en overheid. U hebt wel al gezegd dat er met De Lijn kan worden gesproken en dat u in een gentleman’s agreement tot afspraken kunt proberen te komen.
Nu, zeker met de aankondigingen van stakingen die weer op ons afkomen, had ik u graag gevraagd of u bereid bent om daarover na te denken, om er toch op een minimale manier voor te zorgen dat groepen als scholieren en pendelaars op stakingsdagen wel op school en op het werk raken. Bent u daarmee bezig? Neemt u stappen om tot afspraken te kunnen komen met De Lijn?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik wil in eerste instantie wijzen op de bevoegdheidskwestie. De bijzondere wet op de Hervorming der Instellingen van 1980 stelt in artikel 87 dat de federale overheid bevoegd blijft voor het regelen van de sociale betrekkingen tussen de werkgevers, de overheid en de syndicale partners. Maar dat belet ons natuurlijk niet om te proberen doen wat we kunnen doen. We hebben daarvoor als beleidsmiddel de beheersovereenkomst. Maar natuurlijk kunnen we in een beheersovereenkomst niet vervatten wat vakbonden al dan niet zouden moeten doen. Wat we wel kunnen doen, is aan De Lijn vragen om maximaal afspraken te maken met de syndicale partners, een soort gentleman’s agreement.
Vandaag bestaan er wel al afspraken, in een bepaalde vorm. Er is dus een ‘stepping stone’. Ten eerste is er ten aanzien van wilde acties het engagement inzake het terugbrengen van schoolkinderen. Er is een verbintenis vastgelegd voor onbepaalde duur in de cao 2009-2010, waarbij de vakorganisaties de nodige inspanningen leveren om de wilde acties bij agressie-incidenten te beperken tot de betrokken stelplaats en om de schoolkinderen bij dergelijke acties terug naar huis te brengen. Die minimale dienstverlening focust zich in dit geval dus op het terugbrengen van de schoolkinderen, zonder dat de cao-verbintenis een resultaatsverbintenis impliceert.
Ten tweede dient sociaal overleg als basis voor de evolutie naar een verder engagement. De partijen verbinden er zich toe om eerst de weg van het sociaal overleg te kiezen, alvorens naar het middel van de stakingsaanzegging te grijpen. Dat maakt deel uit van een bedrijfs-cao van 2013-2014. Dat is voor De Lijn een zeer waardevolle piste om stakingsacties waarvan de effecten op voorhand niet kunnen worden ingeschat of meegedeeld, te vermijden.
Ten derde zijn er maatregelen ter vrijwaring van de veiligheid, communicatie en heropstart. Binnen de entiteiten van De Lijn zijn afspraken gemaakt omtrent de minimale bezetting van diensten. Die gaan dan wel over veiligheidsaspecten, bijvoorbeeld het garanderen van de veiligheid binnen de gebouwen van De Lijn en in de nabijheid van de installaties van De Lijn, zoals elektrische kabels, het waarborgen van een minimale bezetting op dispatching, ter ondersteuning van de chauffeurs, het rijklaar maken van de bussen en trams tegen de volgende werkdag, zodat men daags na de staking onmiddellijk weer aan de slag kan en het blijven verzekeren van de externe communicatie. Daaromtrent bestaat nu dus al de idee van een soort minimale dienstverlening. Dat is geen garantie, maar het zijn wel afspraken die gemaakt zijn.
Ik denk dat je het best kunt voortwerken op die bestaande afspraken, om bijvoorbeeld te bekijken of men niet een bepaald basisnet kan vrijwaren van stakingen. Een waardevolle piste blijft het inzetten op sociaal overleg en het in ieder geval vermijden van wilde stakingsacties. We hadden gezegd dat we dat misschien als doelstelling konden meenemen in de nieuwe beheersovereenkomst. Ondertussen hebben we beslist om de beheersovereenkomst met een jaar te verlengen. Ik heb wel aan het management gevraagd om die gesprekken voorzichtig te kunnen aanvatten, met vanzelfsprekend als eerste betrachting het bewaren van de sociale vrede en het vermijden van wilde stakingen. Daarnaast willen we ook bij aangekondigde acties bekijken in welke mate we afspraken kunnen maken over minimale exploitatievoorwaarden die gegarandeerd zouden kunnen worden.
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Minister, ik ben heel tevreden dat u die vraag hebt gesteld. Uiteraard zal dat in het sociaal overleg moeten worden opgenomen. Dat lijkt mij evident. De bedoeling van openbaar vervoer moet uiteraard blijven om, zeker op momenten dat men zijn ongenoegen laat blijken, ervoor te zorgen dat de reiziger daar niet het slachtoffer van is. Ik denk dat die doelstelling met minimale inspanningen bereikt zou kunnen worden. Ik ben dan ook tevreden met uw vraag aan het bestuur van De Lijn. Uiteraard kijk ik samen met u uit naar het antwoord.
De vraag om uitleg is afgehandeld.