Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Doomst heeft het woord.
Minister, waar een wil is, is een weg, en waar veel geld is ook. In die zin zal het Eurostadion er met alle mogelijke middelen komen. Zelfs met de hoge zomertemperaturen heeft men hard gewerkt om dat dossier voor te bereiden.
In de commissie van midden juni antwoordde u dat u weinig wist over de bouwgroep op Parking C. Er was beeld noch klank. U zei alleen dat het Agentschap Wegen en Verkeer gecontacteerd was door de promotor en overleg had gehad.
Midden augustus bleek uit het MER dat er een ondergrondse parking van zo’n 10.000 plaatsen zou komen. Die zou rechtstreeks worden verbonden met de ring en ook toegankelijk zijn voor bezoekers van de Heizelpaleizen. In juni was nog niet duidelijk of Vlaanderen boter bij de vis zou moeten doen. Als we dit allemaal bekijken, zou het wel eens een vette vis kunnen worden.
Zijn de plannen met betrekking tot een mogelijke tunnel vanaf de R0 met de Vlaamse overheid besproken? Hoe ziet u de ondergrondse aansluiting van Parking C met de ring rond Brussel? In welke mate werd de Vlaamse overheid ondertussen betrokken bij de bouwbesprekingen rond het nieuwe voetbalstadion? Hoe ziet u de plannen in combinatie met de totaalvisie voor de Brusselse ring? Hoe zal het openbaar vervoer bij deze plannen betrokken worden?
De heer Parys heeft het woord.
Ik heb enkele bijkomende vragen. Ik kan niet goed meer volgen in dit dossier. Zijn we nu eigenlijk aan het discussiëren over een nieuw voetbalstadion of over een luchtkasteel?
Mijn eerste vraag is ongetwijfeld de belangrijkste en gaat eigenlijk over ruimtelijke ordening. Het project valt binnen het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) van het Vlaams Strategisch Gebied rond Brussel (VSGB). Er stonden dinsdag ook vragen over op de agenda in de commissie Ruimtelijke Ordening, maar die werden verdaagd.
Ik denk dat we eerst naar de minister van Ruimtelijke Ordening moeten luisteren om te weten of het project eigenlijk wel past in dat VSGB. Als ik als simpele ziel wat opzoekingen doe, heb ik daar vragen bij. Het gaat eerst en vooral over de parking. Er moeten evenveel parkeerplaatsen komen als er nu zijn. Plus, nog extra om tegemoet te komen aan een nieuwe behoefte. Dat betekent 10.000 ondergrondse parkeerplaatsen plus de parkeerplaatsen die nodig zijn om het nieuwe stadion op te vangen. Dat zouden zo’n 15.000 ondergrondse plaatsen worden. De heer De Clercq zal het bevestigen, de grootste ondergrondse parking in ons land ligt in Gent bij het Sint-Pietersstation, en daar zijn maar 2700 plaatsen. Daar heb ik dus vragen bij.
Mijn tweede vraag betreft het GRUP. In de kennisgeving MER van het stadion spreekt men over 220.000 vierkante meter vloeroppervlakte die moet worden gebouwd. De minister moet zich natuurlijk uitspreken over het GRUP, maar het lijkt me dat daar maar 50.000 vierkante meter kan worden ontwikkeld. Is het project ruimtelijkeordeningsgewijs naar Vlaanderen gekomen? Is er een oordeel over de uitvoerbaarheid van het project zoals het er vandaag voorstaat?
Mijn volgende vragen leven wellicht bij iedereen in deze commissie. Wat is het Brusselse standpunt? Eerst moest het Koning Boudewijnstadion mordicus worden afgebroken. Ik las dan in de krant dat Wilfried Meert van de Memorial Van Damme een onderhoud had met de burgemeester van Brussel en de schepen van Sport. Die zouden gezegd hebben dat ze een studie willen laten doen om te overwegen om het Koning Boudewijnstadion toch te behouden. Dan weet ik niet meer wat de andere plannen zouden zijn.
Is de financiering voor zo’n stadion rond? Er is gesproken over omgevingswerken door de Brusselse minister van Begroting, die 250 miljoen euro zouden kosten. Wie gaat dat betalen? Is dat mogelijk? Bestaat daar een plan voor?
Minister, deze vraag zal u zeker interesseren: wat is de exacte positie van Anderlecht? Hoeveel huur zij gaan betalen, is zo ongeveer het best bewaarde geheim van het land. Niemand weet het.
En dan de timing. We weten niet of het ruimtelijkeordeningsgewijs kan. Dat betekent dat er nog geen bouwvergunningen zijn uitgereikt, laat staan dat er actiecomités zijn die dat al onder de loep zouden kunnen hebben genomen, al zijn er die hebben aangekondigd dat ze dat zeker zullen doen.
Het heeft meer dan tien jaar geduurd om de Ghelamco Arena te realiseren. We moeten nu eigenlijk, als de Brusselaars hun plan willen doorvoeren, een stadion zien geboren worden in twee à drie jaar tijd om te kunnen meedoen voor Euro 2020. Een renovatie voor 60.000 zitjes in het Koning Boudewijnstadion zou 110 miljoen euro kosten. Het zou op tijd klaar zijn om aan 2020 mee te doen en de memorial kan behouden blijven.
Of het nieuwe stadion überhaupt mogelijk is, is mijn eerste en belangrijkste vraag. Minister, is het niet in eerste instantie de bevoegdheid van Ruimtelijke Ordening om duidelijkheid te maken of die plannen passen in het GRUP?
Mevrouw Sminate heeft het woord.
Voorzitter, minister, u weet het of u weet het niet, maar ik ben een zeer groot voetballiefhebber, en ik ben inwoner van de Vlaamse Rand, dus u kunt al raden naar welke club mijn liefde uitgaat. Maar mijn liefde gaat vooral uit naar die Vlaamse Rand en de leefbaarheid ervan. Daar maak ik me zorgen over in dit dossier.
De maatschappelijke druk, de verstedelijking, de mobiliteit enzovoort zijn thema’s die vandaag in mijn regio echt wel leven. Op het vlak van ruimtelijke ordening liggen nog heel wat vragen open, zoals mijn collega al zei. Zo is er het recente advies van de Raad van State dat pleit voor de bestemmingswijziging van het NEO-project. We moeten de vragen aan minister Schauvliege die onlangs werden uitgesteld, dringend op de agenda krijgen.
Een mooi verhaal is maar zo sterk als zijn zwakste schakel, en een van de andere zwakke schakels is voor mij de timing. Als we niet oppassen, blijven we in the end achter met lege handen. Dan zal het Koning Boudewijnstadion afgebroken zijn en zal er geen nieuw stadion komen. Dan wordt er niet gevoetbald en is er geen memorial. Dat is het scenario waar ik voor pas. Er bestaat een zeker alternatief waar geen procedures op rusten, waar geen deadlines op rusten, en dat is het Koning Boudewijnstadion. Ik pleit voor het verhaal waarin de zwakke schakel zeker binnen de drie jaar kan worden opgelost.
Minister Weyts heeft het woord.
Mijnheer Doomst, het is goed dat u ook verwijst naar de Heizelpaleizen en de toegankelijkheid daarvan. Men beoogt één afrit voor drie projecten. Aan het nieuwe stadion zou men onder het stadion door moeten zodat men direct uitkomt op de parking. Men zou ook onder de Romeinse Steenweg moeten om een verbinding te maken met de Heizelpaleizen of de expo en met het NEO-project. Dat is belangrijk om in het achterhoofd te houden. De aansluiting op de ring omvat dus meer dan louter de aansluiting van een nieuw voetbalstadion en kan dus onmogelijk los gezien worden van deze andere ontwikkelingen en hun impact op de mobiliteit. Het gaat niet enkel over het verleggen of het aanpassen van een op- of afrit, het gaat om een algemeen mobiliteitsvraagstuk in de ruime omgeving.
Ik kan u bevestigen dat de plannen van het nieuwe stadion ondertussen zijn toegelicht door het consortium Ghelamco-BAM aan het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) en de afdeling Beleid, Mobiliteit en Verkeersveiligheid van het departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW). Dit gebeurde een eerste keer tijdens een overleg op 30 juni.
Wat uw vraag over de aansluiting op de ring om Brussel betreft, weet u dat de aansluiting vanaf de binnenring momenteel een problematiek van weefbewegingen kent: er is interactie tussen de gebruikers van de op- en die van de afrit. Ze komen eigenlijk wat in conflict met elkaar. Om de huidige problematiek van deze weefbeweging langs deze in- en uitrit van de binnenring op te lossen, moeten de weggebruikers de in- en uitrit kunnen nemen zonder elkaar te kruisen. Het verminderen van weefbewegingen is een basisprincipe. Het vermijden van weefbewegingen ter hoogte van deze in- en uitrit is ook een van de uitgangspunten van de herinrichting van de ring om Brussel.
Naast het wegnemen van deze weefbewegingen blijft ook de impact van de zeer hoge verkeersintensiteit door de verschillende ontwikkelingen op het wegennet in de omgeving een belangrijk aandachtspunt. Ik kom daar nog op terug.
Ik kan u bevestigen dat alle infrastructuurwerken die projectspecifiek zijn, niet door Vlaanderen worden betaald. Dat is zo en dat blijft zo.
Op 22 juni was er een overleg bij de provinciegouverneur met AWV en het departement MOW. Er was nog overleg op 30 juni en 7 juli, en tot slot, gisteren nog. Toen ging het over fietspaden langs de Romeinse Steenweg en over de parkeerdruk in Wemmel. De burgemeester van Wemmel had wat bemerkingen, om het eufemistisch uit te drukken.
Mijn administratie ziet erop toe dat de plannen voor de herinrichting van de ring rond Brussel compatibel zijn met de plannen voor het nieuwe voetbalstadion. Dat betekent dat de infrastructuur die wordt aangelegd, ook letterlijk past binnen de infrastructuur die nodig is voor de aansluiting naar het voetbalstadion en de nieuwe ontwikkelingen. Wat mij meer zorgen baart, is het grotere mobiliteitsvraagstuk in de ruimere regio, namelijk de ontsluiting van drie projecten via één afrit. Dat kan tot problemen leiden. Minstens een van de projecten is op evenementen gericht. Het gaat om grote optredens en voetbalwedstrijden met tot zestigduizend toeschouwers die allemaal op hetzelfde moment of binnen de tijdspanne van een uur moeten gebruikmaken van een en dezelfde oprit en die na de afloop met zijn allen moeten gebruikmaken van een en dezelfde afrit. En dan heb ik het nog maar over een evenement op een van de drie locaties, er kunnen net zo goed twee of zelfs drie evenementen tegelijk plaatsvinden. Ik heb dan ook aan het Vlaams Verkeerscentrum gevraagd om dit te bestuderen en simulaties te maken van de impact, zodat we daar toch enig zicht op hebben, gelet op de zorg die daarvoor leeft.
Het is duidelijk dat mobiliteitsoffertes voor een parking van 10.000 tot 15.000 – het is een zeer grote bedoening – parkeerplaatsen grondig bestudeerd moeten worden binnen de lopende project-MER, en dat niet alleen voor Eurostadion Brussels, maar ook voor alle bijkomende ontwikkelingsscenario’s.
Binnen het Brabantnet bekijkt De Lijn Vlaams-Brabant momenteel een wijziging van het tracé langs de A12. Er wordt onderzocht of deze tram over de site van Parking C kan rijden. Deze tracéwijziging wordt momenteel onderzocht in een lopende plan-MER-procedure. Wel wil ik erop wijzen dat het zeer onwaarschijnlijk is dat het Brabantnet operationeel zal zijn voor de opening van het stadion. Ook de volledige herinrichting van de ring zal pas worden afgerond na het stadion. Daar wordt gefocust op 2018.
Of een en ander past binnen het GRUP van het VSGB kan ik niet zeggen. Dat antwoord ken ik niet. Ik heb wel vernomen dat er misschien wat onzekerheid dreigt doordat er een procedure aanhangig is gemaakt bij de Raad van State tegen de bestemmingswijziging van NEO. De auditeur-generaal van de Raad van State adviseert om de bestemmingswijziging te vernietigen. Ik weet ook niet in welke mate dat invloed zal hebben. Beide projecten waren toch enigszins gekoppeld, toch op financieel vlak – ik ken het exacte verhaal niet. Dat is dus onder voorbehoud.
Ik heb er alleszins geen weet van dat er in hoofde van de stad Brussel, het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest of RSCA een gewijzigde visie is. Ik hoop wel ter zake op de hoogte gehouden te worden. Ik hoop ook op dat vlak nog wat contacten te kunnen hebben.
De heer Doomst heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw omstandige antwoord.
Collega’s, volgens mij is het geen luchtkasteel, maar probeert men er alles aan te doen om dat voetbalpaleis er te krijgen. Ik ga akkoord dat we – om bij de thematiek te blijven – de bal in de juiste goals moeten sjotten. Ik heb de vraag daarom ook aan minister Schauvliege gesteld, maar men bevindt zich nog in de MER-studie, nog niet in het uiteindelijke concept. Gisteren is de vraag uitgesteld omdat we met een andere match zaten, maar de vraag is volgende week opnieuw aan de orde. We vernemen ook dat men zich vanuit de ondernemers echt schikt en er alles aan doet om dit binnen het RUP ook conform te krijgen. Het is duidelijk dat men er alles aan zal doen om het concept gerealiseerd te krijgen.
Ik ben blij van de minister te horen dat wanneer er aansluitingen op de ring zijn, hij ervoor zal zorgen dat alles conform is met het totaalplan voor de ring rond Brussel.
Minister, het is ook goed dat u de verkeersstudie bestelt om eens te bekijken wat het effect zal zijn van de geplande parking. Ik heb de indruk dat het voor Brabantnet het meest duidelijk is waar men naartoe gaat, dat de plannen het meest correct en duidelijk zijn uitgeschreven. We zullen het mobiliteitseffect ervan op de voet blijven volgen. Ik ben ervan overtuigd dat de druk vanuit Europa op voetbalniveau heel groot zal zijn om het te doen.
Ik deel ook de zorg vanwege de N-VA-fractie om koning Boudewijn en zijn stadion te blijven eren. Ik deel de nationale reflex.
De heer Parys heeft het woord.
Het is aandoenlijk, mijnheer Doomst, om u zo in de bres te zien springen voor de overleden vorst.
Minister, ik heb vooral van u begrepen dat u in de fases plan- en project-MER alles moet onderzoeken en dat u daar uw diensten uiteraard medewerking aan laat verlenen. Ik heb ook begrepen dat er heel wat ruimtelijke onzekerheid is. Als ik hoor over de adviezen van de Raad van State over delen van het GRUP-VSGB in die regio, dan blijft mijn hoofdvraag overeind. Ik hoop dan maar dat ze volgende week beter en duidelijker zal worden beantwoord door de minister van Ruimtelijke Ordening. Zijn we bezig over iets dat er effectief zal komen? Is het verstandig om het er te laten komen? U zult begrijpen dat wij er erg kritisch tegenover staan aangezien er een goedkoper, sneller en beter alternatief voorhanden lijkt te zijn.
Mevrouw Sminate heeft het woord.
Voorzitter, minister, een van mijn grote bezorgdheden is de verzadiging van de Brusselse ring. Er kan worden aangegeven dat de verbreding op komst is, maar dan zitten we natuurlijk met een groot timingprobleem: de werken zullen niet uitgevoerd worden tegen 2018. Hetzelfde geldt voor de tramlijn.
Zelfs als we het timingprobleem buiten beschouwing laten, kan op dit moment niemand garanderen dat de ring na de verbreding bestand zal zijn tegen het cumulatief effect van het nieuwe stadion, van het Heizelstadion, van het NEO-project. Ik vind het een heel positief signaal dat u vandaag geeft, namelijk dat u het effect van al die projecten zult laten onderzoeken op de capaciteit van de Brusselse ring.
De vraag om uitleg is afgehandeld.