Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Verslag
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Op 6 oktober begint het tweejaarlijkse Europaliafestival. Dit jaar is het gastland Turkije. Tot 31 januari kunnen we kennismaken met het culturele erfgoed van Turkije, van muziek over gastronomie, mode en design, beeldende kunst, tot dans en literatuur.
Dat festival vindt jammer genoeg plaats tegen een achtergrond van oplopende spanningen in het land. Dat de persvrijheid in Turkije onder druk staat, is een understatement. Jarenlang al voert Turkije de rangschikking aan van landen die journalisten opsluiten en recent is een Nederlandse journaliste zelfs uit Turkije uitgezet.
De oplopende spanning tussen de Turkse overheid en de Koerdische minderheid is wel verontrustend. Ze is het directe gevolg van de confronterende politiek van de AK-partij. Van in 2002 regeerde die met een meerderheid, maar sinds de parlementsverkiezingen in juni is ze haar meerderheid kwijt. President Erdogan had gehoopt op een parlement dat hem ter wille zou zijn, maar nu dat niet zo is, provoceert hij.
De Koerdische politieke beweging is sinds enkele maanden steeds meer het doelwit van geweld. Onlangs, op 8 en 9 september, bereikte het geweld een hoogtepunt met wat regelrechte pogroms genoemd moeten worden. Tientallen kantoren van de HDP, de Koerdische partij die in juni nog 13 procent van de stemmen behaalde, zijn aangevallen en in brand gestoken. Maar het zijn niet alleen politieke doelwitten die aangevallen worden. Mensen van Koerdische afkomst zijn het slachtoffer van lynchpartijen, Koerdische handelszaken zijn in brand gestoken, oppositiekranten aangevallen. De daders kwamen uit kringen die duidelijk rekruteerden in de achterban van Erdogan. De religieuze minderheden in Turkije blijven voorlopig gespaard, maar ze weten uit ervaring dat ook zij gevaar lopen.
Parallel aan het straatoproer is een grootschalig militair offensief van het Turkse leger in het voornamelijk door Koerden bewoonde zuidoosten van het land. Dat offensief is gericht tegen de PKK, de Koerdische arbeiderspartij, die door de EU als terreurorganisatie wordt beschouwd. De PKK heeft de afgelopen maanden veel slachtoffers gemaakt bij aanslagen op de Turkse veiligheidsdiensten. Door het Turkse legeroffensief zijn grote delen van Zuidoost-Turkije in staat van beleg, en zelfs lokale parlementsleden krijgen moeilijk of geen toegang tot de regio. Ze kunnen dus ook niet berichten over het groot aantal burgerslachtoffers. Ze kunnen niet controleren of dat inderdaad zo is.
De geschiedenis lijkt zich te herhalen, want ook in 1996 zou Turkije gastland zijn van Europalia. Het was min of meer in kannen en kruiken, maar als gevolg van de Turks-Koerdische spanningen werd besloten om het festival te schrappen door het gebrek aan respect voor de minderheid.
De Vlaamse Gemeenschap is een van de officiële partners van Europalia. Dat partnership hoeft zich niet te beperken tot lintjes doorknippen, zeker niet als het gaat om een kandidaat-lidstaat van de Europese Unie. Ik meen dat we de Turkse regering erop moeten wijzen dat we dat engagement aangegaan zijn omdat we geloven dat cultuur mensen kan samenbrengen, moeilijke vragen moet en mag durven stellen, een voedingsbodem kan zijn voor tolerantie en wederzijds begrip. Europalia Turkije kan de aanleiding zijn om de banden tussen Turkije en Vlaanderen aan te halen. Maar dat kan alleen met een Turkije dat de mensenrechten, de persvrijheid en de democratische spelregels respecteert. Alleen op die manier zullen we straks kunnen genieten van de tentoonstellingen, de concerten, de voordrachten en de voorstellingen die Europalia Turkije aanbiedt.
Minister-president, wat houdt het partnership van Vlaanderen met Europalia Turkije in? Kan de Vlaamse Regering naar aanleiding van Europalia Turkije de Turkse overheid aanspreken over de situatie in Turkije? Wat kunt u als minister van Buitenlands Beleid doen om de situatie van de Koerdische minderheid te verbeteren?
Mevrouw Turan heeft het woord.
Collega, dank u voor uw vraagstelling. Ik denk dat, als we als Vlaanderen internationaal willen doen gelden, we ook op de hoogte moeten zijn van een aantal internationale problemen en zien welke bijdrage we ter zake kunnen leveren vanuit Vlaanderen.
In de probleemstelling door collega Van Werde, zijn er delen waar ik me in kan vinden, maar er zijn duidelijk ook delen waar ik me niet in kan vinden. Er zijn spanningen in Turkije, ernstige spanningen. Het is niet alleen in het oosten van het land maar in de hele regio, niet alleen in Turkije. Het is een beetje een gevolg van wat er in Syrië en Irak bezig is.
Ook heel belangrijk en waar ik het absoluut niet mee eens ben, is dat er een strijd zou zijn tegen de Koerdische minderheid ‘as such’. De Koerdische minderheid is een grote minderheid, die goed verweven zit in Turkije. In vele gebieden, in de grootsteden wordt er zelfs geen onderscheid meer gemaakt van welke etnische minderheid men al dan niet is. Er zijn gemengde huwelijken. Er zijn kinderen uit die gemengde huwelijken. Het gaat niet over 2 of 3 of 5 procent van die minderheid, maar het gaat over 50 tot 60 procent.
Waarom zeg ik dat? Omdat er geen duidelijke strijd is tegen een bepaalde minderheid. Daar ben ik absoluut van overtuigd. Dat er problemen zijn, is een feit. U verwijst zelf naar een terroristische organisatie, erkend door Europa, erkend door België. Er is inderdaad een strijd bezig met die terreurorganisatie.
Turkije was en is nog altijd een belangrijk economisch partnerland, minister-president. We hebben daar nog altijd onze FIT-agent (Flanders Investment & Trade). Hebt u er weet van dat onze FIT-agent lijdt onder de spanningen die er nu zijn in Turkije? Welke rol denkt u daarin te kunnen spelen? Met de juiste setting van de problematiek, kunt als bemiddelaar inderdaad Europalia aanwenden om aan een aantal problemen die daar vandaag zijn en die zeer ernstig zijn, tegemoet te komen. Er is op dit ogenblik, zeker politiek, een zware impasse omdat men verkiezingen na verkiezingen heeft uitgeschreven. Dat gebeurt op dit ogenblik niet in de meest gezonde en serene omstandigheden. Daar houden wij ook ons hart voor vast. Op 1 november zijn er verkiezingen. Daarom denk ik dat Europalia een kans kan zijn voor u, minister-president, om een gesprek aan te gaan. Er is aangekondigd dat de president van Turkije bij de opening van Europalia aanwezig zal zijn. U kunt hem dan ook rechtstreeks treffen en misschien via de culturele rijkdom die er in Turkije is, waar wij vandaag ook een deel van in Vlaanderen hebben omwille van de verschillende groepen uit Turkije die in Vlaanderen aanwezig zijn, die groepen dichter bij elkaar brengen. Op de officiële opening van Europalia zal de president van Turkije aanwezig zijn, als ik me niet vergis. Gaat u daar zelf naartoe? Met welke boodschap gaat u daar naartoe? Welke gesprekken en belangrijke boodschappen wilt u daar meegeven, zowel aan de Turkse president als aan alle andere bezoekers van Europalia?
Turkije is niet toevallig een gastland van Europalia, denk ik. Ik weet dat de gesprekken vorig jaar met heel veel enthousiasme begonnen zijn. De vraag is of de spanningen een weerslag op de programmatie zullen hebben. Hebt u daar weet van?
Ik ken in alle eerlijkheid de programmatie van Europalia niet. Ik heb het nog niet bekeken. Ik weet niet wat er allemaal gepland staat, of er een diverse planning is geweest en of die een kapstok kan zijn om in de regio wat rust te brengen. Een stabiel Turkije is onontbeerlijk voor de regio, als we kijken naar wat daar allemaal aan het broeden is. Ik zal u één ding zeggen over Turkije en de pushbacks naar Turkije: Turkije vangt op dit ogenblik, als ik me niet vergis, ongeveer 2 miljoen Syrische vluchtelingen op. Officieus zijn er tegen de 4 miljoen vluchtelingen. De miljarden die vandaag in dat land worden uitgegeven om die vluchtelingen op te vangen, zijn budgetten waar wij in Vlaanderen nog niet eens over zouden durven spreken. Die vluchtelingen worden in goed georganiseerde kampen en ook in steden opgevangen.
De laatste trend in Europa, het feit dat vele vluchtelingen hun kans in Europa wagen, brengt extra druk mee, want de Syrische vluchtelingen die in de steden en in die kampen zaten, trekken nu massaal naar de grens van Bulgarije en Griekenland. Turkije heeft wat dat betreft ook een probleem. Wij denken aan pushbacks, maar Turkije is zelf intern bezig met pushbacks, namelijk van de vluchtelingen die nu hun kans willen wagen in Europa. Het is een immens menselijk drama. We zien gezinnen met kinderen hier binnen de Europese grenzen maar er zijn nog miljoenen mensen die in Turkije zelf onderweg zijn. De bussen nemen hen niet mee, ze gaan te voet. Als ze in bussen zitten, worden ze terug naar de kampen gevoerd. De volgende dag zijn ze weer onderweg. Ik denk dat Turkije op dit ogenblik alle mogelijke steun, moreel maar ook noodsteun, kan gebruiken om de vluchtelingen daar goed te laten inburgeren. Ik weet het niet.
We kunnen die vluchtelingen vandaag niet zeggen dat ze maar zes maanden in die kampen moeten zitten, want een leven uitbouwen in een kamp is geen leven. Minister-president, ik denk dat u veel te bespreken zou kunnen hebben met de president van Turkije, die in het kader van Europalia naar Brussel komt. Graag meer informatie.
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Ik heb het gevoel dat we heel breed gaan naar aanleiding van de vraag. Ik ga me focussen op de vraag die voorligt. Collega’s, het is een federaal cultureel initiatief, net zoals de vorige edities van Europalia Turkije. Er is een centrale tentoonstelling in het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel. Er zijn een aantal partners bij betrokken, privé en publiek. Minister Gatz, bevoegd voor de cultuur, heeft aan de organisatie een subsidie toegekend van 25.000 euro.
Naar aanleiding van die organisatie heb ik geen mogelijkheid om contacten te hebben over de situatie in Turkije. Ik ben niet uitgenodigd, ik ben er niet officieel bij betrokken. Turkije heeft nog nooit contact opgenomen met de deelstaten, op geen enkele manier. De reden daarvoor ligt voor de hand: de regionale bewegingen in Turkije zelf. Landen die daarmee worden geconfronteerd, zijn vaak heel terughoudend om rechtstreeks contact te hebben met deelstaten, met deelstaatparlementen of met deelstaatregeringen. Europalia is een vlaggenschip van de federale culturele diplomatie. Voor de rest is Vlaanderen daar op geen enkele manier bij betrokken, mevrouw Van Werde.
Bilateraal kunnen we aan de positie van de Koerdische minderheid in Turkije uiteraard weinig doen. We moeten werken met de Europese Commissie, dat heb ik hier bij gelegenheid al eens gezegd. Op een vraag van mevrouw Soens heb ik in mijn antwoord verwezen naar de standpunten. Juncker heeft bij zijn aantreden uitdrukkelijk gezegd dat er geen uitbreiding komt, dat in Turkije de mensenrechten worden geschonden, dat er geen sprake van is dat in deze periode de Europese Unie uitbreidt. Zowel het Vlaamse als het federale regeerakkoord bevat de bepaling dat er eerst aan verdieping wordt gewerkt en dat er van uitbreiding geen sprake kan zijn.
Juncker heeft zeer uitdrukkelijk de schending van de mensenrechten gekapitteld. We weten dat er onder andere problemen zijn met de persvrijheid. U weet dat minister Gatz een publiek statement heeft gemaakt op het moment dat een correspondent van Zaman aangehouden is. Als het gaat over mensenrechten, is het het best dat de EU in haar geheel optreedt. Specifiek voor de Koerdische kwestie heb ik vorig jaar een politieke delegatie ontvangen in Errera. Ik heb ook 400.000 euro noodhulp vrijgemaakt toen. Ik ben van plan om in de loop van deze periode een officieel bezoek te brengen aan Iraaks Koerdistan.
Het is me niet bekend of onze FIT’er in Turkije onder de situatie zou lijden, zoals u dat hebt uitgedrukt. Ik weet dat hij zijn job daar doet, maar dat er haast dagelijks meldingen zijn van spanningen. Turkije wil bij mijn weten Cyprus nog altijd niet erkennen als lidstaat. Daar gaan grote problemen mee gepaard. Daar hebben we allemaal weet van.
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik neem nota van het feit dat Europalia een federale aangelegenheid is en dat u dus niet de gelegenheid zult hebben om met de president te spreken. De situatie van de Koerden is verontrustend, zoals u zegt. We moeten die nauwgezet opvolgen en doen wat in onze mogelijkheden ligt om de oorlogssituatie kenbaar te maken. In die zin ben ik blij dat een delegatie van de Senaat, waaronder partijgenoot Pol Van Den Driessche, onlangs naar Koerdistan is geweest om poolshoogte te nemen.
Ik ben het niet eens met u, mevrouw Turan. Er zijn genoeg rechtstreeks aanvallen geweest op Koerdische burgers om het een probleem te noemen. Ik blijf erbij dat we het zo veel mogelijk onder de aandacht moeten brengen.
Mevrouw Turan heeft het woord.
Gelukkig ben ik het niet eens met de N-VA, het is niet de eerste keer en het zal niet de laatste keer zijn, daar ben ik heel blij om. Ik noteer enkel dat uw voorganger Kris Peeters en andere ministers tijdens de vorige legislatuur verschillende keren naar Turkije zijn gegaan. Turkije was een heel aantrekkelijke regio, het BRIC-land achter de deur, waar we enorm veel relaties mee moesten onderhouden.
Nog los van de toetreding waren de gesprekken en de onderhandelingen met Europa zeer positief voor het democratiseringsproces en andere processen in Turkije. Ik vind het geen goede zaak dat de deur wordt dichtgedaan. Daar kunt u niet veel aan doen, minister-president, maar ik noteer dat deze Vlaamse Regering op dit ogenblik afstand neemt van Turkije als een aantrekkelijk BRIC-land achter de deur.
Mevrouw Turan, u noteert wat u wilt noteren. Ik heb gezegd wat ik heb gezegd, en ik heb niet gezegd wat u concludeert. Het is niet de eerste keer dat sp.a erin slaagt om mijn woorden te verdraaien. Ik nodig alle lezers en luisteraars uit om te kijken wat ik heb gezegd.
De vraag om uitleg is afgehandeld.