Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ik wil een lans breken voor personen met een hooggevoelige persoonlijkheid (HSP, highly sensitive person). HSP is geen stoornis, maar een persoonlijkheidskenmerk. Het is een aangeboren karaktereigenschap die voortkomt uit een bepaalde manier van functioneren van het centraal zenuwstelstel. Het is ook niet terug te vinden in de DSM IV en de ICD 10, twee manuals die ook door de VDAB worden gebruikt om te bepalen of er sprake is van een arbeidshandicap en of het doelgroepenbeleid van toepassing is. Omdat HSP niet in de manuals is opgenomen, is het ook minder bekend bij de psychosociale diensten van de VDAB, en komt het daar weinig aan bod.
Er is positief nieuws vanuit HSP Vlaanderen. HSP Vlaanderen is een vrijwilligersorganisatie die HSP op de kaart wil zetten en een sterk ondersteunend platform biedt voor sensibilisering en ondersteuning van mensen met HSP. Onlangs was er hierover ook een colloquium waar de recentste wetenschappelijke bevindingen getoetst werden aan de ondervindingen uit de praktijk. De conclusie was dat die hooggevoelige personen perfect kunnen functioneren zowel op onze arbeidsmarkt als in de globale maatschappij. Maar er is meer nood aan kennis van deze persoonlijkheidseigenschap, waar 15 tot 20 procent van de bevolking mee te maken heeft.
HSP Vlaanderen pleit voor meer bewustwording vanuit onze maatschappij. Een bewustwording dat er mensen zijn die moeilijker kunnen omgaan met de prikkels die elke dag op hen afkomen. Zij zijn ook gevoeliger voor psychosociale aandoeningen. Personen met HSP moeten zich ook bewust worden van het probleem. Vaak voelen ze zich een buitenbeentje en weten niet echt wat er mis loopt.
Rekening houden met personen met HSP en hun zelfbewustwording zou een grote stap vooruit zijn om ervoor te zorgen dat zij niet uitvallen in het onderwijs en/of later misbegrepen worden op de arbeidsmarkt.
Personen met HSP hebben een sterk empathisch vermogen. Hierdoor zijn zij vaker terug te vinden zijn in de zorgsector en de welzijnssector.
Aangezien we met deze regering zo veel mogelijk mensen op een kwalitatieve manier willen klaarmaken voor de arbeidsmarkt, diversiteit hoog in het vaandel dragen en blijvend willen inzetten op een risicobeperking inzake psychosociale problemen, zoals stress, burn-outs en depressiviteit, stel ik graag volgende concrete vragen.
Minister, welke initiatieven kunnen we vanuit het onderwijs aanreiken om leerlingen en leerkrachten te sensibiliseren voor HSP en om de kennis en detectie van hoogsensitiviteit te verhogen? Zijn de psychosociale diensten binnen de scholencontext op de hoogte van dit persoonlijkheidskenmerk? Is er een bepaald beleid of een bepaalde visie rond? Kunnen leerlingen waarbij HSP werd vastgesteld, worden ondersteund binnen het onderwijs? Kunnen ook leerkrachten waarbij HSP werd vastgesteld, worden ondersteund? Zal deze thematiek worden ingebed als volwaardig onderdeel van een inclusief en diversiteitsbeleid in het onderwijs?
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u, mevrouw Talpe, voor deze vraag. En welkom in deze commissie. Dit is, denk ik toch, uw eerste vraag hier. Mijn zeer hooggevoelige persoonlijkheid heeft dat toch weer opgemerkt.
U zegt heel terecht dat HSP geen stoornis maar een persoonlijkheidskenmerk is. Het stellen van die diagnose is niet zo evident. Deze eigenschap komt soms voor samen met ADHD of ASS of andere beperkingen. Als leerlingen, naast dit persoonlijkheidskenmerk, een diagnose hebben die toegang verleent tot gon, kunnen zij nu op die mogelijkheid een beroep doen. Aangezien het gaat om een persoonlijkheidseigenschap en niet om een beperking, is er tot nu toe nooit sprake van geweest om voor hoogsensitieve leerlingen een bijkomend type in het buitengewoon onderwijs of het gon te creëren. Wel is het aangewezen dat scholen waar deze leerlingen zijn ingeschreven, de nodige maatregelen treffen om in hun zorgbeleid, waar mogelijk, rekening te houden met deze en ook andere eigenschappen van leerlingen.
Uiteraard ben ik begaan met het welbevinden en het welzijn van leerkrachten, ongeacht hun persoonlijkheid. Ik ondersteun scholen door middel van allerhande initiatieven die de nadruk leggen op het welbevinden. De aanpak van psychosociale risico’s is een van de thema’s die heel expliciet aan bod komen in het werken aan welbevinden.
Op dit ogenblik zijn wij samen met de sociale partners binnen het onderwijs bezig met een geïntegreerd beleid dat moet toelaten dat scholen zich beter kunnen inzetten voor preventieve maatregelen op dat vlak. Ik kijk ook uit naar het startschot voor de onderhandelingen over het loopbaanpact. Ook dat kan maatregelen opleveren.
Een schoolbestuur is autonoom verantwoordelijk voor het personeelsbeleid. Daarbij wordt rekening gehouden met competenties, talenten en de eigenheid van leerkrachten. We moeten natuurlijk werken aan een duurzaam hr-beleid dat een antwoord biedt op de vraag hoe het onderwijspersoneel zich blijvend en geboeid kan engageren.
Indien leerkrachten alsnog zouden vinden dat de school onvoldoende inspanningen doet om risico’s inzake psychosociale problemen te voorkomen, kunnen zij dat aankaarten bij de directie of het schoolbestuur. Ze kunnen ook een gesprek aanvragen bij de vertrouwenspersoon of zij kunnen zich rechtstreeks wenden tot de psychosociale preventieadviseur van hun school. De school is verplicht om de coördinaten in het arbeidsreglement te voorzien.
Dat is in een notendop wat er bestaat met betrekking tot de aanpak van hoogsensitiviteit bij leerlingen of leerkrachten.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Minister, dank u. Ik ben blij dat u erkent dat HSP deel uitmaakt van onze samenleving en dat er ook in ons onderwijs zeker rekening mee moet worden gehouden. Ik begrijp dat dit vandaag al in de bestaande structuren in zekere zin wordt opgevangen. Ik twijfel daar niet aan. Maar misschien kan het een aanrader zijn om eens met HSP Vlaanderen contact op te nemen. Deze vrijwilligersorganisatie heeft een sterke basis en heeft heel veel expertise opgebouwd. Ik heb hierover ook een vraag gesteld aan minister Vandeurzen in de commissie Welzijn. Hij zou een vergadering beleggen met HSP Vlaanderen. Misschien heeft die vergadering nog niet plaatsgevonden. Dit kan misschien een momentum zijn om eens te polsen waar we nog iets verder zouden kunnen gaan dan het bestaande instrumentarium. Voor die personen met HSP kan een heel kleine aanpassing soms een groot verschil uitmaken. Ik kijk er alvast naar uit om dit verder op te volgen.
De heer Durnez heeft het woord.
Ik kan mij voorstellen dat er wat betreft sensitiviteit ook een gausscurve bestaat, dat er aan de andere zijde in de samenleving nog een andere groep is. Mevrouw Talpe heeft het over 20 procent aan de ene zijde; dat zal dan 20 procent aan de andere zijde geven. Het is een kwaliteit van die mensen en geen deficit. We moeten het ook op die manier benaderen. Het is inderdaad geen stoornis. We moeten de mogelijkheden die zij aan onze samenleving bieden, versterken. Wij mogen hen niet isoleren als een probleemgroep en de kwaliteit diagnosticeren als een stoornis of een tekort. Dat zou zeer jammer zijn. Wij moeten de twee benaderingen in de gaten houden. Als er problemen zijn aan de ene of de andere zijde, moeten wij vooral kwaliteit honoreren en versterken.
Mevrouw Krekels heeft het woord.
Mijn opmerking ligt in de lijn van die van de heer Durnez. We begeven ons op een dunne lijn als we in verband met persoonlijkheidskenmerken denken aan gon en dergelijke. Er zijn inderdaad kinderen of volwassenen die heel gevoelig zijn. Maar als je ondersteuning of begeleiding aanbiedt, moet je dit, zoals de minister al zei, opentrekken voor alle kinderen en voor alle sterktes en zwaktes die een mens heeft. Ook iemand met hoogsensitiviteit moet leren omgaan met de maatschappij waarin wij leven. Kennismaking en bewustwording zijn hiervan een heel belangrijk aspect. Maar iedereen heeft wel iets wat bij anderen soms moeilijk ligt. (Gelach)
We moeten geen namen noemen. Als we binnen onderwijs iets doen, moeten we dit opentrekken naar alle persoonlijkheidskenmerken van iedereen. We moeten daar als maatschappij globaal mee leren omgaan. We mogen niet te specifiek naar die hoogsensibiliteit toegaan. Hoewel het wel iets is waarmee je rekening moet houden. Je mag het zeker niet minimaliseren.
Dit moet dus vooral in de breedte en niet te veel in de engte worden bekeken. Het zal voor die mensen meer ondersteunend zijn als wij hun tools aanreiken om ermee te leren omgaan, meer dan dat we er te veel in zouden meegaan. Dat is een belangrijk verschil.
De vraag om uitleg is afgehandeld.