Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Verslag
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, de nood aan voldoende opvangplaatsen voor jongeren die daar nood aan hebben, kwam in de commissie Welzijn al vaak ter sprake. Het gaat dan bijvoorbeeld om jongeren die een als misdrijf omschreven feit (MOF) hebben gepleegd of die in een verontrustende opvoedingssituatie verkeren. De gemeenschapsinstellingen worden geconfronteerd met een hoge instroom en kampen geregeld met acuut plaatsgebrek. Zo is er een erg hoge bezettingsgraad in deze instellingen en kon aan een aantal aanmeldingen al geen gunstig gevolg gegeven worden.
De capaciteitsuitbreidingen van de laatste jaren kunnen het tekort aan opvangplaatsen blijkbaar niet altijd voldoende invullen. Zo lazen we de afgelopen maanden enkele keren dat meisjes noodgedwongen in een politiecel moesten overnachten omdat er geen plaats was in een gemeenschapsinstelling.
Minister, in uw beleidsnota 2014-2019 kondigde u aan werk te willen maken van de uitbreiding van de gesloten opvang in Vlaanderen en daarvoor te werken met een meerjarenplan. Op de ministerraad van de Vlaamse Regering van 26 juni legde u een nota voor met een voorstel voor infrastructurele aanpassingen aan onder andere de instelling De Grubbe en de uitbouw van een meisjescampus in gemeenschapsinstelling De Kempen. Met die aanpassingen wenst u tegemoet te komen aan de noodzaak om in passende en volwaardige faciliteiten en infrastructuur op maat van het doelpubliek te voorzien.
In april 2015 kondigde u ook aan dat 37 nieuwe plaatsen zouden worden gerealiseerd in de gemeenschapsinstellingen. Met de nieuwe campus in Wingene van gemeenschapsinstelling De Zande, die geopend werd op 1 juli, was het ook de bedoeling om op termijn plaats te bieden aan in totaal 36 jongens in een gesloten regime, waarvan 18 nieuwe plaatsen.
Op 18 augustus kondigde u de uitbreiding aan van in totaal negen extra opvangplaatsen voor meisjes in de campus Ruislede. De opening is voorzien voor 15 oktober. Een deel van de geplande capaciteitsuitbreiding voor jongens wordt versneld en tijdelijk ingezet voor meisjes. U had eerder al eens gezegd dat u dat overwoog. Het gaat om een nieuwe herstelgerichte time-outleefgroep, die bestemd is voor meisjes bij wie de begeleiding in een andere voorziening moeilijk loopt. Met die uitbreiding wilt u snel gevolg geven aan de verhoogde maatschappelijke druk tot opname van meisjes die kampen met een complexe problematiek.
In antwoord op een actuele vraag op 30 juni over het plaatsgebrek in gemeenschapsinstellingen gaf u aan in gesprek te willen gaan met de magistraten over de maximale mogelijkheden om de gemeenschapsinstellingen in Vlaanderen te benutten. Daarnaast gaf u ook aan te willen bekijken welke mogelijkheden het private aanbod kan leveren. In Nederland heeft men daar bijvoorbeeld al ervaring mee.
In oktober opent een leefgroep voor meisjes in gemeenschapsinstelling De Zande. Het betreft een tijdelijke en versnelde inzet van de capaciteit die eerder was voorzien voor jongens. Is daarvoor een bijkomende infrastructurele aanpassing nodig? Zult u op basis van de huidige analyse van de noden en uw gesprekken met onder meer de magistraten nog andere aanpassingen doen aan het voorziene uitbreidingsbeleid?
De recent aangekondigde uitbreiding voor meisjes betreft een time-outgroep voor meisjes voor wie de begeleiding in een andere voorziening moeilijk loopt. In de nota van 26 juni 2015 wordt uitbreiding voor meisjes gepland, maar die wordt niet gespecifieerd. Is het de bedoeling dat de invulling definitief als time-outgroep gebeurt?
In de campus Ruiselede waren initieel geen plaatsen voor meisjes gepland. Nu komt er wel een nieuwe groep voor negen meisjes. Is het de bedoeling die plaatsen voor meisjes ook op termijn in Ruiselede te behouden of zullen die nadien elders worden ondergebracht?
In uw antwoord op de actuele vraag van 30 juni stelde u dat u wilde bekijken in hoeverre in de private voorzieningen ook mogelijkheden kunnen worden geboden voor gesloten opvang. Is hierover al overleg geweest met de private voorzieningen en met de jeugdrechtbanken? Indien ja, wat was het resultaat? Indien neen, zal dit op korte termijn gebeuren? Welke randvoorwaarden zijn er eventueel nodig om dit te kunnen realiseren?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Het klopt dat we op de campus Ruiselede een leefgroep openen voor negen meisjes, waarmee we tegemoetkomen aan de vraag van de jeugdmagistratuur, en sneller extra capaciteit plannen voor meisjes die wegens hun vluchtgedrag nood hebben aan een gesloten setting. Hiervoor zijn geen infrastructurele werken nodig, maar er wordt wel een grondige opfrissing van deze leefgroep gepland.
Op basis van de huidige analyse van de noden hebben we deze verschuiving van de capaciteit jongens naar meisjes gemaakt. Andere aanpassingen plannen we op dit ogenblik niet.
Midden 2016, wanneer de infrastructuurwerken in Beernem zijn voltooid en er twee bijkomende leefgroepen met een extra capaciteit voor achttien meisjes kunnen worden geopend, verhuist de time-outleefgroep van negen meisjes van Ruiselede naar Beernem. Zo behouden we de time-outleefgroep en plannen we naast de time-outleefgroep in campus De Markt te Mol voor de regio Oost een time-outleefgroep in de campus Beernem voor de regio West en realiseren we een regionale spreiding.
De time-outleefgroepen zijn gericht op jongeren voor wie het hulpverleningstraject dreigt te stranden, omdat zij hun voorziening ontvluchten of door hun gedrag tegen de grenzen van de draagkracht van de voorziening botsen. Door specifiek structurerend en herstelgericht te werken wordt een breuk in het hulpverleningstraject vermeden. Naast de time-outleefgroep in Beernem wordt er nog in een leefgroep van negen meisjes met reguliere capaciteit voorzien. Er werd nog niet beslist of dit over een open dan wel gesloten capaciteit gaat.
Begin juli vond er overleg plaats met de private voorzieningen en de magistratuur om, uitgaande van het concept van de proeftuinen en naar analogie met de trajecten in de gemeenschapsinstellingen, een sterk structurerend aanbod met verhoogd toezicht te ontwikkelen voor jongeren die hieraan behoefte hebben. Het betreft jongeren die zich stelselmatig aan de hulpverlening onttrekken. Dat overleg zal in de komende maanden worden voortgezet. We wachten nu op de visie die de private voorzieningen zelf voorleggen op deze vraag, nadien vatten we de gesprekken met de jeugdmagistratuur opnieuw aan. Ook met de vakbonden werd er overleg gepleegd.
Met het oog op het versterken van het gecombineerd aanbod voor adolescente meisjes met complexe problemen, loopt er sinds 1 september 2014 reeds een overeenkomst tussen Jongerenwelzijn enerzijds en Emmaüs en ZNA Universitaire Kinder- en Jeugdpsychiatrie (UKJA) anderzijds, voor de behandeling van meisjes tussen 12 en 18 jaar met ernstige problemen in het regelen van gedrag en emoties, met mogelijks een dreigende persoonlijkheidsstoornis type borderline.
Het project met Emmaüs en UKJA voorziet in een behandeling van maximaal 23 meisjes. Daarnaast trekken we in het uitbreidingsbeleid 2015 binnen het actieplan jeugdhulp 2 miljoen euro uit voor jongeren met een complexe problematiek en 800.000 euro voor uitstroomtrajecten.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Daarmee is heel duidelijk hoe het verdere uitbreidingsplan zal worden uitgevoerd. Ik ben tevreden dat u al gesprekken hebt gevoerd met private voorzieningen voor de organisatie van een sterk structurerend aanbod in de private voorzieningen. Ik ben benieuwd om in de volgende periode te horen hoe dit verder zal lopen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.