Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
Mevrouw Vermeulen heeft het woord.
De inleiding van mijn vraag begint met het feestje van de eerstesteenlegging van de nieuwe vismijn. Inderdaad, ondertussen is de eerste fase van de bouw gestart. Met de bouw van de vismijn zit het dus redelijk goed.
Steeds meer rijst echter de vraag bij de sceptische, jonge vissers of de Vlaamse vissector nog toekomst biedt en of een nieuwe vismijn daarin verandering zal brengen. “Een nieuwe vismijn terwijl onze eigen visserij stilaan verdwijnt”, luidt het. De vissector heeft het steeds moeilijker om jonge mensen aan te trekken. Ook jonge vissers die reder willen worden, krijgen volgens de sector te weinig kansen, niet alleen op financieel vlak, maar ook qua kansen om reder te worden. Zo verloopt de zoektocht naar een eigen schip tegenwoordig zeer moeizaam. Er zijn steeds minder Vlaamse vissersboten, en al te vaak worden ze verkocht aan Nederlanders. Nederlandse reders beschikken blijkbaar over meer kapitaal om boten te kopen. Ruim 35 procent van de Vlaamse vissersvloot is op dit moment in handen van Nederlandse bedrijven. De Belgische vloot wordt niet alleen elk jaar kleiner, ze veroudert zienderogen. Volgens het visserijrapport (VIRA) is 65 procent van de vaartuigen intussen meer dan 20 jaar oud. Een vissersvaartuig is gemiddeld 25 jaar oud.
Hierover heb ik de volgende vragen. Vissers krijgen de financiering voor hun vaartuig niet meer rond, zeggen ze. Welke inspanningen kan de Vlaamse Regering leveren om financiële instellingen over de streep te trekken om de aankoop van een vissersvaartuig door vissers te financieren? Zijn er vanuit Vlaanderen andere acties om jonge vissers-starters te ondersteunen in de aankoop van een eigen vaartuig?
De Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij (SALV) bracht op eigen initiatief een advies uit over het Operationeel Programma van het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) 2014-2020. De SALV merkt in dat advies op dat het aangewezen is om mogelijkheden voor vernieuwing prominenter aan bod te laten komen in het Operationeel Programma, aangezien de bouw van nieuwe vissersvaartuigen niet in aanmerking komt in het kader van het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij. Hebt u in het Operationeel Programma rekening gehouden met de adviezen van de SALV? De indiening van het Operationeel Programma bij Europa liep vertraging op. Werd het Operationeel Programma ondertussen al ingediend? Zo ja, kreeg België al de goedkeuring van Europa? In hoeverre speelt het Convenant Vistraject in op de problematiek van de veroudering van de vissersvloot? Onder welk actiepunt wordt dit gespecifieerd?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Ik ben ervan overtuigd dat wanneer er interessante initiatieven zijn, die in een positief investeringsklimaat kunnen plaatsvinden, er financiering zal zijn. Daarom bestaat het beleid dat ik wens te voeren er niet in, zoals u aangeeft, financiële instellingen ervan te overtuigen om projecten te financieren, maar wel om een mooie toekomst te bieden aan onze visserij, zoals het Vistraject, dat de basis vormt voor een samenwerking binnen het convenant ‘Visserij verduurzaamt’. ‘Verduurzaamt’ is een werkwoord: verder op weg ook naar een duurzame bestaanszekerheid. De drie pijlers van duurzaamheid zijn voor mij cruciaal. Dat is wat onze vissers nodig hebben en dat is hetgeen de financiële instellingen aanzet om mee te gaan met jonge investeerders.
Tijdens de discussies over het nieuw gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) hebben we heel sterk geijverd om in het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij maatregelen op te nemen om de bemanningsproblematiek aan te pakken en de verouderde vloot te kunnen vernieuwen. Omwille van de overcapaciteit bij de Europese vloot kon hiervoor weinig gehoor worden gevonden, ondanks het feit dat ons land een vloot heeft die in evenwicht is met de vangstmogelijkheden, maar wel sterk verouderd is. Het enige dat we dan ook kunnen doen, is deze vloot verder moderniseren, vertrekkend van de bestaande vaartuigen.
Vlaanderen zoekt naar mogelijkheden om jonge vissers/starters te ondersteunen, maar Europa is niet altijd even meegaand. Zo voorziet het Europees kader in een maximale steun van 75.000 euro voor jonge vissers voor de aankoop van een tweedehandsvaartuig kleiner dan 24 meter. Dit biedt ons land een heel beperkte mogelijkheid tot steun. Maar we zoeken creatief naar oplossingen. Zo is er binnen het convenant een werkgroep Kust, die de problematiek aanpakt.
We houden rekening met het advies van de SALV voor de opmaak van het operationeel programma. Het operationeel programma zet sterk in op de Unieprioriteit 1, die staat voor de bevordering van ecologisch duurzame, hulpbronefficiënte, innovatieve, concurrerende en op kennis gebaseerde visserij, en dit voor 13,8 miljoen euro aan Europese middelen en 11,5 miljoen euro aan nationale middelen.
Het overgrote deel is bestemd voor investeringen in de Vlaamse visserij. Dit moet het mogelijk maken om niet alleen de Belgische vloot verder te moderniseren, maar ook om deze vloot de nodige aanpassingen te laten doen. Het operationeel programma werd ingediend in juni 2015 en intussen lopen de onderhandelingen. Het is de bedoeling dat het eind dit jaar wordt goedgekeurd.
De problematiek van de veroudering van de vissersvloot wordt niet als een apart actiepunt gezien, maar als een van de zeven doelen binnen de convenant, namelijk ondernemingen van de toekomst, waarbij wordt gestreefd naar economisch rendabele rederijen die een stevige basis geven om te investeren in ecologische en sociale doelen. Het zijn immers de ondernemingen die het initiatief moeten nemen om onze vloot te verjongen, en daartoe hebben we gezonde ondernemingen nodig in een gezond investeringsklimaat. Binnen de krijtlijnen die ons zijn toegelaten, zetten we daar volop op in. Het convenant is daarin een heel belangrijke stap.
Mevrouw Vermeulen heeft het woord.
Minister, u zegt dat de krijtlijnen voor onze visserij beperkt zijn en dat Vlaanderen niet zomaar alles kan doen. Ook de rederscentrale zegt dat het jammer is dat Europa niet de typisch Belgische situatie ziet, maar de totale schaal. Europa zou dat beter lidstaat per lidstaat bekijken en daar het operationeel programma aan aanpassen. Maar daarover hebt u geen bevoegdheid.
Als we onze vissers willen blijven houden, is het enige wat ze nodig hebben een boot. Daar moeten we voor zorgen, dat ze daar altijd kunnen blijven aan geraken. Misschien moeten we praten met financiële instellingen zoals de landbouw doet. Er is een noodkreet vanuit de sector dat jonge vissers niet meer aan een boot geraken. In een artikel staat dat een visser al zes jaar bezig is met het verwerven van een eigen vaartuig, en dat dat niet lukt. Daar moeten we aandacht aan besteden.
De heer Vanderjeugd heeft het woord.
Minister, u spreekt over het convenant kust, maar daarnaast wordt er ook een werkgroep lokale initiatieven opgericht om sociale aspecten op te nemen zoals veiligheid en opleiding. Dat zijn belangrijke elementen. De werkgroep kan zelf ook projecten indienen.
Werkplekleren was al gepland. Initiatieven van de Vlaamse Regering voor leerjongeren kunnen een effect hebben op het Fonds voor Scheepsjongeren. Wat is de stand van zaken van die werkgroep lokale initiatieven? Heeft die al projecten ingediend? Heeft de regering al initiatieven genomen die effect hebben op het Fonds voor Scheepsjongeren?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer Vanderjeugd, er is een convenant en dat is een soort contract, een afspraak tussen de verschillende actoren, waar ook de Vlaamse overheid aan verbonden is. Onder dat convenant zitten de werkgroepen. De werkgroep Kust is een van die werkgroepen. Ik stel voor dat ik een stand van zaken laat maken van de verschillende werkgroepen onder het convenant, en die zal ik jullie overmaken. Zo kunt u nagaan welke stappen al zijn gezet en hoever we staan. Misschien is het ook een goede suggestie aan het parlement om daar een gedachtewisseling over te houden als het wat verder is gevorderd.
Minister, we noteren dat u ons de bijkomende gegevens via het secretariaat zult bezorgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.