Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
De heer Vandaele heeft het woord.
Minister, door de jaren heen werden in en buiten het parlement al vele vragen gesteld over het reilen en zeilen van de Stichting voor Duurzame Visserijontwikkeling (SDVO). Het laatste debat in de commissie Landbouw en Visserij kwam er naar aanleiding van de Europese conclusie dat er met name in het fameuze mosselproject Flanders Queen Mussel wel degelijk met overheidsmiddelen aan concurrentievervalsing en marktverstoring werd gedaan. U herhaalde toen in de commissie dat geen Vlaamse subsidies teruggevorderd dienden te worden aangezien die voor andere doeleinden werden gebruikt, en dus niet voor het gecontesteerde mosselproject. Andere overheidssubsidies worden echter wel teruggevorderd, en dat leidt nu naar verluidt tot het faillissement van de stichting. Voorzitter, mijn vraag dateert van 30 juni en dus van voor het reces, mijnheer Vanderjeugd. Personeelsleden werden intussen in vooropzeg geplaatst, als ik goed ben ingelicht. Volgens de pers werken de federale en de Vlaamse overheid inmiddels aan een nieuwe stichting voor duurzame visserij, met een meer wetenschappelijke basis.
Ik wil u daarover enkele vragen voorleggen. Op welke wijze is de Vlaamse overheid betrokken bij het faillissement? Zijn er bijvoorbeeld projecten die met Vlaamse steun lopen, maar niet meer uitgevoerd kunnen worden? Het faillissement is duidelijk een gevolg van verkeerde beslissingen. Weet u of stappen worden gezet om de verantwoordelijken voor dit verkeerde beleid aan te wijzen? Klopt het dat de Vlaamse overheid betrokken is bij de oprichting van een nieuwe stichting? Zo ja, graag wat meer informatie over de stand van zaken.
De heer Vanderjeugd heeft het woord.
We hebben het in de commissie al enkele keren gehad over de jammerlijke toestanden bij de SDVO. Het is jammer dat het zo is gelopen, want er is onterecht overheidssteun gebruikt. Een correcte afhandeling van de zaak is belangrijk. Er is ook een waardig alternatief nodig, steunend op lessen getrokken uit het verleden. Een ezel mag zich immers nooit twee keer aan dezelfde steen stoten. Ik heb dus enkele vragen. Welke lessen kunnen we uit de zaak trekken om gelijkaardige valkuilen in de toekomst te vermijden? Welke houding wordt ingenomen tegenover de personeelsleden die vandaag bij de SDVO in opzeg zijn geplaatst? Zullen ze een kans krijgen om bij voorrang bij de nieuwe stichting aan de slag te kunnen? In een vraag die ik op 4 maart stelde over het overleg tussen uzelf en onze staatssecretaris verantwoordelijk voor de Noordzee, de heer Bart Tommelein, over de nieuwe stichting, benadrukte ik de noodzaak van duidelijke afspraken. Beide niveaus hebben dezelfde belangen. Is daar al werk van gemaakt?
De heer Sintobin heeft het woord.
Over dit dossier worden in het Vlaams Parlement al sedert ongeveer tien jaar vragen gesteld. Iedereen die de zaak wat volgt, kent het dossier. Er is wel wat meer aan de hand, mijnheer Vandaele, dan het fout aanwenden van overheidsgeld. Het is hier niet de plaats om dat uit de doeken te doen; dat kan straks in de koffiekamer wel gebeuren. Iedereen kent de namen. De vraag van de heer Vandaele is terecht. Worden de schuldigen gestraft? Als ik het me goed herinner, heb ik hierover aan minister Kris Peeters nog een vraag gesteld. Ik meen me te herinneren dat in het bestuur van de stichting ook een vertegenwoordiger van de Vlaamse overheid zat. Klopt dit? En als dat klopt: wat heeft die persoon ondernomen tegen dat wanbeleid? Werd dat gerapporteerd?
De heer Caron heeft het woord.
Als voormalige vraagsteller heb ook ik een vraag: is het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO) betrokken bij de wetenschappelijke ontwikkeling van eventuele nieuwe denksporen ter zake?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, afgaande op de uiteenzettingen is dit duidelijk een West-Vlaamse zaak. Het Departement Landbouw en Visserij heeft al vele jaren geen subsidie meer toegekend aan de SDVO. Er zijn dus geen projecten die onze steun kregen, maar niet meer kunnen worden uitgevoerd ten gevolge van de faling. De SDVO is een stichting waar de Vlaamse overheid niet bij betrokken is – noch in financieel opzicht, noch wat het toezicht betreft. Ik kan dus niet oordelen over de schuldvragen. De raad van bestuur is paritair samengesteld uit werkgevers en werknemers uit de visserijsector. Zij zullen de verantwoordelijkheden zelf moeten bekijken. Ter informatie: het is de federale minister bevoegd voor werk die de onterecht gebruikte overheidssteun terugvordert ten gevolge van de Europese beslissing over dit dossier.
Op uw vraag of het klopt of de Vlaamse overheid betrokken is bij de oprichting van een nieuwe stichting kan ik u zeggen dat er nog geen concrete initiatieven werden genomen. We hebben al een paar keer samengezeten met staatssecretaris Tommelein om na te gaan wat kan worden ondernomen. Op dat punt zitten we nog niet helemaal op dezelfde lijn. Sommigen zeggen dat we volledig op onderzoek moeten inzetten; wij denken dat het wat concreter, ten goede van de sector moet komen, want het zijn tenslotte middelen van de werknemers zelf. Dat moet nog worden uitgeklaard. We beschikken overigens al over heel wat onderzoek over de visserijsector. Dat is de stand van zaken, en dat krijgt een vervolg.
Minister, ik begrijp waarom u voorzichtig antwoordt. Toch dacht ik dat de zaken al iets verder stonden dan wat ik uit uw antwoord afleid. Ik meende dat ook al af te leiden uit wat daarover enkele maanden geleden in de pers is verschenen. U zegt eigenlijk dat u al enkele keren met staatsecretaris Tommelein hebt gepraat, maar dat eigenlijk nog niets concreet op tafel ligt. Ik neem daar akte van.
De vraag om uitleg is afgehandeld.