Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Minister-president, het Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP) is dood, maar er komt gelukkig een nieuw handelsverdrag. We mogen dat absoluut niet het TTIP noemen. De protectionisten aan de overzijde van de oceaan en de protectionisten van hier hebben TTIP vakkundig gekelderd.
Vorige week heeft de Europese Unie toch een onderhandelingsmandaat gekregen van de verschillende lidstaten, om opnieuw met de Verenigde Staten te onderhandelen over een beperkt handelsverdrag. Het zou gaan om minder handelsbelemmeringen en om een gemakkelijkere toegang tot beide markten, zowel in de VS als in Europa. De consument kan tevreden zijn met lagere prijzen, een gemakkelijkere toegang tot de markt en minder douanetarieven. Iedereen tevreden.
Helaas blijken twee Europese lidstaten het nodig te vinden tegen te stemmen. Frankrijk is gekend om zijn protectionisme als het gaat om Franse producten als wijn, champagne of Franse kazen. Daarnaast heeft ook het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest in onze Belgische context tegen het onderhandelingsmandaat gestemd. Hierdoor heeft België zich met betrekking tot dit onderhandelingsmandaat onthouden.
Ik vind dit merkwaardig, want het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest voert amper uit naar het buitenland. Ik denk dat het 2 procent is. De vraag is dan ook hoe het mogelijk is dat een van de partners in dit land niet wil onderhandelen en stokken in de wielen wil steken. We weten immers goed dat bepaalde partijen die in de Brusselse Hoofdstedelijke Regering zitten ook hier deel van de Vlaamse Regering uitmaken. Ik vind dat enigszins merkwaardig.
Minister-president, hoe zal de Vlaamse Regering de exportbelangen blijven behartigen tijdens de onderhandelingen met de VS die op til zijn? We weten immers goed hoe moeilijk het Comprehensive Economic and Trade Agreement (CETA) tot stand is gekomen en hoe het Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP) is gestrand.
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Voorzitter, het besluit van 15 april 2019 is een gevolg van de gemeenschappelijke verklaring van de heer Juncker, voorzitter van de Europese Commissie, en van de Amerikaanse president Trump op 25 juli 2018. De VS heeft eenzijdig heffingen op aluminium en staal ingevoerd. De EU heeft gereageerd met tegenmaatregelen en daarop heeft president Trump gedreigd met invoerrechten voor de automobielsector. Hierop hebben president Trump en commissievoorzitter Juncker een gemeenschappelijke verklaring opgesteld.
Het mandaat dat de Europese Commissie nu krijgt, vormt de uitvoering van die gemeenschappelijke verklaring. Het mandaat strekt ertoe te komen tot een akkoord over de reductie tot nul van de invoer van industriële goederen in beide richtingen en over de vereenvoudiging van de conformiteitsattesten.
Op 15 april 2019 is een besluit genomen, met een tegenstem van Frankrijk en een onthouding van België. Die onthouding is er op het allerlaatste moment gekomen, want het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest heeft dit voordien tweemaal goedgekeurd. Op het allerlaatste moment werd het een tegenstem, wat ik sterk betreur.
Het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest staat in voor 1,3 procent van de export. Vlaanderen voert voor meer dan 16 miljard euro uit. Dat is bijna 80 procent van de Belgische export.
Het verdere verloop is heel normaal. De Europese Commissie onderhandelt binnen het mandaat en moet hierover terugkoppelen naar het handelscomité van de Raad Buitenlandse Zaken. Wij zijn daar geen lid van. Dat valt in categorie 1 en enkel de federale staat is daar lid van. We krijgen een terugkoppeling in de Directie-generaal Europese Zaken en Coördinatie (DGE). Er wordt transparant over het proces onderhandeld. Er wordt teruggekoppeld en de teksten worden doorgegeven. Indien dit tot een akkoord zou leiden, wat volgens de heer Selmayr, secretaris-generaal van de Europese Commissie, voor het eind van het jaar zou moeten kunnen gebeuren, zullen de Raad Buitenlandse Zaken en het Europees Parlement hier opnieuw met een gekwalificeerde meerderheid over stemmen. Dit komt niet naar de parlementen van de lidstaten of de deelstaten, want het gaat om een handelsakkoord en niet om een investeringsakkoord. Dit beperkte akkoord heeft enkel betrekking op industriële goederen en niet op landbouw, diensten, overheidsopdrachten enzovoorts.
Minister-president, u hebt toelichting gegeven. Het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest staat amper voor 1,8 procent van onze uitvoer en Vlaanderen vertegenwoordigt 80 procent. Het blijft natuurlijk merkwaardig dat een van de partners in dit land het nodig vindt opnieuw stokken in de wielen van dit handelsakkoord te steken.
Ik hoop dat u overleg zult kunnen voeren met minister-president Vervoort of met eender wie in een volgende legislatuur de Brusselse minister-president zal zijn. Ik hoop dat het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest zal inzien dat een goed handelsakkoord in het belang is van Vlaanderen, Brussel en Wallonië. We liggen centraal in Europa. We hebben sterke havens. Brussel heeft een kleine haven, maar we hebben de havens van Antwerpen, Gent en Zeebrugge.
Het is in het belang van onze welvaart en onze economie dat er goede afspraken worden gemaakt met de Verenigde Staten. Ik hoop dat er een goed intern overleg is met de Brusselse minister-president en ook met de Waalse minister-president. Ik hoor dat Brussel tijdens de onderhandelingen tweemaal zijn goedkeuring heeft gegeven en finaal heeft beslist om tegen te stemmen, wat niet in het belang is van Vlaanderen en evenmin in het belang van Brussel.
De heer Kennes heeft het woord.
De Verenigde Staten zijn inderdaad een van onze belangrijkste handelspartners. In Duitsland zal er weinig begrip zijn voor onze positie. Duitsland is een van de EU-landen die het meest heeft aangedrongen op de realisatie van dit verdrag omdat niet alleen staal, maar ook auto's erin zitten. Voor Duitsland is dat een van de cruciale sectoren waar heel de economie rond draait. Er is ook een Duitse vestiging van Audi in Brussel gevestigd.
Ik denk dus dat het onbegrip voor onze positie nog moeilijker zal zijn. Gelukkig is het ook een federale staat en zullen ze wel begrijpen dat het Vlaanderen niet is dat stokken in de wielen steekt.
Minister-president, ik vraag u om alle kanalen in te zetten om onze Duitse handelspartners duidelijk te maken wat er precies aan de hand is, en om duidelijk te maken dat Vlaanderen volledig achter het opstarten van onderhandelingen staat over staal en auto.
De heer Daems heeft het woord.
De houding van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering – hoe verkeerd ik ze ook vind in de context die werd geschetst – heeft natuurlijk geen invloed op het feit dat het onderhandelingsmandaat is gegeven. Dat weet u ook, minister-president. Het gaat over 55 procent van de landen die 65 procent van de bevolking vertegenwoordigen, die allemaal samen ja moeten zeggen om een mandaat te geven, en dat is ook gebeurd.
Minister-president, ik heb nog een andere vraag, met name over de positie van Frankrijk. Die kan wel vervelend zijn. Misschien is die wel deels een gevolg van de uitspraken van Wallonië en Brussel om niet te volgen. Frankrijk zegt: omdat de Verenigde Staten uit het klimaatakkoord van Parijs zijn gestapt, willen wij niet met hen onderhandelen. Dat is wel van belang. Het heeft niets te maken met die percentages. Het mandaat is gegeven. Maar op het einde van de rit zal dat kunnen wegen.
Minister-president, wat is uw inschatting van het belang van de houding van Frankrijk? Natuurlijk kan dat wel wegen op de onderhandelingen die er nu zitten aan te komen.
De heer Vanbesien heeft het woord.
Mijnheer Vanlouwe, ik ben altijd verrast als een autonomist zoals u plots kwaad is dat een andere regio zijn autonomie gebruikt. Ik denk dat we daar respect voor moeten hebben.
Ik wil ook even reageren op uw tussenzin dat het protectionisten waren – daarmee bedoelde u onder meer ook de groenen – die tegen TTIP waren. Protectionisme is dat je niet wilt dat er hier producten van elders binnenkomen. Dat was onze kritiek totaal niet. Onze kritiek was dat er mogelijk kwaliteitsverlies was op de normen en dat – maar dat zat in het investeringsluik – er een parallelle rechtbank was die enkel voor de grote en multinationale bedrijven was. Dat was onze kritiek, dus wees daar intellectueel eerlijk over.
Voor de rest ben ik wel blij dat er internationale ambitie is, ook vanuit de Vlaamse Regering. Ik zou willen dat dat op alle vlakken zo is, onder meer ook als er in de toekomst nog internationale klimaatdiscussies volgen.
Mijnheer Vanbesien, ik ben blij met uw tussenkomst. Gisteren had ik het genoegen om een dubbelinterview te hebben met Bart Staes. Hij was volkomen tegen het plan om te onderhandelen met de VS. Mijnheer Vanbesien, ik ben blij van u te horen dat u daar wel achter staat.
Het is, zoals collega Vanlouwe zegt, in ons aller belang. Collega Kennes wijst erop waarom het nog belangrijker is dan alleen maar de directe voordelen die we er kunnen uithalen. Zeker met de naderende brexit heeft de Europese Commissie berekend dat dit akkoord ertoe kan leiden dat onze export naar de VS stijgt met 8 tot 9 procent. Wij voeren nu al meer dan 16 miljard euro uit naar de VS. Als we daar een stijging kunnen aan toevoegen van 8 tot 9 procent, is dat een gedeeltelijke compensatie voor het harde verlies dat we kunnen lijden ten gevolge van de brexit.
Het is dus inderdaad van zeer groot belang. En daarom, mijnheer Vanbesien en anderen hier, begrijp ik de houding van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest niet. Vlaanderen is de economische motor in dit land. Dit land leeft van de export. Men zou dus blij moeten zijn met dit soort akkoorden, zeker omdat er een zeer sluitend mandaat geformuleerd is voor de Europese Commissie.
U hebt gelijk, collega Kennes, dit mandaat is er ook gekomen na de gemeenschappelijke verklaring Trump-Juncker, precies om te vermijden dat die protectionistische handelsoorlog escaleert. Want zoals ik gezegd heb, was de volgende stap de dreiging van de VS om ook tarieven te gaan invoeren op de auto-industrie, wat Vlaanderen zeer hard zou treffen. Ik heb dat al uiteengezet in de commissie. Het is niet alleen zo dat wij wagens exporteren, maar wij exporteren ook enorm veel auto-onderdelen richting Duitsland. Dus als die export daar getroffen wordt, heeft dat een zeer groot nadelig effect voor Vlaanderen.
Collega Vanbesien en anderen, er zijn twee DGE’s geweest waar niemand daarover met een woord gerept heeft. Iedereen is akkoord gegaan. Er is een Comité van Permanente Vertegenwoordigers (COREPER) geweest op Europees vlak, waar geen enkele lidstaat bezwaar gemaakt heeft. Daarna is Frankrijk teruggekomen op zijn positie – de gele hesjes en dergelijke meer – en heeft het alleen geroepen dat de VS aangekondigd hebben om uit het klimaatakkoord van Parijs te stappen. Ze zijn er nog niet uit. Alle grote staten binnen de VS, op Texas na, blijven het klimaatakkoord uitvoeren, weliswaar niet onder de vigeur van het akkoord, maar ze voeren al die maatregelen uit. Nochtans is dat opgevangen in dit mandaat. De Commissie heeft een mandaat gekregen om een duurzaamheidseffectanalyse te maken van de maatregelen en om daarover bij elk van de akkoorden, en over de producten, terug te koppelen naar de lidstaten, omdat het inderdaad een zorg is van de hele Europese Unie dat die duurzaamheid behouden blijft.
Ik heb een aanvoelen dat Frankrijk teruggekeerd is op die positie vanwege binnenlandse aangelegenheden. Er was een hele tijd geen vuiltje aan de lucht. En het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest heeft, ik weet niet om welke reden – is het een ideologische vooringenomenheid? – … De Brusselse Hoofdstedelijke Regering bestaat trouwens ook uit Vlaamse partners, Open Vld en CD&V. Die zijn dus akkoord gegaan met een tegenstem, wat voor mij zeer, zeer onbegrijpelijk is. En zoals collega Kennes zegt, is er ook nog altijd Audi Brussel.
Ik hoop dat die onderhandelingen kunnen leiden tot een akkoord. Vandaag dreigt president Trump alweer met nieuwe tegenmaatregelen vanwege de grote invoerheffingen op de Harley-Davidsonmotoren. Dit escaleert natuurlijk. Als de VS maatregelen nemen, dan komen er tegenmaatregelen van Europese zijde. Ik heb van meet af aan gezegd – en velen met mij – dat we dit moeten uitpraten, ofwel in het kader van de Wereldhandelsorganisatie, ofwel in bilaterale EU-VS-onderhandelingen, wat nu gebeurt. Dit is een miniregeling. Dit is geen Trans-Atlantisch Vrijhandels- en Investeringsverdrag (TTIP). Dit gaat niet over landbouw. Dit gaat niet over de dienstensector. De VS willen landbouw op tafel leggen, maar daar heeft de Commissie geen enkel mandaat voor. Als men een breed akkoord wil, dan zitten we weer in de TTIP-onderhandelingen, en dan heb je natuurlijk ook weer de overheidsopdrachten. Denk aan onze baggeraars, onze bedrijven die niet binnen kunnen in de VS. Want dan zit je in jarenlange onderhandelingen.
Dit gaat over een zeer specifiek gericht akkoord: de tarieven voor industriële goederen tot nul brengen en de wederzijdse conformiteitsattesten, weliswaar met controle, sterk vereenvoudigen. Het zou een goede zaak zijn, niet alleen omdat het een impuls kan geven aan onze export, maar ook omdat het zou kunnen verhinderen dat die conflicten die bezig zijn, escaleren tot een echte oorlog, waardoor we natuurlijk van de regen in de drop komen. Vlaanderen staat daar volop achter. We gaan dat blijven steunen. Zoals collega Daems gezegd heeft, volstaat een gekwalificeerde meerderheid. Als er een akkoord tot stand komt en het komt opnieuw ter stemming, zal dat binnen de Raad opnieuw gekwalificeerd kunnen gebeuren. Eén tegenstem zal er dus niet toe doen. Maar niettemin vind ik het een heel slecht signaal.
Tot slot is het zo dat Duitsland, de Europese Commissie en iedereen die daar op enige manier bij betrokken is, perfect weet wat de posities zijn binnen België. Ik heb daar vandaag nog signalen van gekregen vanuit zeer hoge Duitse regionen, dat men wel degelijk weet hoe de zaken hier in elkaar zitten en wat de houding van Vlaanderen hierin is.
Minister-president, het is inderdaad een slecht signaal dat Brussel, hoofdstad van Europa en zetel van de Europese instellingen, geeft wanneer het probeert om die onderhandelingen te blokkeren.
Mijnheer Vanbesien, ik ben uiteraard voor elke vorm van autonomie wanneer die wordt ingegeven, niet vanuit blokkeringen maar wel vanuit het verdedigen van belangen. Ik heb niet de indruk dat de belangen onder vuur worden genomen in Brussel. Ik heb de indruk dat dit uitgaat van een blokkeringsfederalisme in plaats van een samenwerkingsfederalisme.
Laten we hopen dat een handelsoorlog in de toekomst kan worden vermeden. Landbouw is effectief uitgesloten, maar ook dienstverlening en tegelijkertijd ook de publieke aanbestedingen. Dat is misschien iets minder jammer maar het is natuurlijk geven en nemen. Ik weet dat er bepaalde Vlaamse partijen in die Brusselse regering zijn maar de vraag is of die op de hoogte waren. Of heeft minister-president Vervoort daar ‘cavalier seul’ gespeeld en zijn regeringspartners niet op de hoogte gebracht? Ik hoop vooral, mijnheer Vanbesien, dat u niet spreekt met een dubbele tong wanneer u hier iets anders zegt dan uw collega in het Europees Parlement, die zegt tegen dat onderhandelingsmandaat te zijn. In dat geval geeft Groen twee verschillende boodschappen en is het, ook in dit dossier, niet rechtlijnig. (Applaus bij de N-VA)
De actuele vraag is afgehandeld.