Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de stijgende schoolkost, aangekaart door het netwerk Samen Tegen Armoede
Verslag
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, gisteren voerde Welzijnszorg aan 250 Brusselse Vlaamse en scholen actie tegen armoede. Ze deden dat met een hindernissenparcours aan de schoolpoort. Dat parcours stond symbool voor de hindernissen die kinderen die opgroeien in armoede meemaken op school, de moeilijkheden die ze daarbij tegenkomen en de mindere successen die ze boeken in hun schoolcarrière.
Want, minister, het gaat niet om een klein aantal kinderen. Vandaag groeit maar liefst 18,6 procent van de kinderen onder de 17 jaar op in een gezin in armoede. Eén op de vijf kinderen in onze scholen wonen in een gezin met een inkomen onder het minimuminkomen.
Minister, wat vindt u van die cijfers? Wat vindt u van de voorstellen van Welzijnszorg? Zij stellen voor om in het onderwijs veel meer aan kostenbeheersing te doen, om armoedeverenigingen veel meer binnen te brengen in de scholen en om leerkrachten op te leiden om met armoede te kunnen omgaan in onze scholen.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Minister, de actie van Welzijnszorg is inderdaad meer dan symbolisch. Want de mensen zijn ongerust door de stijgende facturen die ze maandelijks door de Vlaamse Regering gepresenteerd krijgen: op openbaar vervoer, water en elektriciteit, maar ook op onderwijs.
Onderwijs is toch een grondrecht voor elk kind, een basisrecht zoals dat ook is geformuleerd in het Kinderrechtenverdrag. Ons eigen Kinderrechtencommissariaat zegt heel duidelijk dat de Vlaamse Regering inspanningen moet leveren om dat gratis onderwijs in het basisonderwijs maar ook in het secundair onderwijs te realiseren.
En wat doet de Vlaamse Regering, collega’s? Zij verhoogt de maximumfactuur in het basisonderwijs van 70 naar 85 euro en in het secundair onderwijs is men zelfs nog niet van ver of van dichtbij begonnen met kostenbeheersing.
Deze Vlaamse Regering heeft facturen verhoogd, protest bij mensen in het middenveld geprikkeld maar vandaag ook mensen met of zonder geel hesje echt wel in een heel moeilijke situatie gewrongen. En als er één ding is waar elk kind recht op heeft, minister, dan is het op betaalbaar onderwijs. Mijn heel concrete vraag is hoe u dat zult garanderen.
Minister Crevits heeft het woord.
Ik heb bijzonder veel respect voor de actie die gisteren is gevoerd. Het is ook noodzakelijk dat, zoals elk jaar, de focus wordt gelegd op de mensen die vaak noch de stem, noch de kracht hebben om hun stem luid te laten klinken.
Mevrouw Meuleman, u zegt dat bijna een op vijf kinderen in Vlaanderen opgroeit in armoede. Die cijfers maken iedereen stil. En het is onze gezamenlijke taak om elk kind zoveel mogelijk kansen op kwalitatief onderwijs te bieden.
Mevrouw Gennez, de toegang tot ons onderwijs is gratis. Elk kind kan bij ons naar school, maar de acties die de verenigingen en Welzijnszorg voorstellen, gaan ook over betaalbaarheid maar zien dit wel breder. De organisatie, in tegenstelling tot wat u zegt, beseft dat de school alleen het armoedeprobleem niet kan oplossen. Daar is meer voor nodig. Ik zal even ingaan op de drie sporen waar zij het over hebben.
Het eerste is betaalbaar onderwijs. Zoals ik al zei, is de toegang tot onderwijs gratis. Wij hebben deze legislatuur reuzesprongen voorwaarts gezet om mensen automatisch datgene te geven waar zij recht op hebben. Ik denk dan aan de automatische toekenning van de studietoelage. Binnenkort, bij de nieuwe kinderbijslagregeling, wordt dit trouwens geïntegreerd in de kinderbijslag wat betekent dat mensen niet langer allerlei formulieren moeten invullen om te krijgen waar ze recht op hebben maar dat dit automatisch gebeurt.
U verwijst naar de maximumfactuur die we inderdaad een beetje hebben verhoogd. We moeten scholen in staat stellen om kinderen te geven wat ze nodig hebben. Op die 80 euro voor een heel schooljaar hoor ik niet zoveel commentaar, het gaat vaak over andere uitgaven.
In het secundair onderwijs zal ik niet in het wilde weg tarieven vastklikken maar ik ben wel bereid om daarover na te denken. Samen met onder andere Welzijnszorg zijn wij momenteel bezig met kostenbeheersende projecten in scholen en de resultaten daarvan zijn spectaculair. Wanneer scholen bijvoorbeeld kiezen om geen invulboeken meer te kopen, om tweehandsbeurzen te organiseren, dan kunnen zij een serieuze kostenreductie realiseren. We zullen rekening houden met de resultaten van het project om zoveel mogelijk scholen in dat kader op te nemen.
Een tweede groep voorstellen van Welzijnszorg gaan over het openstellen van scholen voor de buurt en de manier waarop scholen daarin een rol kunnen spelen. Mevrouw Meuleman, ik verwijs graag naar de projecten van de brugfiguren. Onder andere Gent is deze week naar buiten gekomen met de resultaten daarvan. Ik geloof heel sterk dat wanneer een lokaal bestuur inzet op de verbindende functie tussen school en gezin, het daarmee niet alleen een kind kan helpen kansen geven maar hele gezinnen op weg kan helpen naar die verdere emancipatie.
En dan is er ook de lerarenopleiding waarbij deze legislatuur voor het eerst elke jongere die een opleiding volgt als kleuterleider of kleuterleidster een cursus armoedeherkenning krijgt in de hoopt dat op die manier alle leerkrachten ‘armoedevaardig’ worden. Wanneer men armoede niet herkent, kan men er ook niet mee omgaan.
Daarbij aansluitend loopt een bijzonder interessante opleiding in Vlaanderen tot ervaringsdeskundige in armoede. We hebben het daar vorige week ook over gehad. We zetten nu stappen om ervoor te zorgen dat die opleiding opnieuw in Brussel kan worden gegeven. Ik zie dat mensen die uit armoede komen en die de opleiding hebben voltooid, wel hun weg vinden naar onze scholen en naar andere plaatsen in de samenleving. Dat is wat de organisaties vragen, namelijk dat we een beroep doen op de expertise van mensen die het allemaal hebben meegemaakt en dat we gebruik maken van hun ervaringen om te kijken hoe we dit beleidsmatig beter kunnen doen.
Dus collega’s, het is – denk ik – een problematiek die heel veel nuance vraagt en die weinig toelaat om hier op de banken groots te staan jubelen. Integendeel, we moeten met stappen op heel veel plaatsen proberen om dat hardnekkige armoedeprobleem, dat ook diep geworteld is bij ons in Vlaanderen, aan te pakken en zo tot beterschap te komen. Samen met de scholen en de leraren probeer ik vanuit Onderwijs te doen wat mogelijk is. (Applaus bij CD&V)
Minister, het siert u dat u vrij bescheiden bent en toegeeft dat er op heel veel vlakken inderdaad nog veel vooruitgang kan en moet worden geboekt. Zoals u aangeeft, moeten we vooruitgang boeken op het vlak van brede scholen, moeten we scholen openstellen, moeten we armoedeverenigingen nog veel meer binnentrekken in die scholen en moeten we opleidingen aanbieden. Het probleem was dat de opleidingen geschrapt waren, omdat er te weinig middelen waren. We moeten daar extra op inzetten, maar dat is niet gebeurd tijdens deze legislatuur. Op het vlak van kostenbeheersing worden de studietoelagen dan wel automatisch toegekend, maar er is van de kinderbijslag geen echt instrument gemaakt om de armoede te bestrijden.
Deze Vlaamse Regering heeft heel veel sleutels en bevoegdheden in handen om armoede te bestrijden, maar als er iets is dat een lift zou moeten en kunnen zijn, dan is het wel ons onderwijs. Onderwijs is een krachtig wapen om iets aan die armoede te doen. Er zijn structurele maatregelen nodig en structurele investeringen in onder andere het kleuter- en basisonderwijs, want daar begint alles. U hebt echter bespaard op de werkingsmiddelen van het kleuteronderwijs door ze niet te indexeren. Er ligt dus nog heel wat werk op de plank.
Uw punt is duidelijk.
U hebt wel een toekomstplan voor basisonderwijs, maar dat is voor de volgende legislatuur, dus ik verwacht toch nog wel meer. (Applaus bij Groen)
Minister, u en de regering fietsen in de verkeerde richting. Elke euro extra voor schoolkosten is een euro te veel voor mensen in armoede, maar ook voor alleenstaande werkende moeders met twee of drie kinderen.
U gaat daar heel vlotjes over. U hebt een studiekostenmonitor die al sinds 1 september 2014 loopt. We zijn meer dan vier jaar verder, maar er is nog altijd geen extra transparantie in die schoolfactuur. Met de sp.a-fractie hebben we wetsvoorstellen ingediend om die maximumfactuur in het secundair onderwijs in te voeren en om incassobureaus op scholen te bannen.
Ouders besparen niet op de school van hun kinderen. Dat is het laatste waar mensen effectief geen geld aan willen spenderen. Mensen die schoolkosten niet kunnen betalen, zitten helemaal in de penarie en deze Vlaamse Regering duwt elke Vlaming daar dieper en dieper in, op de kap van de talenten van onze kinderen en kleinkinderen. (Applaus bij sp.a)
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega’s, ik denk dat we de monitoring en de armoedecijfers in het onderwijs, meer bepaald de onbepaalde schoolfacturen, inderdaad in de gaten moeten houden. Op dat vlak ben ik echter heel gerust in wat veel scholen doen. In elke school waar ik langsga, stel ik vast dat er werkgroepen zijn die op zoek gaan naar manieren om de kosten te drukken. U hebt zelf een voorbeeld gegeven in verband met invulboeken en dergelijke meer.
Let er wel voor op dat we niet alle goede dingen weggooien. Als kinderen met de school niet meer naar een echt theater gaan en in de plaats een theater gaan uitnodigen in de schoolrefter, dan is dat een andere beleving. Ik vind dat we ervoor moeten opletten dat we niet alles zomaar weggooien.
Een tweede punt is inderdaad die schoolkostenmonitor. Ik kijk er ook al zeer lang naar uit. De beste manier om armoede tegen te gaan, is ervoor zorgen dat jongeren een inhoudelijk en zeer sterk onderwijs krijgen. Een voorstel dat de N-VA-fractie toch wel wil doen, is om de schooltoelage aan te passen aan de reële kosten van een opleiding, zodat men niet afhangt van een bepaald onderwijsniveau en de reële kosten de school- of studiekeuze niet beïnvloeden.
De heer De Meyer heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, elk kind dat opgroeit in armoede is er natuurlijk een te veel. Ik denk dat we het daar allemaal over eens zijn. Armoede aanpakken is natuurlijk niet alleen een opdracht van Onderwijs, maar ook van de departementen Werk, Wonen, Diversiteit, Welzijn enzovoort. Ik denk dat we het daar ook over eens zijn.
Kostenbewust werken in scholen is een belangrijke opdracht. Gelukkig, voorzitter, zijn er ook veel scholen die kostenbewust werken. Misschien moet daar meer aandacht aan gegeven worden en moeten de goede voorbeelden ook wat meer gedeeld worden.
Persoonlijk ben ik hoegenaamd geen voorstander van het feit dat scholen werken met incassobureaus.
Ten slotte mag u het me niet kwalijk nemen, collega’s, dat ik u er toch nog eventjes eraan herinner dat de mogelijkheid om de maximumfactuur te indexeren, werd beslist door de voormalige minister van Onderwijs.
De heer De Ro heeft het woord.
Dank u, voorzitter. Minister, collega’s, onderwijs is natuurlijk geen eiland. Als er kinderen in armoede op school zitten, is dat omdat ze opgroeien in een arme familie. De cijfers in Vlaanderen, vooral in de centrumsteden, zijn de afgelopen vijftien jaar spectaculair gestegen.
In alle centrumsteden? Neen. Mevrouw Gennez, in uw thuisstad, Mechelen, moet er blijkbaar toch een beleid gevoerd worden dat de kinderarmoede veel minder doet toenemen. Er zijn zelfs jaren dat de kinderarmoede er achteruitgegaan is, dat de situatie verbeterd is.
Als we zoeken naar scholen met goede voorbeelden, dan moeten we misschien ook eens bekijken hoe gemeentebesturen – er treden er nu driehonderd nieuwe aan – samen met de Vlaamse overheid, samen met de coördinerende minister van Armoedebestrijding, daar meer aan kunnen doen. Wat kunnen we leren van die goede voorbeelden in Vlaanderen, niet alleen van scholen maar ook van gemeentes?
Minister Crevits heeft het woord.
Mijnheer De Ro, ik zal met u beginnen. Ik heb het daarnet al gezegd. Ik ben bijzonder gelukkig dat u het armoedeprobleem breed opentrekt. Als ik mevrouw Gennez hier hoor, dan is het precies alsof Onderwijs alles moet oplossen. Schuif het maar in de bak van de scholen. De Vlaamse overheid moet er maar voor zorgen dat alles gratis wordt. Ik ben het daar dus niet mee eens.
Dé manier om mensen uit de armoede te halen – ik heb het nu niet over kinderen – is ervoor zorgen dat ze werken. Zorg dat ze een job hebben. Zorg dat ze een opleiding genoten hebben, die hen eruit kan halen en die hen perspectief geeft op de toekomst. Dan zullen hun kinderen ook perspectief krijgen op de toekomst. Dat is wat we met de Vlaamse Regering ook doen.
U maakt er een beetje een platitude van als u zegt: u hebt alles maar opgeslagen. Dat is niet juist. We zorgen ervoor dat we straks, na deze legislatuur, met een eindsaldo zitten waarin zuurstof zit voor de komende jaren.
Collega’s, toen ik minister van Onderwijs werd, vroeg ik me af: waar zijn ze, die projecten die aan kostenbeheersing doen? Er bestonden er geen. Nu werken we structureel samen met armoedeorganisaties en met Welzijnszorg om die kosten in scholen te beheersen. Heel veel scholen werken daaraan mee. We geven hen de kans om dat te doen en we zien dat ze dat ook willen doen. Dus kom niet zeggen dat er niet actief aan gewerkt wordt. Er is heel veel aandacht voor.
Hetzelfde geldt voor de incassobureaus. Ik ben vorig jaar nog de campagne gestart om het op een andere manier te doen. We zien ook de effecten daarvan. Als je goede afspraken maakt met alle ouders in het begin van het schooljaar – je staat bijvoorbeeld iedereen toe om gespreid te betalen – dan vermijd je problemen. Die goede praktijken proberen we nu te implementeren in heel veel scholen. Collega’s, zo maken we ook al het verschil. Want ik ben het ook eens met collega Daniëls dat we ervoor moeten zorgen dat het, in de strijd om alles gratis te maken, allemaal kwalitatief blijft. Ik ben dan ook blij dat onder andere mijn collega’s van Cultuur een pas hebben waardoor kinderen op scholen en op heel veel plaatsen gratis aan cultuurbeleving kunnen doen. Die zaken bestaan dus. Daar wordt heel zeker aan gewerkt.
Deze ochtend, collega’s, was ik samen met collega Muyters bij Audi hier in Vorst om het duaal leren te promoten. We hebben daar gesproken met jongeren die zeggen dat ze, dankzij wat ze daar leren, beseffen hoe belangrijk het is om te studeren. Dat project is volgens mij een hefboom om jongeren en gezinnen mee uit de armoede te halen. Het zal dus op heel veel plaatsen met heel veel mensen moeten gebeuren.
Dan wil ik het nog eens hebben over die zogenaamde besparingen. De begroting voor Onderwijs – collega De Meyer verwees er al naar – is deze legislatuur met meer dan 1 miljard euro per jaar gestegen. 1 miljard euro! Dat zijn toch wel vrij spectaculaire cijfers.
Collega De Ro, de subsidies die steden en gemeenten krijgen, daarvan kent u de jaarlijkse groei. Op die procentgewijze aangroei hebben we niet bespaard. Dat betekent dat steden in Vlaanderen ook meer middelen krijgen om hun brugfunctie tussen school en stad te vervullen.
Daar kunnen ze extra mee investeren. Steden zoals Gent, bijvoorbeeld, om Mechelen niet te noemen, investeren dat in brugfiguren. Die werven extra mensen aan. Dat is een goede zaak want ook zo zetten ze stappen voorwaarts in de strijd tegen armoede.
Collega Daniëls, dan was er uw vraag over het differentiëren naargelang de opleiding. Op zich ben ik daar niet ongevoelig voor. Ik heb u dat vroeger al gezegd. Een opleiding als kapper kost meer dan een opleiding Latijn in het aso. Ik ben het daar dus absoluut mee eens, maar we moeten vandaag de keuze maken tussen volledig automatiseren of niet. Daar ontstaat natuurlijk wat spanning. Als je een eenvoudig systeem van studietoelagen hebt, kun je het volledig automatiseren, kun je het integreren. Als je gaat differentiëren per opleiding, dan maak je het wat complexer. Sluit ik dat uit in de toekomst? Neen. Ik denk trouwens dat dat een zeer goede stap zou zijn, maar volgend jaar willen we eerst de stap zetten naar de integratie in de kinderbijslag en de automatisering, en dan moeten we samen met zij die uitbetalen gaan bekijken in welke mate we kunnen differentiëren. Dan lijkt uw voorstel mij een goede stap. Nu onmiddellijk daarvoor kiezen, zou impliceren dat je de automatisering onmogelijk onmiddellijk kunt realiseren. Dat is dus de reden waarom we stapsgewijs willen werken.
Tot slot is er de studiekostenmonitor, voor mij ook een zeer, zeer vervelend dossier. Collega Gennez, ik zeg het niet graag, maar de aanbesteding is in de vorige legislatuur gebeurd. U weet dat. Er is een onderzoeksteam aangesteld. Zij hebben eerst een instrument ontwikkeld om te tonen op welke manier je kunt meten, en zij zijn nu kosten van mensen in de monitor aan het stoppen. Ik heb het aan sommigen onder u al gezegd: ik heb een brief gekregen van het bureau waarin staat dat de respons die ze krijgen van de mensen te klein is om geloofwaardige stalen te hebben. Ze hebben me extra tijd gevraagd om de kosten van de mensen erin te kunnen stoppen. Hoe komt dat? Ik denk dat u sowieso zult zeggen dat bijvoorbeeld het provinciaal onderwijs dat kan. Dat is waar. Dat is een beperkt aantal scholen. Wij willen dat de kosten volledig in rekening worden gebracht. Ik heb hun wat extra tijd gegeven, en ik moet eerlijk bekennen dat ik ook reikhalzend uitkijk naar de oplevering, zeker voor die eerste graad, omdat je zeker in die eerste graad van het secundair onderwijs, gelet op de variërende kosten, natuurlijk ook de meeste opportuniteiten hebt om op een gelijke wijze aan kostenbeheersing te doen. Ik hoop dus dat die resultaten er spoedig zijn.
Collega’s, collega Meuleman zei het al, ik sta hier met veel bescheidenheid want het probleem van de armoede, zeker het probleem van de kinderarmoede, zit zeer diepgeworteld in onze samenleving. We kunnen discussiëren over de stappen voorwaarts die zijn gezet, maar in tien, vijftien, twintig jaar is het ons niet gelukt om komaf te maken met het probleem. Het is dus goed dat organisaties zoals Welzijnszorg aan de bel trekken, maar het lijkt me nog beter dat we met hen de handen in elkaar slaan, zoals we ook doen met de Vlaamse Regering, om concrete projecten uit te werken die het verschil kunnen maken in die strijd tegen kinderarmoede. (Applaus bij CD&V)
Minister, dank u wel. Welzijnszorg pleit inderdaad voor kostenbeheersing, en dat is één aspect van hun verhaal, van hun voorstellen. Ze gaan echter ook veel verder. Minister, ze pleiten voor echte gelijke onderwijskansen. Daar begint het mee, en ik heb toch het gevoel dat u wat dat betreft wat op de rem hebt gestaan en dat u hebt gecommuniceerd dat u niet voluit die kaart van de gelijke onderwijskansen hebt getrokken omdat u werd opgejaagd door de N-VA, omdat u werd opgejaagd door de valse tegenstelling tussen kwaliteit enerzijds en gelijke onderwijskansen anderzijds. Kwaliteitsvolle scholen en gelijke onderwijskansen gaan hand in hand, maar ze vragen wel een ongelijke financiering om in alle scholen gelijke kansen te kunnen garanderen. Dat mag u nog veel steviger zeggen, wat ons betreft. (Applaus bij Groen)
Natuurlijk zijn er honderden, duizenden leerkrachten en scholen die moeite doen om kinderen in armoede gelijke kansen te geven. Ze doen aan kostenbeheersing, ze bestaan, maar er zijn nog altijd die incassobureaus op school. Mijnheer De Meyer, ik hoor u graag zeggen dat u daar tegen bent. Wel, heel simpel, verbied dat in het onderwijs. Het wetsvoorstel van sp.a ligt klaar. Ik neem aan dat jullie ons mee steunen.
Inderdaad, collega’s, alles gratis: die trein rijdt niet. Onderwijs is echter een grondrecht, en daar mogen de facturen er niet voor zorgen dat kinderen een studiekeuze maken op basis van de financiële positie van de ouders. Hun talenten en zin om te leren moeten bepalend zijn, en daar kan de Vlaamse Regering ingrijpen.
En tot slot, minister, onze commissievoorzitster van CD&V, uw partijgenote Helsen, gaat ons verlaten. Zij zal waarschijnlijk een behouden thuiskomst kennen in het provinciaal bestuur in de provincie Antwerpen, waar wij, CD&V en sp.a samen, inderdaad een ontwerp van maximumfactuur hebben ingevoerd voor dat secundair onderwijs. Ik wens haar een goede verderzetting en ik wens u de politieke moed om samen met Welzijnszorg, sp.a en al die duizenden mensen, met of zonder geel hesje, te werken aan kostenbeheersing. (Applaus bij sp.a)
De actuele vragen zijn afgehandeld.