Verslag vergadering Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering
Verslag
De heer Vandenhove heeft het woord.
Minister, ik heb een vraag over het aspect ‘toegankelijkheid’ in het regeerakkoord. Dat staat er wel in, maar niet erg uitgebreid. Daarom stel ik deze vraag. Wat we echt wel belangrijk vinden, is dat de woorden ‘integraal’ en ‘inclusief’ enkele keren terugkomen als het gaat over een ‘toegankelijke leefomgeving’. Dat is waar het eigenlijk over zou moeten gaan, maar het mag natuurlijk niet bij woorden blijven. Het zou wat concreter moeten zijn.
Tijdens de vorige beleidsperiode heeft uw voorganger, mevrouw Homans, vijf afzonderlijke instellingen die in het Vlaamse landschap bestonden, ingekanteld in het agentschap Toegankelijk Vlaanderen. Dit agentschap krijgt volgens het regeerakkoord de opdracht de toegankelijkheid te verbeteren. We zouden willen weten of dit echt over concrete initiatieven gaat en hoeveel geld hiervoor uitgetrokken wordt in alle beleidsdomeinen.
Ik heb hierover de volgende vragen. Kunt u wat meer toelichting geven bij de concrete ambities van de regering inzake toegankelijkheid? Zijn hiervoor concrete doelstellingen opgesteld inzake de toegankelijkheid van overheidsgebouwen, van de dienstverlening, de websites? Hoe zal de voortgang hiervan eventueel gemonitord worden?
Welke extra inspanningen zullen de verschillende beleidsdomeinen op dat vlak leveren? Vorige week was er heel wat te doen over passagiers bij de NMBS en bij De Lijn. Zoals ik u niet hoef uit te leggen, want u weet dat nog van uw vorige functie, kan er nog heel wat gebeuren op het vlak van de toegankelijkheid van de bushaltes van De Lijn. Welke inspanningen en welke middelen zijn daarvoor voorzien?
Inzake de slagkracht en financiering van het agentschap Toegankelijk Vlaanderen: zijn de middelen gegarandeerd voor alle opdrachten die ingeschreven staan? Aangezien u toch overleg pleegt met de provincies na de herfstvakantie, wil ik u ook vragen om op dat vlak duidelijkheid te creëren, want sommige provincies subsidieerden tot nog toe effectief die provinciale antennes nog voor een stuk. Nu zou Vlaanderen dat overnemen en zeggen de provincies dat niet meer te willen subsidiëren. U begrijpt dat dat een hap uit het budget van die instellingen betekent.
Minister Somers heeft het woord.
Mijnheer Vandenhove, u zegt dat hiervoor niet zo heel veel in het regeerakkoord staat. Het regeerakkoord is al relatief omvangrijk. Ik denk ook dat we de volgende maanden de kans zullen krijgen om dit, via beleidsnota’s en dergelijke, verder in te vullen en hierover verder te discussiëren.
Alleszins is voor mij een integraal toegankelijke samenleving een belangrijke sleutel tot een maatschappij waarin iedereen gelijke kansen heeft. We denken bij ‘integrale toegankelijkheid’ snel aan mensen met een handicap, maar het gaat natuurlijk over veel meer, zoals u weet. Het gaat bijvoorbeeld ook over ouders met een buggy, ouderen of mensen met een tijdelijke handicap. Toegankelijkheid kent een fysiek aspect, maar ook een aspect van dienstverlening. De dienstverlening moet ook in haar integraliteit voldoende toegankelijk zijn.
Wij geloven sterk in de principes van het ‘universal design’. We gaan daarmee verder op de weg die mijn voorganger, mevrouw Homans, ter zake was ingeslagen en willen die verder versterken. Zij heeft nog een ontwerpwedstrijd universal design gelanceerd voor studenten interieur, architectuur en productontwerp. De nadruk in die wedstrijd lag op de coaching en begeleiding van studenten om zo hun kennis over universal design als ontwerpprincipe aan te scherpen.
U kent universal design. Dat is een concept in de architectuur waarbij vanaf het begin heel veel aandacht wordt besteed aan toegankelijkheid, zodat er achteraf niet bijgestuurd moet worden en er geen optelsom gemaakt moet worden van soms stigmatiserende aanpassingen. Het regeerakkoord neemt deze ambities mee en stelt dat we vanuit de Vlaamse overheid zelf de toon willen zetten door vanuit de verschillende beleidsdomeinen gerichte, coherente ambities voorop te stellen. Daar is er vandaag een knelpunt: er worden weliswaar initiatieven genomen, maar te veel naast elkaar en niet altijd voldoende op elkaar afgestemd. Ik denk dat het agentschap Inter daar een sterke regierol moet krijgen en moet zorgen voor wat meer coherentie in de ambities en doelstellingen binnen de verschillende Vlaamse beleidsdomeinen. We hebben daar als overheid een voorbeeldrol in te vervullen. Ik vind dat we dit moeten inschrijven als een belangrijke beleids- en kwaliteitsvoorwaarde in ons beleid.
Inter ontwikkelde samen met het Facilitair Bedrijf een kwaliteitslabel dat Vlaamse kantoorgebouwen die werk maken van de integrale toegankelijkheid bekroont. Het label heeft gradaties, maar voor nieuwbouw- en verbouwprojecten wordt de lat zeer hoog gelegd. Ook Toerisme Vlaanderen werkt met een toegankelijkheidslabel en schreef toegankelijkheidscriteria in in zijn subsidiereglementen.
Lokale besturen kunnen sinds twee jaar een beroep doen op Inter, die voor hen een kwaliteitstraject op maat voorziet. Gemeenten die zich verbinden aan zo’n toegankelijkheidscharter krijgen de nodige tools en ondersteuning voor een kwaliteitsvol integraal toegankelijkheidsbeleid. Vandaag ondertekenden reeds 25 gemeentebesturen dat charter. We gaan dat nu verder vorm geven in overleg en samenwerking met Inter.
Ook voor dit thema zullen we inspiratie opdoen bij de Scandinavische landen, zoals voor vele domeinen in ons beleidsakkoord. Zo hanteert Noorwegen de basisprincipes van universal design al jaren als leidend principe. We denken ook dat we inspiratie zullen vinden bij het globaal actieplan van de overheid om Noorwegen tegen 2025 universeel te ontwerpen.
Het is belangrijk dat alle domeinen initiatieven nemen. Alleen wanneer alle beleidsdomeinen mee op de kar springen, halen we de ambitieuze doelstelling van een integraal toegankelijk Vlaanderen. Dit vraagt een globale Vlaamse toegankelijkheidsaanpak. Een doorgedreven samenwerking tussen alle beleidsdomeinen is hierbij belangrijk. U gaf zelf het voorbeeld van een winkelcentrum dat op zich heel toegankelijk wordt ontworpen maar waarbij de bushalte dat helemaal niet is.
U begrijpt dat ik als minister nog maar sinds een paar weken in functie ben. Ik moet nog nadenken op welke manier ik impulsen kan geven om ook de andere beleidsdomeinen te motiveren en mee in te schakelen in zo’n globale Vlaamse aanpak.
Ik denk dat dit kan als ik, in mijn functie van minister van Gelijke Kansen, voor een duidelijk beleidskader en flankerende maatregelen zorg. Ik wil ook voor een slagkrachtiger Inter zorgen, dat de andere domeinen kan adviseren en begeleiden bij de uitwerking van hun toegankelijkheidsbeleid. Ik wil streven naar een efficiënte en doeltreffende toegankelijkheidsregelgeving.
U weet dat de vorige minister van Gelijke Kansen samen met de vorige minister van Ruimtelijke Ordening een evaluatie is gestart van de stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid, omdat die toch niet optimaal zou zijn. Dat rapport wordt binnenkort opgeleverd en vormt de basis voor het beleid dat we de volgende jaren willen ontwikkelen.
U weet dat er ook een vernieuwde Toegankelijk Vlaanderen-databank bestaat. Die heeft een zeer ambitieus vernieuwingstraject ingezet en moet toelaten dat we toegankelijkheidsgegevens vlotter verzamelen en ontsluiten. Ik wil die databank verder ontwikkelen en in dat spoor verdergaan.
We willen ook blijven inzetten op sensibiliseren en informeren. Dat is, denk ik, een belangrijke taak van een minister van Gelijke Kansen.
Tot slot: Inter zal een belangrijke rol blijven vervullen in het Vlaamse toegankelijkheidsbeleid. Uiteraard staan daar de nodige financiële middelen tegenover. We besparen dan ook niet op dit agentschap. In de hele besparingsoefening is Inter buiten beeld gebleven. Op dit moment loopt een onderzoek naar de werking en realisaties van Inter. We kijken op basis daarvan hoe we deze werking verder vorm kunnen geven. We willen op basis van deze krachtlijnen de volgende weken en maanden een toegankelijkheidsbeleid ontwikkelen dat transversaal werkt, waarbij we sterkere impulsen aan de andere beleidsdomeinen zullen proberen te geven, de ministers zoveel mogelijk zullen proberen mee te nemen en lokale besturen verder zullen proberen te mobiliseren. Inter vormt in heel dat beleid het centrale speerpunt. Inter bleef overigens gevrijwaard van de besparingsoefening.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord. Ik ben natuurlijk blij dat u naar Inter verwijst. Het agentschap is als enige in Limburg gevestigd, en dat mag ook gezegd worden.
Wat ik nog wil vragen: het is goed dat u zegt dat u de middelen wilt behouden die er zijn. Toen de inkanteling is gebeurd, heeft Inter minder middelen gekregen. Daar kunt u niets aan doen natuurlijk. Daarop nog besparen zou inderdaad heel erg zijn. Ik wil toch aandringen dat u onderzoekt welke middelen Inter nu krijgt van de verschillende provincies. Hoeveel is dat globaal? U verwijst zelf naar het toerisme. Als er een domein is waarop provincies heel actief zijn, dan is het toerisme. Het lijkt me logisch dat ze op dat vlak veel dingen kunnen doen.
Hoe zit het daarnaast met de handhaving? Ik heb weet van de evaluatiestudie die er zal gebeuren, maar zoals op heel wat vlakken geldt hier ook het probleem van de handhaving. U kunt allerlei regels uitvaardigen en bouwplannen aanpassen, maar als er geen handhaving qua ruimtelijke ordening is, treedt men ook niet op indien die niet aan de voorwaarden voldoet.
In een regeerakkoord waarin men, als u het mij vraagt, nogal sterk overdrijft over wat men allemaal qua justitie wil doen, lijkt het me wel goed dat de handhaving, waarvoor Vlaanderen wel verantwoordelijk is, op een gedegen en degelijke manier gebeurt, ook hier.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Mijnheer Vandenhove, ik dank u voor uw vraag. Het is altijd belangrijk om voor toegankelijkheid in de verschillende domeinen aandacht te vragen. Ik ben dan ook heel blij met het antwoord van de minister, voornamelijk over de rol van Inter die hij erkent als een heel belangrijke partner en waarop niet wordt bespaard. Ze hebben heel veel expertise ter zake. Dat is historisch zo gegroeid vanuit hun provinciale en lokale werking. Het is dus heel belangrijk dat zij als partner nauw betrokken zijn.
Ik was ook heel blij om de minister te horen herhalen wat er in het regeerakkoord staat over de integraal toegankelijke leefomgeving die de sleutel is tot de maatschappij waarin iedereen gelijke kansen heeft. U hebt verwezen naar de fysieke en digitale administratieve toegankelijkheid voor alle burgers.
Ik wil nog een aanvulling maken op het regeerakkoord, waar de drie partners van de meerderheid heel blij om zijn. Er is niet alleen een passieve houding ten opzichte van toegankelijkheid, maar ook een heel actieve door gespecialiseerde dienstverlening die op maat zal worden aangeboden aan mensen met een handicap of een chronische aandoening. Het is heel terecht dat u zegt dat het niet enkel gaat om mensen met een handicap. Het gaat veel breder: mensen met een gebroken been bijvoorbeeld als gevolg van een ongeluk of mensen die een kinderwagen vooruit duwen. Ook voor al die mensen is toegankelijkheid iets heel belangrijk.
Minister, u zegt dat dit over verschillende beleidsdomeinen heen gaat, maar u bent wel de toezichthoudend minister inzake Gelijke Kansen. Ik hoop dat we u op dat vlak in de toekomst ook mogen blijven aanspreken. U hebt gesproken over sensibilisering die u wilt voeren, over een aantal duidelijke beleidskeuzes die u zult moeten maken en over flankerend beleid. Ik vermoed dat we daarover nog meer zullen lezen in uw beleidsnota’s. Ik hoop dat die uitgebreid genoeg zullen zijn, gezien de vervroeging van de deadline op vraag van de oppositie.
Minister, wat zult u concreet doen ten aanzien van uw collega-ministers? De heer Vandenhove heeft al verwezen naar de bushaltes die onder de minister van Mobiliteit vallen. Maar de toegankelijkheid van de bushaltes ligt ook bij de lokale besturen. U hebt verwezen naar Inter als belangrijke partner voor het sensibiliseren van de lokale besturen. Wat kunt u nog meer doen om naar een sterk en gedegen toegankelijkheidsbeleid op lokaal niveau te gaan?
Minister Somers heeft het woord.
Ik zal eerst antwoorden op de vraag met betrekking tot de samenwerking met het provinciale niveau. De provincies zijn op dit moment hun meerjarenplanning aan het maken. We zijn relatief positief ten aanzien van de meeste provincies dat zij op een constructieve manier zullen werken. U weet dat wij nooit hebben bespaard op Inter, ook niet tijdens de vorige bestuur. Het zijn sommige provinciebesturen die iets hebben afgebouwd. We willen daar ook niet op besparen, omdat we denken dat dit een belangrijk instrument is.
Ik dank de heer Van de Wauwer voor zijn aanvullingen. Het klopt dat integraliteit breed is en dat we dat ook breed moeten bekijken. Een minister met een transversale bevoegdheid loopt het best niet met de fanfare voorop en werkt best niet op een polemische manier, maar moet net bondgenootschappen creëren binnen de regering. Hij moet zijn ministers als partners zien, en dat is wat ik zal proberen te doen. Ik ga er ook van uit dat elke minister voldoende gemotiveerd is om mee te werken aan integrale toegankelijkheid. Dat er hier en daar een tandje bij zal moeten worden gestoken, is een feit. We zullen ook goed moeten kijken of Inter er op het terrein in slaagt om voldoende effectief te zijn. Het zal een beetje zoeken zijn hoe we dat moeten aanpakken.
U vraagt ook naar de beleidsnota's. Het parlement vraagt om die heel snel te brengen. De kabinetten moeten die samen met de administraties volgende week opleveren. U weet vanuit het Bureau dat de consequentie van de zeer snelle oplevering zal zijn dat ze heel nauw zullen aansluiten bij het regeerakkoord. Ik kan leven met deze aanpak, maar om een goed beleid uit te stippelen en om dit op een ernstige manier te doen, die ook wat hervormingsgezind in de positieve zin is, is er iets meer tijd nodig. De beleidsnota's die nu zullen komen, zullen goeie beleidsnota's zijn maar zullen nog heel nauw aansluiten bij het regeerakkoord. In de loop van volgend jaar zullen ze meer invulling krijgen. Dat zal alleszins voor mij zo zijn, en ik denk ook voor mijn collega-ministers.
De vraag om uitleg is afgehandeld.